Staatssecretaris Van Rij: ‘De echte hervorming van het belastingstelsel is voor mijn opvolger’

Staatssecretaris Van Rij: „Vereenvoudiging klinkt goed, maar ook daarvan heb ik gevraagd: wat wordt ermee bedoeld? Nou ja, dat weet dus niemand. Ik kom in juni met een voorstel. Dan zullen we zien hoe recht de ruggen zijn.”

Interview

Marnix van Rij Staatssecretaris belastingen

Staatssecretaris Marnix van Rij moet de grote problemen bij de Belastingdienst oplossen. Het stelsel vereenvoudigen duurt nog jaren. „Ik begrijp het gevoel dat er geen voortgang is.”

Het énige positieve aan afgelopen weekend, zegt CDA’er Marnix van Rij, was dat Feyenoord van Ajax won. Meer wil de staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst niet zeggen over de onrust die in zijn partij is ontstaan na de daverende nederlaag bij de Provinciale Statenverkiezingen vorige week, en wat de verdere krimp betekent voor de stabiliteit van de coalitie.

Toch heeft de electorale afstraffing een onverwacht voordeel. Het is „niet cynisch bedoeld”, zegt Van Rij tijdens een gesprek op zijn werkkamer, maar bij een verdeelde Eerste Kamer is de kans klein dat de Belastingdienst de komende tijd grote beleidswijzigingen hoeft door te voeren. En die ademruimte kan Van Rij heel goed gebruiken.

De Belastingdienst verkeert in kritieke staat, schetste NRC de afgelopen maanden. Zo kampt de dienst met grootschalig achterstallig onderhoud aan cruciale ict-systemen, waardoor de belastinginning binnen enkele jaren in gevaar dreigt te komen. Het kabinet kan daardoor ook nauwelijks nieuw fiscaal beleid invoeren. Oplossing van die problemen wordt bemoeilijkt door structurele personeelstekorten, waardoor ook de dienstverlening aan burgers vastloopt.

Vijfendertig jaar lang legde de inmiddels 62-jarige Van Rij als belastingadviseur klanten uit hoe zij zich door de vaak ingewikkelde Nederlandse belastingwetgeving moesten worstelen. In deze nieuwe fase van zijn loopbaan moet Van Rij – die als actief CDA’er eerder ook partijvoorzitter, gemeenteraadslid, wethouder en senator was – de Belastingdienst weer op de rails zien te krijgen. Donderdag debatteert hij met de Tweede Kamer over de staat van de dienst.

Marnix Van Rij, zo blijkt tijdens het gesprek met NRC, ziet licht aan het eind van de tunnel. Het zal een paar jaar duren, maar dan is de Belastingdienst echt „klaar voor de 21ste eeuw”.

Is de Belastingdienst door uw voorgangers verwaarloosd?

„Tja, ik kan echt alleen voor mezelf spreken. Ik besteed wel heel veel tijd aan de dienst. Is dat in het verleden gebeurd, toen er ook al grote problemen waren? Ik denk niet in dezelfde mate. Maar ik heb daar geen waardeoordeel over.”

De kern van het probleem, zegt Van Rij, is de jarenlang uitgestelde modernisering van de ict-systemen. „Ict behoort tot de corebusiness van de Belastingdienst. Maar de politiek heeft dat lang niet zo gezien. Je zit natuurlijk in de politiek om grote vergezichten te bedenken en nieuw beleid te maken. Maar zolang je alleen dat doet, kun je de ict niet moderniseren. En dat is juist essentieel.”

Veel politici vinden de uitvoering van beleid niet bijster interessant.

„Dat klopt. Als partijvoorzitter [van 1999 tot 2001] viel mij al op dat politici hun succes afmaten aan hoeveel Kamervragen ze hadden gesteld, hoeveel moties ze hadden ingediend en hoeveel initiatief-wetsvoorstellen ze in het Staatsblad hadden gekregen. De vraag ‘werkt het?’ was minder interessant.”


Lees ook: Al jaren in armoede, door een fout van de overheid

Dat de ict-systemen van levensbelang zijn voor de Belastingdienst, was binnen het kabinet de afgelopen tien jaar blijkbaar niet doorgedrongen. Nu wel?

„Ik zeg het consequent, dus die boodschap is wel aangekomen. Ik krijg er ook steun voor. Daarom hebben we afgelopen jaar ook gezegd dat we de hogere energieprijzen niet via de Belastingdienst konden compenseren.”

U besprak afgelopen zomer al met premier Rutte dat fiscale voorstellen uit het coalitieakkoord niet haalbaar waren. Wisten de onderhandelaars dat tijdens de kabinetsformatie niet?

„Ik ben niet bij die onderhandelingen geweest. Maar in de kern was die informatie bij de Belastingdienst tijdens de formatie bekend. Dat kan niet anders. En ik denk dat de dienst dat ook wel tegen de onderhandelaars gezegd heeft.”

Dan was het bewustzijn over de staat van de Belastingdienst dus toch niet zo goed ontwikkeld?

„Nou, toen nog niet. Het is misschien ook wel een uphill battle die ik voer. Maar ik moet wel eerlijk en realistisch blijven. Er zijn wel meer zaken in het coalitieakkoord waarvan ik denk: oké, wat staat er eigenlijk? Bijvoorbeeld: reëel rendement moet worden belast. Als ik dan vraag: ‘hebben jullie het er goed over gehad wat reëel rendement is?’, dan is het antwoord: nee, helemaal niet.”

In het coalitieakkoord staat ook de ambitie het belastingstelsel te vereenvoudigen. Hoe gaat het daarmee?

„Het klinkt goed, maar ook daarvan heb ik gevraagd: wat wordt ermee bedoeld? Nou ja, dat weet dus niemand. Ik kom in juni met een voorstel. Dan zullen we zien hoe recht de ruggen zijn.”

Er zijn wel meer zaken in het coalitieakkoord waarvan ik denk: oké, wat staat er eigenlijk?

Kunt u daar al iets over zeggen?

„We willen alle fiscale regelingen tegen het licht houden. Als ze niet doelmatig zijn, gaan we kijken of we ze afschaffen of versoberen.”

Dat klinkt meer als een optimalisatie van het huidige ingewikkelde stelsel dan de radicale vereenvoudiging waar veel mensen voor pleiten.

„Dat klopt. Maar het is wel een noodzakelijke eerste stap. De motorrijtuigenbelasting bijvoorbeeld wemelt van de vrijstellingen, halve vrijstellingen en lagere tarieven. Daar wil ik in gaan schrappen. Zo gaan mensen die een camper hebben dan mogelijk meer belasting betalen. Dat gaat niet leuk worden. Maar dat debat ga ik graag aan. Zo is er een hele lijst.”

Vereenvoudiging van de bestaande regelingen is „een grote ambitie”, zegt Van Rij. Die regelingen zijn samen goed voor 140 miljard euro, waar de dienst dit jaar in totaal 366 miljard incasseert. Elke verandering kan rekenen op weerstand.

„Toen ik de fiscale oudedagsreserve wilde schrappen, werd het meteen ingewikkeld. Ondernemers kunnen een deel van hun winst aftrekken en daarmee een oudedagsvoorziening regelen. Maar die voorziening werd te veel gebruikt als manier om belastinguitstel te krijgen.”

Wie vond dat ingewikkeld?

„Nou, dit treft ondernemers in het midden- en kleinbedrijf… dus de partijen die voor ondernemers opkomen. VVD, CDA en de SGP, geloof ik. In ieder debat moet ik dan zeggen: wacht even, dit hadden we afgesproken. En dat is maar één voorbeeld. De afschaffing van de inkomensafhankelijke combinatiekorting werd ook ingewikkeld. Of de BPM-vrijstelling op bestelbusjes. Ik heb een beetje uitdagend tegen de Kamer gezegd: als we dit willen, moeten we wel een rechte rug hebben. Niets is makkelijker dan op het laatste moment zeggen: ik vind deelbelangetje X toch zó belangrijk. Dan schiet het niet op.”

Is schrappen van een aantal fiscale regelingen niet meer symptoombestrijding dan een oplossing van de structurele problemen bij de dienst?

„Ik vind het geen symptoombestrijding. Maar pak je de zaken dan bij de wortel aan? Nee. Dat moet óók gebeuren, het stelsel is nu veel te ingewikkeld. Ik ga op allerlei plekken langs en zie hoe burgers soms in dat web verstrikt raken. Dat is natuurlijk vreselijk. Maar besluiten nemen over grote hervormingen zie ik deze kabinetsperiode niet gebeuren. We gaan wel een aantal scenario’s voor die vereenvoudiging neerleggen als input voor de nieuwe verkiezingsprogramma’s en een volgend kabinet.”

U zegt dus eigenlijk: mijn opvolger moet het belastingstelsel hervormen. Maar dat zeiden uw voorgangers ook.

„Ik begrijp het gevoel dat er geen voortgang is. Maar als we de ict-systemen eenmaal op orde hebben, idealiter op 1 januari 2026, dan zijn die véél flexibeler en kunnen ze dus makkelijker worden aangepast aan nieuw beleid. Dan zou je bij de volgende formatie moeten besluiten hoe het nieuwe stelsel eruit gaat zien en dat ook invoeren. Het argument dat je niet kunt hervormen omdat de ict niet op orde is, heb je dan niet meer.”

Dat systemen voor de omzetbelasting ernstig aan vervanging toe waren, was al in 2014 bekend. De Belastingdienst zou voor 2017 iets nieuws bouwen. Dat lukte niet. Een half jaar geleden besloot u een nieuw systeem te kopen, maar een aanbesteding is nog steeds niet uitgeschreven. Een gletsjer beweegt sneller.

„Laat ik heel rechttoe-rechtaan zijn: ik vind het veel te lang duren. Het toont ook aan dat heel lang de visie is geweest: we doen het allemaal zelf. Nu is het besluit genomen het in de markt te kopen. Duurt het te lang? Het mag wat mij betreft altijd een stuk sneller.”

Keer op keer blijken interne deadlines niet gehaald te worden. De modernisering van de ict-systemen voor loonheffing bleek opeens een jaar vertraagd. Dat hoorde u pas toen het al zover was. Wat zegt dat u?

„Vanaf dag één heb ik hier gezegd: het slechtste nieuws meteen brengen. Wees niet bang, waar u ook in de organisatie zit, om het te melden als iets niet goed gaat of vertraagt. Je moet geen angstcultuur hebben.”

Was die er dan?

„Nou ja… Deze boodschap was wel nodig. Als je te lang beating around the bush doet, is dat niet goed. Daarom moet je zelf ook zaken benoemen, zoals het erkennen van institutioneel racisme. Tegelijk moeten mensen die problemen aankaarten er wel op kunnen vertrouwen dat dit geen persoonlijke consequenties heeft.”

Het zal een paar jaar duren, maar dan is de Belastingdienst echt klaar voor de 21ste eeuw

Zo’n cultuur doorbreken is moeilijk. Hoe ver is de dienst daarmee?

„Zoiets lukt nooit van de ene op de andere dag. Ik heb niet de illusie dat ik in twee jaar de grote cultuurveranderaar ben, maar ik heb wel de ambitie en het vertrouwen dat het kan.”

Is nieuw belastingbeleid eigenlijk nog wel mogelijk, gezien de staat van de Belastingdienst?

„Simpele wijzigingen kunnen zeker nog. Als je vindt dat de vennootschapsbelasting omlaag moet, of vermogens hoger belast, kan dat bijvoorbeeld. Maar grote wetgevingsoperaties kunnen in deze kabinetsperiode echt niet. De hervorming van box 3 is een goed voorbeeld. Op 9 mei debatteert de Kamer erover. Daarna moeten we het eens worden over het wetsvoorstel. Niet alleen binnen de coalitie, er is echt breed draagvlak nodig. Je gaat een nieuw stelsel voor het belasten van vermogens er niet doorheen drukken.”


Lees ook: Ict-problemen bij de Belastingdienst maken kabinetsbeleid onuitvoerbaar

Is invoering op 1 januari 2026 dan wel haalbaar?

„Om heel eerlijk te zijn: als het wetsvoorstel er deze zomer ligt, en we willen ook nog een internetconsultatie doen, en als je daarna anderhalf jaar uittrekt voor het wetgevingstraject, dan wordt het wel heel ingewikkeld om 1 januari 2026 te halen. Want je hebt ook nog anderhalf jaar nodig voor de implementatie.”

Dus wordt het eerder een jaar later?

„Ja, die kans is aanwezig.”

De politieke onrust draait momenteel grotendeels om uw eigen partij. U heeft het over de begroting van 2025, maar hoe kijkt u naar de komende dagen?

„Het eerste jaar van dit kabinet is niet beloond door de kiezers, terwijl iedereen vol aan de bak is gegaan. Toen de oorlog in Oekraïne begon, hebben we ferme besluiten genomen om de inflatie te beteugelen: met de energietoeslag, de verlaging van accijnzen en btw. We hebben ambities geformuleerd over het klimaat en op het stikstofdossier.

„ Het enige wat we misschien even vergeten zijn, is ons af te vragen of we wel een samenhangend verhaal hebben. Kijken we ook een beetje achterom, gaat het volk ook nog mee? Nou, daarin heeft de kiezer ons vorige week een signaal gegeven.”