Strijd om een verzakt pand in Amsterdam: deze huurders willen hun huis niet opgeven

Reportage

Huurconflict De gemeente Amsterdam laat enkele huurpanden sluiten wegens instortingsgevaar. Was het overmacht, zoals de eigenaar zegt, of moedwillige verwaarlozing? De huurders stapten naar de rechter.

Links: Fleur Welter en Agnes Zuiker (rechts) op de Admiraal de Ruijterweg. Rechtsboven: een schraag in de gang. Rechtsonder: haastig verlaten keuken.
Links: Fleur Welter en Agnes Zuiker (rechts) op de Admiraal de Ruijterweg. Rechtsboven: een schraag in de gang. Rechtsonder: haastig verlaten keuken.

Aan de Admiraal de Ruijterweg 70 in Amsterdam rolt een knikker vanzelf van de ene kant van het huis naar de andere, alsof een reus het pand heeft opgetild en scheefjes in de lucht houdt. Door een verzakte fundering loopt het hoogteverschil tussen straat- en tuinzijde op tot wel twintig centimeter.

Huurder Agnes Zuiker (61) wandelt een paar passen met de knikker mee terwijl ze beschrijft hoe ze haar appartement op de tweede verdieping langzaam onder haar voeten voelde wegzakken. „Soms dacht ik: heb ik nou te veel gedronken?”

In de winter van 2020 ging de balkondeur niet meer dicht; een paar maanden later voelden de meters van haar bed naar de badkamer aan als „bergbeklimmen”. Ten slotte plakte de gemeente op 30 juli 2021 het omineuze briefje op de voordeur: wegens instortingsgevaar werd het pand gesloten. De bewoners kregen vier dagen om hun spullen te pakken.

Ontbinding huurcontract

Hoe het zover heeft kunnen komen, daarover boog de Amsterdamse rechtbank zich recentelijk in de zaken die Zuiker en haar buurvrouw Fleur Welter (41) tegen eigenaar Dewbell en beheerder Rappange hadden aangespannen. Zuiker en Welter – die met haar negenjarige dochter op vakantie was toen de gemeente hun huis sloot – vechten de „buitengerechtelijke ontbinding” van hun huurcontracten aan.

Een verhuurder mag een huurcontract ontbinden als de gehuurde woning bijvoorbeeld door een brand dusdanig is beschadigd, dat niet „redelijkerwijs” kan worden verwacht dat de verhuurder de kosten voor herstel betaalt.

De rechter zou eigenaar Dewbell echter kunnen verplichten om de woningen van Zuiker en Welter te herstellen. Relevant is daarbij of de verzakking door nalatig onderhoud van Rappange is veroorzaakt, of dat het om een toevallig optredende „calamiteit” ging.

De Woonbond – die de belangen van huurders behartigt – stelt dat de uitspraken van de rechters op 12 en 30 mei voor meer huurders van belang zijn. Omdat funderingsproblemen op veel plekken in het land voorkomen, zullen geschillen over de gevolgen van een verzakking in de toekomst waarschijnlijk vaker spelen. Het is daarom van belang om te zien of de rechter de verantwoordelijkheid voor de verzakking op de Admiraal de Ruijterweg bij de verhuurder legt, laat de Woonbond weten.


Lees ook dit artikel: Zij huren een sociale woning én hebben tientallen koopwoningen op hun naam

Nieuwe plannen van de verhuuder

Bovenal draaien de twee rechtszaken om de vraag: hoeveel ruimte hebben pandeigenaren om huurders uit hun woning te zetten?

Het vertrek van Zuiker en Welter zou de weg voor Dewbell en Rappange namelijk vrijmaken om de drie panden aan de Admiraal de Ruijterweg te slopen en te vervangen door een nieuw appartementencomplex. In dat gebouw zouden negentien appartementen komen in plaats van de huidige twaalf. Die zouden de ontwikkelaars hoogstwaarschijnlijk veel meer geld opleveren dan de twaalf vóór de verzakking. Ook omdat de sociale huurwoning van Zuiker, die al sinds 1998 in het pand woont, in het plan plaatsmaakt voor een woning in het duurdere segment.

Zuiker en Welter denken daarom dat de eigenaar jarenlang niet ingreep, om bij verzakking gebruik te kunnen maken van wat de advocaat van Zuiker een „muizengaatje” in de rechtspraak noemt: de alleen in uitzonderlijke gevallen toegestane buitengerechtelijke ontbinding. Volgens de buurvrouwen was al jaren duidelijk dat het gebouw verzakte. „Stilzitten om het rendement te verhogen”, vat Zuikers advocaat de veronderstelde strategie van de eigenaar samen.

Op het moment dat alle huurders zijn vertrokken, is het in Amsterdam namelijk niet moeilijk om een pand te slopen en te vervangen voor meer lucratieve nieuwbouw – mits het, zoals de Admiraal de Ruijterweg 70, geen monumentenstatus heeft.

Volgens advocaat Trudy Schoorl van Dewbell en Rappange was de verzakking echter een plotselinge calamiteit. Bijgestaan door een bouwkundig adviseur betoogt ze tijdens de zitting dat de fundering onder de huizen van Zuiker en Welter is ingestort door slecht uitgevoerde werkzaamheden bij de buren. Deze zouden tot een „domino-effect” hebben gehad, wat verklaart dat in totaal zes gebouwen op rij door hun hoeven zijn gezakt. Aan de panden van Dewbell op nummer 70, 72 en 74 is hierdoor zo veel schade toegebracht dat „hun vergaan niet meer te voorkomen was”.

Zuiker zei tijdens de rechtszaak: „Ik wil gewoon naar huis.”

Advocaat Schoorl: „Dat huis is er niet meer.”

„Mijn hemel, ik dacht dat ik alles geregeld had”, zegt Welter als ze een week na haar rechtszaak in het halletje van haar benedenwoning aan de Admiraal de Ruijterweg in een zee aan brieven stapt. Sinds anderhalf jaar wonen Zuiker en Welter in tijdelijke woningen die hun na een periode van overnachtingen bij vrienden werden aangeboden door Rappange. Als ze na maanden weer eens langsgaan bij hun oude appartementen, moet er eerst iemand van de gemeente komen om het hangslot van de buitendeur te halen.

In het pand zijn schragen aangebracht om instorting te voorkomen.
Foto Isa Wolthuis

Dubbele energiekosten

Binnen is het donker en de lucht is dik van de schimmel. In Welters gang en woonkamer zijn enorme houten kruisen geplaatst, reikend van vloer tot plafond om verdere verzakking te voorkomen. „Toen ik met mijn dochter terugkwam van vakantie, stonden die giga-schragen er opeens, zonder dat ik daarover was gewaarschuwd. Moet je je voorstellen hoe mijn dochter zich daarbij voelde!”

Tijdens de rechtszaak benadrukte Welter de angst en onzekerheid die de verzakking bij haar en haar negenjarige dochter teweegbracht. Ze vertelt dat zowel haar slaapkamer als die van haar dochter al een jaar onder water stond voordat de gemeente het pand sloot, waardoor ze in de woonkamer „samen op een stretcher” moesten slapen.

En ook bij de overstap naar Welters tijdelijke onderkomen ging nogal wat mis. Zo kon ze zich lang niet inschrijven op het nieuwe adres omdat ze geen huurcontract kreeg, en betaalde ze acht maanden lang huur voor het appartement aan de Admiraal de Ruijterweg, terwijl ze daar niet meer in mocht. Ook zit ze voor dat appartement nog steeds vast aan een contract voor gas, water en licht. Voor het verbreken daarvan is medewerking van Rappange nodig, die volgens Welter „ondanks maandelijkse herinneringsmails” uitblijft.

Achtergevels van de panden aan de Admiraal de Ruijterweg in Amsterdam.
Foto Isa Wolthuis

Zwakke positie huurder

Woede over de manier waarop Rappange is omgegaan met de verzakking is voor Zuiker en Welter dan ook een van de beweegredenen om met een gang naar de rechter te proberen hun appartementen aan „de Admiraal” te behouden.

Terug in haar eigen appartement op de tweede verdieping stelt Zuiker dat de zaak toont hoe zwak huurders ook vandaag de dag kunnen staan ten opzichte van hun verhuurder. Voor tien van de twaalf woningen is Rappange erin geslaagd om via de gerechtelijke ontbinding het huurcontract te ontbinden.

„Als je als huurder de taal minder goed spreekt, of financieel kwetsbaar bent, durf je waarschijnlijk niet te procederen tegen een grote partij als Rappange. Die mensen worden zo weggedrukt uit Amsterdam”, zegt Zuiker.

Haar huis aan de Admiraal de Ruijterweg is inmiddels een tijdscapsule voor het soort dingen dat je achterlaat als je een pand snel moet verlaten. In de keuken staat een kwart pak cornflakes al anderhalf jaar klaar om te worden leeggegeten. De kasten in de woonkamer zijn nog gevuld met boeken, glazen en bordspelletjes. Op de voordeur waarschuwt een briefje de katten niet te laten ontsnappen.

Zuiker en Welter vrezen dat het voor hen moeilijk wordt om een nieuwe plek te vinden als de rechter de ontbinding van hun huurcontract toestaat. Zo is Zuikers wachttijd voor een sociale huurwoning vanwege die ontbinding teruggebracht van vijfentwintig naar zeven jaar. „Daar maak ik geen kans mee. Dan wordt het Aalsmeer, of Hoofddorp.”

Zuiker kijkt nog even om naar haar balkon. Er is een duif gaan nestelen in de kattenbak die daar nog altijd staat. „Gelijk heeft-ie!”, roept ze. Na vier keer trekken slaagt ze erin om de klemmende voordeur van haar huis achter zich dicht te doen.


Lees ook dit artikel: Wel of niet tijdelijke huurcontracten afschaffen? Daar is in de politiek flinke ruzie over