Stikstofuitstoot landbouw moet verder dalen dan gedacht, zegt Planbureau voor de Leefomgeving

Om de wettelijk vastgelegde stikstofdoelen te halen, moet de stikstofuitstoot van de landbouw tussen nu en 2035 twee keer zo hard dalen. Dat blijkt uit een nieuw rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in samenwerking met onder meer het RIVM. Het PBL en het RIVM gingen er tot nu toe van uit dat de stikstofdoelen gehaald zouden worden als de landbouw de uitstoot van ammoniak met zo’n 40 procent zou reduceren ten opzichte van de huidige uitstoot. Maar uit het nieuwe rapport blijkt dat die met zo’n 80 procent moet dalen.

Dat kan eigenlijk niet zonder flink in de veestapel te snijden. Dat is een forse tegenvaller voor het kabinet, dat hoopte het stikstofprobleem zo veel mogelijk op te lossen zonder een krimp van de veestapel. Specifieke plannen daarvoor zijn nog niet gepresenteerd en zitten dus ook nog niet in de nieuwe ramingen.

In de wet is vastgelegd dat 74 procent van de stikstofgevoelige natuur in 2035 onder de ‘kritische depositiewaarde’ moet liggen. Daarin is vastgelegd hoeveel stikstof de natuur aankan zonder te verslechteren. De kritische depositiewaarde is door wetenschappers vastgesteld voor verschillende typen natuur, van droge heide tot zure vennen. In 2023 bleek veel natuur gevoeliger voor stikstof dan gedacht. De kritische depositiewaarden zijn toen scherper geworden.

Scherpere normen

Het PBL en het RIVM hebben nu voor het eerst doorgerekend hoe die scherpere normen gehaald kunnen worden. Daarbij kijken ze naar twee typen stikstof: ammoniak, vrijwel uitsluitend uit mest, en stikstofoxiden, dat uit bijvoorbeeld verbrandingsmotoren van onder meer auto’s komt. Veruit de grootste bron van de stikstof die in Nederlandse natuurgebieden landt, is ammoniak.

Om de doelen onder de ‘oude’, nog niet aangescherpte depositiewaarden te halen, zou de landbouw jaarlijks nog zo’n 63 kiloton (een miljoen kilogram) ammoniak mogen uitstoten, berekende het RIVM eerder. De landbouw stoot nu ruim 100 kiloton ammoniak uit. Met de scherpere kritische depositiewaarden mag de uitstoot nog maar tussen de 19 en 28 kiloton zijn.

Dat is ver buiten bereik, concludeert het PBL. De verwachting is wel dat de ammoniakuitstoot de komende jaren gaat dalen, maar lang niet hard genoeg. In 2030 is de uitstoot waarschijnlijk afgenomen met zo’n 20 kiloton, naar ruim 83 kiloton. Na 2030 daalt de uitstoot in de ramingen van het PBL nauwelijks verder. „Er is nauwelijks beleid dat verder reikt dan 2030”, zegt Winand Smeets, die bij het PBL het onderzoek heeft geleid. De uitstoot blijft dan nog zo’n 60 kiloton boven wat er nodig zou zijn om de stikstofdoelen te halen.

Bovendien is niet altijd zeker of de daling wel zeker is. Ongeveer de helft van de uitstootreductie in de landbouw komt door de afschaffing van de uitzondering op Europese mestregels. Tot 2026 mogen boeren in Nederland meer mest uitrijden dan in andere Europese landen, de zogeheten ‘derogatie’. De mest die niet op het land kan worden uitgereden, moet worden verwerkt of geëxporteerd. Dat is duur. Het PBL denkt daarom dat boeren hun veestapel zullen verkleinen, dat leidt tot een extra daling in de uitstoot.


Lees ook

Een snelle uitweg uit de stikstofcrisis is er niet

De westelijke Veluwe, hier een deel van landbouwdorp Kootwijkerbroek, is een van de Natura2000-gebieden met de hoogste stikstofdeposities van Nederland.

Maar het kabinet wil juist een nieuwe uitzondering afdwingen in Brussel. Het is hoogst onzeker of dat lukt, maar als het kabinet daarin slaagt, wordt in elk geval een deel van de geraamde vermindering in de uitstoot niet gerealiseerd.

BBB, de partij van minister Femke Wiersma (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur) ziet de oplossing van het stikstofprobleem vooral in innovatieve maatregelen. De afgelopen jaren zijn er tal van nieuwe stallen ontworpen die de stikstofuitstoot moeten terugdringen. Het gaat bijvoorbeeld om vloeren voor koeienstallen die poep en urine scheiden, zodat er minder ammoniak ontstaat. Dat idee kreeg in januari steun in de rug toen Wageningen University een rapport publiceerde, waaruit bleek dat als álle boeren de állerbeste innovaties optimaal zouden invoeren, de ammoniakuitstoot met 40 tot 50 procent zou verminderen. Dat was wel een optimistische inschatting, waarschuwden de onderzoekers.

Smeets van het PBL wijst ook naar dit rapport. „Deze studie komt op 40 tot 50 procent reductie, als alles perfect werkt. Dan zit je nog niet op 80 procent reductie, die volgens ons rapport nodig is”, zegt hij. Het kabinet heeft weinig opties om dat gat te dichten, dat kan bijna alleen maar door de veestapel te verkleinen.

Het is, stelt Smeets, ook een optie om de uitstoot in andere sectoren, zoals verkeer of industrie te reduceren. Dan wordt de opdracht van de landbouw wat kleiner. „Ik ben geen politicus, maar ik begrijp wel dat er meer naar de landbouw wordt gekeken”, zegt hij. „Driekwart van de Nederlandse stikstof die in de natuur terechtkomt, komt van de landbouw. Dat is de grootste knop waar je aan kunt draaien. Als je bij de industrie op een effectieve manier wat kunt reduceren, moet je dat zeker doen, maar dat is met 4 procent maar een klein knopje.”

Bovendien daalt de uitstoot van andere bronnen veel harder dan die van de landbouw – die daling gaat gemiddeld anderhalf keer sneller. De uitstoot van stikstofoxiden in de sector ‘mobiliteit’ is in 2035 bijvoorbeeld volgens de projecties 40 procent lager dan nu. Dat heeft met name te maken met de opkomst van elektrische auto’s. Vanaf 2030 worden de normen voor vrachtwagens ook strenger, dan zullen er voornamelijk elektrische vrachtwagens rondrijden, is de verwachting. Ook de stikstofuitstoot van industrie is in 2035 waarschijnlijk met zo’n 30 procent gedaald.


Lees ook

Hoogleraar die Wiersma rekengrens leverde: stikstofuitstoot moet naar beneden

Door strenge regels over de uitstoot van stikstof kan er minder worden gebouwd.