N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Wil je zonnepanelen op alle daken, bouw dan de salderingsregeling af. Vijftien jaar geleden startte ik mijn bedrijf in de zonnepanelen, en al bijna net zo lang wordt er over salderen gediscussieerd. Bezitters van zonnepanelen leveren de stroom die zij zelf niet gebruiken aan het netwerk en krijgen die later vergoed tegen de volle stroomprijs. Indirect betekent dat een subsidie omdat die prijs voor een deel uit belastingen bestaat. Pas rond 2013 drong het tot het grote publiek door hoe handig salderen eigenlijk was. Het duurde daarna nog jaren voordat de huursector besefte dat het ook voor hen bruikbaar was.
En nu wil het kabinet dit troetelkind van de panelenbezitters weer afschaffen. Toegegeven, dat klinkt raar, want salderen is de simpelste en meest effectieve stimuleringsregeling voor zonne-energie van Europa. Zelfs in zonne-energiekampioen Duitsland of in zonnige landen als Spanje of Italië liggen niet zoveel panelen op de daken als hier bij ons.
Ikzelf kan met een gerust hart stellen dat mijn bedrijf op salderen is gebouwd. Zonder salderen waren we nooit uitgegroeid tot de onderneming die we vandaag zijn. Mijn groothandelsbedrijf levert zonnepanelen en randapparatuur aan installateurs. Ik ben dus honderd procent afhankelijk van de continuïteit van deze markt, en voorstander van een voortdurende snelle uitrol van zonnepanelen op zoveel mogelijk daken. Toch ben ik vóór de geleidelijke afbouw van de salderingsregeling.
Beetje techniek
Ik wil zonnepanelen op alle daken. Daarmee heb ik dus exact dezelfde doelstelling als GroenLinks en PvdA die tegen de afbouw zijn, maar interessant genoeg zou ik het tegenovergestelde doen van wat zij doen om dat doel te behalen.
Om dit uit te leggen moeten we een beetje de techniek in. Alle zonnepanelen, windmolens, maar ook kolen- en gascentrales, en stroomafnemers groot en klein, staan in verbinding met het elektriciteitsnet. Mensen realiseren het zich niet, maar dat net is een van de grootste machines die de mens ooit gemaakt heeft. Deze machine is bovendien best gevoelig en moet voortdurend in balans zijn, wat betekent dat er op ieder moment van de dag net zoveel stroom moet worden opgezet als dat er wordt afgehaald.
Hoe zie je dat voor je? Nou, neem het lampje van de natuurkundeles op de lagere school. Als we te weinig elektriciteit door het lampje laten lopen, brandt het lampje niet goed. Als we te veel stroom door het lampje laten lopen, brandt het door. Dat dus, maar dan in het groot. Dat er maar heel zelden een stukje elektriciteitsnet kuren vertoont, lijkt heel gewoon, maar is te danken aan een enorm stelsel aan regels en ingrepen die er voor zorgen dat deze balans continu in stand blijft.
Mensen weten het niet, maar dat elektriciteitsnet is een van de grootste machines die de mens ooit gemaakt heeft
Nu terug naar de zonnepanelen: die genereren elektriciteit wanneer de zon schijnt en het meest dus rond de middag. De laatste jaren is dat ieder jaar heel veel meer. Op sommige dagen al tot wel 80 tot 90 procent van het totale landelijke elektriciteitsverbruik. Het is echter niet zo dat er ieder jaar heel veel meer elektriciteit rond de middag wordt verbruikt. ’s Avonds juist weer wel, wanneer we steeds meer elektrische apparaten aanzetten als we thuiskomen. Zie daar dus de disbalans tussen aanbod en vraag naar elektriciteit.
Ons net is daar niet op gebouwd. Het kost dus ook steeds meer moeite – en dus geld – om dat verschil in timing tussen vraag en aanbod op te lossen. Dat dat steeds vaker niet meer lukt, is te zien aan de omvormers (die gelijkstroom uit de zonnepanelen omzetten in bruikbare wisselstroom) die in het voorjaar en in de zomer steeds vaker uitvallen. Juist ook in wijken waar iedereen zonnepanelen heeft, zoals steeds meer woningcorporatiewijken. De omvormers vallen uit als beveiliging omdat er op dat moment te veel stroom op het lokale net zit. Dat is maar goed ook, want anders zouden er een hoop echte lampjes sneuvelen. Zie daar zo’n onzichtbare ingreep om de balans te herstellen.
Loze kreet
Als we niks doen met dit probleem van verkeerde timing, dan lopen we tegen technische grenzen aan. Deze grenzen kun je met kunstgrepen een beetje oprekken, maar dat is natuurlijk niet gratis. Zo kom je bij het verhaal dat mensen zonder zonnepanelen betalen voor het voordeel van mensen met panelen. Dat lijkt een loze kreet voor dankbaar politiek gebruik, maar dat is gewoon een financieel gevolg van een bekend technisch probleem.
Lees ook: Vermogen van zonnepanelen op woningen met ongeveer een derde gegroeid
Die grenzen komen steeds sneller op ons af. Op zonnige dagen in 2022 kwam het al regelmatig voor dat zonne-energie 80 tot 90 procent van de stroomvraag rond het middaguur leverde. Voeg daar nog een beetje windenergie aan toe en dan heb je snel meer stroom op het net dan er wordt afgenomen.
Dan worden de stroomprijzen ineens negatief en levert dat een leuk Journaal-item op, maar negatieve prijzen zijn eigenlijk een dringend verzoek aan stroomproducenten om hun productie te staken. Wederom zo’n ingreep om de balans in stand te houden.
Deze situatie hebben we voor elkaar gekregen in de ‘kinderjaren’ van zonne-energie. Sinds de energiecrisis van 2022 is de uitrol van zonne-energie echter opgevoerd tot een moordend tempo. Alliander, Enexis en Stedin, de drie grootste netbeheerders, berichten alle drie records aan installaties in hun netwerk in 2022. En voor 2023 komt er nog zo’n piek.
GroenLinks, PvdA en ik, we willen allemaal hetzelfde: zonnepanelen op alle daken en 100 procent groene stroom. Er is echter één voorwaarde om dat te doen slagen en dat is dat we rekening houden met ‘het lampje’. Dan moeten we niet vasthouden aan een regeling die nodig was om de vraag naar zonnepanelen op gang te brengen, die heel geschikt was toen zonne-energie nog een druppel op een gloeiende plaat was.
Dan hebben we een soepele overgang nodig naar een situatie waarin zonne-energie een volwassen systeemspeler kan worden. Waarbij het lampje blijft branden en zonne-energie zijn ware belofte kan vervullen: schone én goedkope elektriciteit voor iedereen.