Succession op z’n Catalaans

Janneke kookt Mijn favoriete vertaalpagina’s zijn uiteraard de eetpagina’s en zo stuitte ik vorige week op een column in El Periódico getiteld ‘Succession en la Boquería’.


Foto Janneke Vreugdenhil

Na een slordige vijfeneenhalf jaar verkering in Spanje werd het toch eens tijd om serieus Spaans te leren. Hiertoe probeer ik, wanneer ik daar ben, af en toe een stukje uit de krant te ontcijferen. Mijn favoriete vertaalpagina’s zijn uiteraard de eetpagina’s en zo stuitte ik vorige week op een column in El Periódico getiteld ‘Succession en la Boquería’. De Boquería is, zoals u waarschijnlijk wel weet, de oudste en bekendste markt van Barcelona, gelegen aan de Rambla. Succession is, voor de volledigheid, de meest besproken HBO-serie van dit moment en gaat over de steenrijke mediatycoon Logan Roy en zijn vier kinderen die volcontinue en op spectaculaire wijze met elkaar in de clinch liggen.

De column begon zo: „Nu we zijn ondergedompeld in het laatste seizoen van Succession is het onmogelijk om de intriges van de Roy-clan niet te associëren met de zaak-Pinotxo. De dood van Juanito Bayén heeft een familie-oorlog tussen de mythische ober en zijn neef zichtbaar gemaakt.” Verdraaid, dacht ik al vertalende, dit gaat over mijn favoriete eetbarretje op de markt. Pinotxo, ik schreef er zelfs meermaals over. In januari 2009 vertelde ik bijvoorbeeld in nrc.next hoe ik er het goddelijkste bonengerecht ooit at: witte boontjes met chipirones (kleine inktvisjes).

Over die boontjes straks (hiernaast) meer. Want wat is er nou precies loos op de Mercat de la Boquería? Het draait allemaal om de negotie van één familie. Ruim tachtig jaar geleden startte Catalina Pérez een bescheiden eetgelegenheid op de markt. Haar zoon Juan (Bayén) begon er op zijn veertiende als ober te werken en zou dat bijna vijfenzeventig jaar volhouden. Gedurende driekwart eeuw ging er vrijwel geen dag voorbij zonder dat Juanito achter de bar te vinden was, steevast gekleed in wit overhemd, gilet en strikje, en altijd met een gulle lach. De afgelopen decennia werd hij bijgestaan door Jordi Asín, de zoon van zijn overleden zus María, en onder oom en neef groeide Pinotxo uit tot een legendarische bar, waar Barcelonezen en toeristen zij aan zij cava drinken en navajas (scheermessen) slurpen.

Maar toen. Begin dit jaar besloot de 88-jarige Juanito met pensioen te gaan en verkocht de zaak voor, naar verluidt, enkele miljoenen aan een externe partij. Dit tot grote verbazing en verontwaardiging van Jordi en de rest van de familie. Hoezo, zomaar zonder overleg verkopen? Pinotxo is toch óók de erfenis van Jordi, van hen allemaal? De familie begon een rechtszaak om de deal tegen te houden, of om in elk geval te voorkomen dat de nieuwe uitbater de naam Pinotxo gebruikt. (Dat laatste lijkt alvast te gaan lukken, blijkens een recent tussenvonnis van de rechter.)

Op 11 april jongstleden stierf Juan Bayén en sindsdien wordt in veel kranten vrijuit gespeculeerd over zijn motieven; hij zou zich al jaren slecht behandeld hebben gevoeld door zijn neven en nichten. De vergelijkingen met de fictieve familie Roy liggen daarbij natuurlijk voor het oprapen. Kijkers van Succession herkennen in Juanito’s handelen onmiddellijk een onvervalste Logan Roy-streek, al moet daar beslist bij worden opgemerkt dat de Catalaan als een stuk sympathieker bekendstond.

Hetgeen ons terugbrengt bij El Periódico. Dezelfde editie, die van 14 april, wijdde ook een pagina aan de uitvaart van Juanito Bayén: op de klanken van ‘Barcelona’, zijn favoriete lied van Freddy Mercury en Montserrat Caballé, werd hij in een lijkwagen de historische markthal uitgereden, links en rechts toegezwaaid door marktkooplui, stamgasten en toeristen. „Un último adiós al mítico restaurador.”