N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Voor het derde jaar op rij zijn de vaccinatiegraden in Amsterdam gedaald. Daardoor neemt de kans op een uitbraak van een besmettelijke ziekte in de hoofdstad toe. Onder baby’s jonger dan twee jaar is de vaccinatiegraad in 2022 onder de 85 procent gezakt. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert een streefpercentage van 95 procent om groepsimmuniteit te waarborgen zodat besmettelijke ziekten zich niet kunnen verspreiden. In Amsterdam raakt dat doel steeds verder uit zicht en dat zorgt voor hoofdbrekens bij wethouder Alexander Scholtes (Publieke Gezondheid, D66), zo schreef hij dinsdag aan de gemeenteraad.
Lees ook: Jongeren halen prik tegen kanker – een ‘kleine moeite’ en ‘het kan geen kwaad’
Uit cijfers van de GGD valt op te maken dat de verschillen tussen verschillende stadsdelen in Amsterdam zijn toegenomen. De gemeente ziet de vaccinatiegraad in Nieuw-West hard achteruitlopen, naar 71 procent. In Noord en Zuid-Oost ligt het percentage gevaccineerde zuigelingen tegen de bof, mazelen en rodehond net onder de 85 procent. Alleen stadsdeel Centrum evenaart met 88 procent het landelijk gemiddelde. Niet alleen onder zuigelingen daalt het aantal gevaccineerden, de trend is ook zichtbaar bij Amsterdamse kleuters, schoolkinderen en adolescenten.
„Ik maak mij daar grote zorgen over”, laat wethouder Scholtes weten. Hij vergelijkt de situatie met wijken in New York en Israël, waar uitbraken van mazelen onder groepen met een lage vaccinatiegraad ontstonden. Volgens de GGD komt het tanende enthousiasme voor inentingen mede door de naweeën van de coronapandemie, waarin het vertrouwen in vaccinaties en overheid in zijn algemeenheid is teruggelopen. Ook in andere steden als Utrecht en Den Haag is de vaccinatiegraad gedaald. In Rotterdam is slechts 65 procent van de kinderen onder de tien jaar ingeënt tegen besmettelijke ziekten.