Een sprinter die zegeviert op een allroundtoernooi? Dat gebeurt niet vaak, en in de laatste twintig jaar al helemaal niet meer. Toch kreeg Jordan Stolz het voor elkaar. Een maand nadat hij de drie kortste afstanden had gepakt op de WK afstanden, won de pas 19-jarige Amerikaan zondag het WK allround in het Duitse Inzell. De Nederlander Patrick Roest, de afgelopen jaren de heerser van de allroundtoernooien, moest het doen met een zilveren medaille. Het brons was voor de Noor Hallgeir Engebraten.
De basis voor zijn zege legde Stolz op de kortere afstanden: hij won, zoals verwacht, de 500 en 1.500 meter, beide met baanrecords. Maar om in zijn missie te slagen, moest hij Roest partij kunnen geven op de lange afstanden: de 5.000 en – met name – de 10.000 meter. Hoe zou de een na snelste man ooit op de 500 meter het op de langste afstand in het langebaanschaatsen volhouden tegen de winnaar van olympisch zilver op de tien kilometer?
Buitengewoon goed, zo bleek zondag. In een fraai een-tegen-een-duel finishte Stolz weliswaar een halve ronde achter Roest, maar de dertien seconden die hij prijsgaf aan de Nederlander, kon hij makkelijk missen. Wie zijn rondetijden zag – met name in de tweede helft van de rit – kon zich niet voorstellen dat daar een sprinter reed.
Liefhebber
Het was een eigenzinnige keuze van Stolz om te debuteren op het WK allround en het WK sprint – dat op donderdag en vrijdag verreden werd, ook in Inzell – te laten schieten. De reiskosten moest hij zelf vergoeden: de Amerikaanse schaatsbond wilde geen tickets betalen voor een discipline – de allorund-vierkamp – die niet olympisch is.
Maar Stolz is een liefhebber van de schaatssport en kent zijn klassiekers. Het allrounden, zo vond hij, biedt hem een grotere uitdaging dan de sprint, waarin hij op beide afstanden (500 en 1.000 meter) regerend wereldkampioen is. Hij koos liever voor de meer risicovolle weg van het allrounden, zo zei hij voorafgaand aan het toernooi tegen Nederlandse media in Inzell. „Dat is een grotere titel, kijk maar naar de lijst van geweldige schaatsers die wereldkampioen zijn geworden”, zei Stolz tegen onder meer Nu.nl, waarna hij Rintje Ritsma en zijn landgenoten Eric Heiden en Shani Davis noemde.
Die twee Amerikanen zijn bij de mannen de enige schaatsers in de geschiedenis die zowel het WK sprint als het WK allround hebben gewonnen. Stolz is bevriend met Davis, die hem als een soort mentor van advies voorziet. Hij raadde Stolz aan voor het allroundtoernooi te kiezen. Ook schaatslegende Heiden – winnaar van goud op álle vijf de afstanden tijdens de Olympische Spelen van Lake Placid in 1980 – dacht dat het Stolz zou moeten lukken.
Hoe graag Stolz het toernooi wilde winnen, bleek uit zijn keuze niet beide toernooien te doen. Dat kon agendatechnisch wel, met het sprinttoernooi op donderdag en vrijdag en aansluitend het allrounden in het weekend. Maar hij was bang dan te vermoeid te moeten beginnen aan de afstanden die hem het slechtste liggen en besloot zich daarom volledig op de klassieke vierkamp te richten.
Stolz had voorafgaand aan het toernooi zitten rekenen en had zichzelf ongeveer evenveel kansen toegedicht als drievoudig wereldkampioen Roest. Vooral op de 500 meter zou de Amerikaan het verschil moeten maken, gezien zijn persoonlijk record (33,69) dat twee seconden sneller is dan die van de Nederlander (35,74). Dat zou zich vertalen naar een gat van twintig seconden op de 5.000 meter. En zo geschiedde: bij de 500 op zaterdag reed Stolz bijna twee seconden sneller dan Roest.
Het was vooral de vijf kilometer die Stolz vooraf vreesde: tot dit toernooi was het verschil in toptijden achttien seconden in het voordeel van Roest. Om twaalf supersnelle rondjes te kunnen rijden zoals Roest dat kan, verwachtte Stolz dat hij voluit zou moeten gaan. Dit seizoen reed hij de afstand al zes keer in wedstrijdverband, anticiperend op dit wereldkampioenschap.
Dat betaalde zich uit op zaterdag: Stolz reed een uitstekende vjf kilometer, waarin hij zijn persoonlijk record met zes seconden aanscherpte. Hij had ook de mazzel dat Roest juist een moeizame rit kende op de afstand waarin hij dit seizoen tot nu toe ongeslagen was – en daarmee zijn kansen op de wereldtitel zag slinken.
De beslissing moest zondagmiddag vallen op de tien kilometer, in een direct duel. Stolz had de langste afstand in zijn carrière slechts één keer eerder gereden, begin dit jaar bij de wereldbeker in Salt Lake City. Het was verbluffend wat hij liet zien: dertien seconden van zijn persoonlijk record af, met rondetijden die omlaag gingen in de tweede helft van de race.
Roest deed nog een moedige poging om Stolz van de wereldtitel af te houden: hij versnelde vroeger dan gebruikelijk en moest in de slotronden zijn handen op zijn benen leggen – bij Roest meestal een teken dat hij heel, heel diep aan het gaan is. Maar het was niet genoeg. Stolz behield meer dan genoeg marge om met een record aantal punten de eindzege te pakken.
Winterspelen 2026
Nu Stolz zijn eerste allroundtitel heeft gepakt, gaat zijn aandacht weer naar de drie kortste afstanden (Stolz is ook regerend wereldkampioen op de 1.500 meter), met het oog op de Olympische Spelen van Milaan in 2026 – dat kondigde hij al voor het toernooi aan. De Amerikaan noemde het niet onmogelijk dat dit zijn enige uitstapje was naar het allrounden, vandaar dat hij deze kans om wereldkampioen te worden niet wilde laten lopen. Volgend jaar is er een WK Sprint, een titel die Stolz nog niet op zijn erelijst heeft staan.
Hoewel zich met Stolz zonder twijfel de grootste Amerikaanse schaatser sinds Heiden heeft aangediend, lijkt het op dit moment niet denkbaar dat hij diens prestatie uit Lake Placid zal evenaren. Het schaatsen is sinds 1980 zo gespecialiseerd geraakt dat een sprintkampioen vermoedelijk nooit meer een vijf, laat staan een tien kilometer zal winnen.
Toch is Stolz dermate getalenteerd – en nog zó jong – dat over twee jaar in Milaan een daverende verrassing niet valt uit te sluiten.