N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Analyse
Seksuele misleiding Stiekem het condoom afdoen interpreteren als ‘geweld’ en dus verkrachting vraagt juridische creativiteit. Maar het is niet onmogelijk.
Is het stiekem afdoen van een condoom tijdens seks juridisch gelijk te stellen aan verkrachting? En maakt het uit dat er juist veilige seks is afgesproken? Het Openbaar Ministerie verdedigde deze week in twee verschillende zaken het standpunt dat dergelijk gedrag inderdaad juridisch gelijkstaat aan verkrachting. En dus voldoet aan wat art. 242 Wetboek van Strafrecht omschrijft als „door geweld of een andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid” iemand dwingen tot het ondergaan van seksueel binnendringen van het lichaam.
De strafeisen waren substantieel. Een jaar cel, waarvan in één geval vier maanden voorwaardelijk en in het tweede geval drie maanden voorwaardelijk. Het verschil wordt verklaard omdat in één zaak de verdachte bekende. De slachtoffers eisten respectievelijk 4.000 en 3.000 euro schadevergoeding van hun sekspartners.
Onverhoeds
Het ‘doelbewust’ afdoen van een condoom, ook wel stealthing genoemd, zou volgens het OM te beschouwen zijn als een vorm van geweld, of althans ‘een andere feitelijkheid’ die materieel neerkomt op dwang. Daarvoor wordt een arrest van de Hoge Raad uit 2002 te hulp geroepen waarin onder ‘dwang’ uit art. 242 ook een geval werd verstaan waarin de vrouw „zich door het onverhoedse van het handelen van de verdachte niet heeft kunnen verzetten”. Toen betrof het een sportmasseur die tijdens de massage onverwacht zijn handen naar haar liezen verplaatste en met twee vingers bij haar binnendrong. Ook dat was geweld en ‘dwang’ vond de Hoge Raad, vooral door het plotselinge karakter van de handeling. Of het stiekem afdoen van een condoom tijdens seks even ‘onverhoeds’ is en iets waartegen men zich even moeilijk kan verzetten, is dan de vraag die de rechtbank moet beoordelen.
Mocht het OM de rechtbank Rotterdam niet van ‘geweld’ in deze gevallen kunnen overtuigen, dan wordt gehoopt dat het condoom afdoen door de man onder ‘een andere feitelijkheid’ gevangen kan worden. De gevolgen zijn immers ernstig. Door ongewilde onbeschermde seks loopt de partner ernstige risico’s. Op zwangerschap, op het gedwongen afbreken daarvan, op geslachtsziekten. Dan zijn er ook de psychische gevolgen van de ervaren inbreuk op het lichaam. Op het moment dat de man het condoom stiekem afdeed, verviel immers de instemming van de vrouw met de geslachtsgemeenschap. Ook dat ziet het OM als steun voor de definitie van verkrachting.
Rechtszekerheid
Het is een redenering die in de rechtszaal, en daarbuiten in de media, door strafrechtjuristen werd bestreden als in strijd met art. 16 Grondwet, het legaliteitsbeginsel, dat rechtszekerheid voor de burger garandeert. Feiten zijn volgens dit artikel alleen strafbaar als daar een wet aan vooraf is gegaan. Het moet immers altijd voor iedereen duidelijk zijn wat strafbaar is en wat niet; de staat mag niet achteraf, met terugwerkende kracht, gedrag strafbaar proberen te verklaren. En als er van verkrachting wettelijk pas sprake is als er ‘geweld’ en ‘dwang’ in het spel zijn, dan moet dát dus expliciet bewezen worden, luidt de redenering. Wat deze verdachten uithaalden met hun sekspartners is laakbaar, misleidend ook en vast oneerlijk of onfatsoenlijk. Maar strafbaar is het pas als de wet dat ook zo omschrijft.
Dergelijke wetten zijn er nu alleen in het buitenland (zie kader). In Nederland is het wachten op de nieuwe Wet Seksuele Misdrijven die in de Kamer nu schriftelijk wordt behandeld. Daarin wordt expliciet aandacht besteed aan seksuele misleiding, als één van de situaties waarbij de wil tot seks geacht kan worden te ontbreken. In de memorie van toelichting schrijft de minister dat daarbij gedacht kan worden aan „als medisch onderzoek gepresenteerde handelingen die feitelijk seksueel van aard zijn.” Maar ook om het „heimelijk het condoom afdoen”, terwijl dat expliciet anders met elkaar is afgesproken. Dat vindt het kabinet „een rechtstreekse aantasting van de seksuele integriteit van de ander” die op één lijn met verkrachting of aanranding kan worden gezet.
Integriteit
De rechtbank Rotterdam kan er dus in zijn vonnis voor kiezen om deze rechtsopvatting alvast te omarmen en de huidige wet in het licht van de nieuwe wet ‘extensief’ te interpreteren. Dat wordt in het strafrecht geaccepteerd als de ‘aard van de geschonden norm’ eigenlijk hetzelfde is: het beschermen van de seksuele integriteit van in dit geval twee vrouwen.
Interessant detail: eventuele seksuele misleiding van een man door een vrouw over haar gebruik van de anticonceptiepil of de morning-afterpil ziet het kabinet niet als een seksueel misdrijf. Dat is alleen „maatschappelijk onbetamelijk”.