Donor of niet? Bijna vijf miljoen Nederlanders geven toestemming voor orgaandonatie. Dat schrijft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdag op basis van cijfers van het Donorregister van 1 januari van dit jaar. 4,3 miljoen Nederlanders willen hun organen en weefsels niet doneren, 1,5 miljoen mensen hebben ingevuld dat hun nabestaanden die keuze mogen maken.
Het totaal aantal geregistreerde keuzes van volwassen Nederlanders komt daarmee uit op 10,6 miljoen. Dat is een flinke stijging ten opzichte van 2020, toen de nieuwe donorwet werd ingevoerd. Vanaf dat jaar werden alle volwassen inwoners van Nederland die géén voorkeur hebben doorgegeven automatisch opgenomen in het Donorregister met de registratie ‘geen bezwaar tegen orgaandonatie’. Volgens de oude regels werden mensen die geen keuze maakten niet meegenomen in het Donorregister.
Lees ook
De nieuwe donorwet gaat van kracht: wat verandert er voor u?
De wet had effect: er kwamen ruim een miljoen geregistreerde donoren bij en het aantal mensen dat een keuze liet registreren, steeg met ruim 50 procent. Toch geeft nog niet iedereen een voorkeur door: op 1 januari gold dat voor 3,3 miljoen mensen. Zij staan daardoor automatisch geregistreerd als ‘geen bezwaar’ en zijn potentiële orgaandonoren.
De keuze is overigens op elk moment aan te passen. Tussen 2022 en 2024 veranderden zo’n 75 duizend mensen hun registratie in het Donorregister. Zo wijzigden ruim 20 duizend volwassenen hun keuze van expliciete toestemming naar geen toestemming en kozen 16 duizend mensen die geregistreerd stonden als ‘geen bezwaar tegen orgaandonatie’ voor expliciete toestemming.
Volwassenen met een Marokkaanse herkomst minst vaak donor
Het CBS constateert opvallende verschillen in toestemming voor orgaandonatie tussen groepen Nederlanders met een verschillende herkomst. Dat kan problemen opleveren, omdat de kans om een geschikt orgaan te vinden dat het lichaam niet afstoot groter is als het orgaan gedoneerd is door iemand met dezelfde achtergrond.
In totaal geeft 41 procent van alle Nederlandse volwassenen die een keuze hebben ingevuld in het Donorregister géén toestemming voor orgaandonatie. Dat percentage is 34 procent als het alleen gaat om de volwassenen met een Nederlandse herkomst.
Onder volwassenen met een herkomst buiten Nederland is dat percentage met 64 procent fors hoger. Mensen met een Marokkaanse herkomst zijn het minst bereid om hun organen en weefsels te doneren. 96 procent geeft geen toestemming. Daarna volgen volwassenen met een Turkse (89 procent) en Surinaamse herkomst (bijna 74 procent). Bij volwassenen met een Europese of Indonesische herkomst is het percentage lager, rond de 45 procent.
Het percentage volwassenen van alle herkomstgroepen buiten Nederland dat geen toestemming geeft, is hoger als zij zelf of hun ouders in het buitenland geboren zijn. „Zo geeft 78 procent van de mensen die geboren zijn in Suriname geen toestemming voor orgaandonatie; van degenen die wel in Nederland zijn geboren, maar waarvan beide ouders in Suriname zijn geboren, is dat 76 procent. Als een van beide ouders in Suriname is geboren, en de andere ouder in Nederland, is dit aandeel met 53 procent aanzienlijk lager”, schrijft het CBS.
Lees ook
Een orgaan gedoneerd of ontvangen? Dan mag je niet meer alleen voorlichting geven