Waar ik steeds meer jeuk van begin te krijgen, is van het woord ‘leiderschap’, dat me de laatste maanden om de oren vliegt. Een ‘hoogleraar leiderschap’, dat lijkt me nog nuttig. Die houdt de kwaliteit van onze leiders in de gaten. Maar al die congressen over leiderschap, ‘leiderschapsevents’, coaching over leiderschap, workshops, seminars, podcasts, en ‘visies op leiderschap’ van jan en alleman waar we de laatste tijd mee doodgegooid worden? Ik ben er inmiddels wel klaar mee.
Want ‘leiderschap’. Dat is toch gewoon wat vroeger ‘leidinggeven’ heette? Dan ging je baas een middag op zo’n cursus en praatte hij daarna een paar dagen over ‘luisteren naar de werkvloer’, ‘verbinding van onderop’, , ‘kruisbestuiving’ en ‘vruchtbare co-creatie’, en was alles een week later weer zoals het was. Tegenwoordig zijn er ineens een miljoen verschillende soorten leiderschap en verschijnt er elke minuut een boek over.
Vloeibaar leiderschap, polyfonisch leiderschap, verbindend leiderschap, bezielend leiderschap, strategisch leiderschap, authentiek leiderschap, nieuw leiderschap, waardegedreven leiderschap, moreel leiderschap, effectief leiderschap, sturend leiderschap, gespreid leiderschap, integraal leiderschap, gedeeld leiderschap, dialogisch leiderschap, stromend leiderschap, transformationeel leiderschap, switchend leiderschap, contextueel leiderschap, inclusief leiderschap, persoonlijk leiderschap – mijn god. Het zal je niet verbazen dat er inmiddels duizenden cursussen zijn om al dat leiderschap in goede banen te leiden.
Zo zijn er ‘trainingen’ leiderschap waarin „je je why vindt”, „verbinding maakt met je diepe drijfveren, handvatten creëert om (weer) te werken en te leven vanuit jouw eigen drijfveren” en „emoties zult ervaren van blijdschap en ontroering”.
Maar er zijn ook programma’s „vernieuwend leiderschap” die gaan „over de wijze waarop je, je in een continu ontwikkelend landschap, kan bewegen richting je doel/visie en een context kan creëren waarin verrijkende interacties kunnen plaatsvinden” en zijn er de „leadership programs” waarin je „een sprong maakt in je persoonlijke en strategische leiderschap met een sterke visie”, „anders leert omgaan met complexiteit en onzekerheid”, en een „global mindset ontwikkelt”.
De reviews van dit soort cursussen zijn ook smullen. Daarin eindigen deelnemers na drie dagen geleuter „in een bosrijke omgeving” altijd met de onthullende constatering dat ze vooral „dicht bij zichzelf moeten blijven”, lekker „out of the box” en „innovatief” bezig zijn geweest, en dat ze hebben geleerd „los te laten”. En dat kost dan duizenden euro’s. Geldverspilling, inderdaad. Je leert meer over leiderschap als je drie dagen voor een vmbo-klas gaat staan.
Wat ik de laatste tijd ook steeds vaker denk: hébben we al die leiders wel nodig? Ik hoor tenminste altijd dat er nodig gesneden moet worden in al die leemlagen. Al die cursussen lijken de wereld ook niet beter te maken. Als ik om me heen kijk zie ik in ieder geval niet echt betere leiders dan vroeger. En zouden er echt zoveel vormen van leiderschap zijn? Nee hè? Volgens mij is er maar één vorm van leiderschap, en dat is leiderschap dat ervan uitgaat dat alles voortdurend verandert en dat iedereen anders is.
Een andere denkfout van al die „leadership courses” is dat ze het misverstand wekken dat iedereen een leider kán zijn. Dat is niet zo. Een leider ben je, of je bent het niet. Daar valt weinig aan te cursussen. Stop er ook vooral mee als je het niet kunt, in plaats van met allemaal cursussen aan een dood paard te lopen trekken. Daar voorkom je een hoop burn-outs mee bij je collega’s. En bij jezelf.
Tuurlijk kun je wat trucjes leren om een betere leider te worden. Maar daar heb je echt geen peperdure kletscourse voor nodig. Ik kan je binnen vijf minuten een cursus geven waar alles in zit om een succesvol leider te worden – helemaal gratis.
Maar het állergrootste probleem van al die leiderschapscursussen is dat elke janboerenfluit ze tegenwoordig volgt. Ik zie op LinkedIn allemaal trotse kantoorklerken opscheppen dat ze zijn geselecteerd voor een leadership program. Gast, iederéén volgt tegenwoordig zo’n cursus. Het is eerder een prestatie als je er géén volgt. Er zijn zelfs cursussen leiderschap voor mensen die niet de baas zijn! Dan heb je het toch niet helemaal begrepen?
Want het gevolg van zo’n cursus is dat elk pastelkleurig overhemd denkt dat hij de baas kan spelen. „Iedereen moet z’n leiderschap tonen”, lees ik overal. Jongens, alsjeblieft niet. We kunnen niet allemaal de baas zijn. Straks kunnen we alleen nog de stagiair aansturen, omdat dat de enige in het bedrijf is die nog geen cursus leiderschap gehad heeft. Bovendien: als iedereen z’n leiderschap laat zien, wie doet het werk dan nog?
Ik stel daarom voor dat we gaan stoppen met al die cursussen leiderschap en in plaats daarvan mensen gaan leren te vólgen. Voor de verandering eens je kop houden en je werk doen – dáár hebben we behoefte aan.
Baasjes hebben we al genoeg op het werk.