Stof die oude analoge camera maar weer af

Als docent Jonne op de Weegh even niet kijkt, schopt de 21-jarige Carina von Estorff haar schoenen uit. Voorzichtig stapt ze in de fontein van het Amsterdamse Wertheimpark. Ze schuifelt naar het midden en richt haar camera op het watergordijn, dat haar nu natspettert „Yes! Photographer in the wild, I like it!”, moedigt Op de Weegh haar aan.

„De foto’s van mijn opa en oma van vroeger vind ik veel mooier dan de digitale foto’s van nu”, vertelt medecursist Jolente De Keyser (21) als de groep even later naar het Waterlooplein loopt. Hoewel ze het spannend vindt, stapt De Keyser op een man af. Portretfotografie is haar doel vandaag. Natuurlijk mag ze een foto maken, zegt hij. „Met of zonder hoed?”

Von Estorff en De Keyser volgen de zomercursus analoge fotografie van cultureel studentencentrum CREA, gegeven door Op de Weegh. Von Estorff vond de analoge camera onlangs op de zolder van haar ouders. Het nostalgische karakter trekt haar aan, zegt ze, net als de concentratie die voor deze vorm van fotografie nodig is.

Vanwege die bewuste manier van fotograferen specialiseerde docent en fotograaf Op de Weegh zich jaren geleden in analoge fotografie. „Je moet goed observeren. Dat vereist aandacht en rust.” En het trage proces is een van de redenen waarom veel jongeren er fan van zijn, vermoedt Op de Weegh. „Met je telefoon kun je zoveel foto’s maken als je wil. Dat kan bij analoge fotografie niet. En het ontwikkelen kost tijd.”

Dat analoge fotografie in opmars is bij jonge mensen merkt eigenaar Thanh Hung Tran (50) van fotozaak Foto Mignon in de Amsterdamse Pijp. „Vooral de generatie die analoge fotografie nooit bewust heeft meegemaakt komt over de vloer. Beelden van analoge camera’s zijn korrelig en” – Tran maakt het gebaar van aanhalingstekens met zijn vingers – „‘imperfect’ beeld is weer mooi.”

Een deelnemer en docent Jonne op de Weegh van de CREA-cursus analoge fotografie, digitaal gefotografeerd.

Foto’s: Simon Lenskens

Leuke verrassing

„Sommige jongeren hebben een camera op de zolder van hun ouders of opa en oma gevonden”, zegt Rick Stegeman (30), medewerker van fotowinkel Foto Verweij in Nijmegen. „Wij hebben ons eigen filmlab altijd draaiende gehouden. Gelukkig maar, want de vraag is enorm.” Veel klanten kiezen ervoor om hun rolletjes na het ontwikkelen te laten inscannen. Dat betekent dat ze de resultaten digitaal ontvangen. „Zo kunnen ze het op Instagram delen.” Sommigen laten vervolgens een enkele foto afdrukken.

Tijdens de wandeling door Amsterdam wisselen de cursisten ervaringen uit. Af en toe raakt iemand achter om een foto te maken. Het oog van cursist Josephine Nap (25) valt op een vrouw op leeftijd en een jongere man, die arm in arm lopen. Het blijken een moeder en zoon te zijn, die een wandeling maken. „Dat ontroert me”, vertelt Nap. „Daarom vind ik het leuk om hen vast te leggen.” Nap fotografeert al langer met een analoge camera, vertelt ze. „Ik neem vaak een wegwerpcamera mee naar feestjes. Het is een leuke verrassing om na een tijdje de resultaten te zien. Deze zomer dacht ik: ik wil er beter in worden. Ik vind het leuk om de beelden op Instagram te delen; ik hou van de esthetiek.”

De grote paradox van nu, noemt Op de Weegh dat: jongeren die in aanraking komen met analoge fotografie via digitale media, en hun eigen analoge foto’s weer op hun socialemediakanalen delen. „ Maar jongeren zijn gewend om alles online te delen waar ze tijd en moeite in steken. Dat willen ze aan de wereld laten zien.”

Cursist Carina von Estorff tijdens de praktijkles in het Wertheimpark in Amsterdam.

Foto’s: Simon Lenskens

Een euro per foto

Een dure hobby is het wel. „Een filmrolletje kost al snel 15 euro”, stelt Rick Stegeman vast, vijf jaar geleden was dat volgens hem nog 7 euro. „Daar komt nog 15 euro voor het ontwikkelen bovenop. Dan heb je 36 foto’s voor 30 euro. Dat is bijna 1 euro per foto.”

De Nederlandse modefotograaf Ramona Deckers, die onder meer voor het magazine van NRC analoog fotografeert, ziet dat analoog ondanks de kosten ook onder professionals aan populariteit wint, „ook bij fotografen die voorheen alleen maar digitaal schoten”. Zelf gaat Deckers door de hoge kosten strikter te werk dan toen ze tien jaar geleden begon. „Voor een mode-artikel fotografeer ik maximaal één rolletje per look. Daarnaast neem ik steeds vaker mijn digitale camera mee, en doe ik het fifty-fifty.”

Het verschil, volgens haar: „Digitaal is haarscherp. Iedere porie, ieder haartje is zichtbaar. De sfeer van analoge fotografie is unieker en romantischer; de korrel fungeert als een soort filter.”

Die sfeer proberen sommige jongeren op een goedkopere manier na te bootsen. Ook digitale compactcamera’s uit de jaren nul – kleine digitale cameraatjes zonder verwisselbare lenzen – maken een comeback, ziet Thanh Hung Tran. „Dan komt er weer een jonge klant naar me toe met een filmpje van Instagram of TikTok. Deze camera wil ik ook, zegt hij dan.” Er zit gewoon een geheugenkaartje in, wat het fotograferen goedkoper maakt. „Je schiet er zo vijfhonderd foto’s mee.”

5 tips voor beginners

1
Begin niet met een wegwerpcamera, maar met een simpele analoge camera met autofocus.
2
Laat in de fotowinkel het rolletje erin doen en film dat voor thuis.
3
Bewaar je rolletjes in de koelkast, dan blijven ze langer goed. Haal er een dag voor je op pad gaat een al uit, zodat die op kamertemperatuur kan komen.
4
Kies het rolletje met de juiste ISO-waarde. Hoe zonniger, hoe lager het getal. Een rolletje van 100 gebruik je in de Nederlandse zomer, of op zonvakantie. 200 kan je gebruiken bij zon, maar ook bij bewolking. 400 gebruik je bij grijze lucht of in de schaduw, 800 binnen, en 1.600 voor nachtfotografie.
5
Je kan de rolletjes er tussentijds niet uithalen. Gebruik bij twijfel ISO-waarde 200: die kan je zowel in de zon als in de schaduw of binnen gebruiken – in dat laatste geval met flits.



Foto’s Carina von Estorff

CREA-cursist Carina von Estorff maakte deze foto met een Nikon F-801, met een rolletje van ISO-waarde 400.



Foto’s Josephine Nap

CREA-cursist Josephine Nap maakte dit portret met een Fuji DL-1000 Zoom (een ‘point-and-shoot-camera’, oftewel een analoge camera waarbij je zelf weinig aan de instellingen kunt doen en niet kunt inzoomen), met een rolletje van ISO-waarde 200.


Foto’s: Sabrina Zwetsloot

Sabrina Zwetsloot maakte deze foto met een Konica Z-up 120 vp (ook een ‘point-and-shootcamera’), en een rolletje van ISO-waarde 200.