N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Asielopvang Of de spreidingswet, waar al ruim een jaar over wordt gesproken, het haalt blijft onduidelijk. Staatssecretaris Van der Burg wil geen „boeman” zijn.
Het is vast niet makkelijk om demissionair staatssecretaris Eric van der Burg te zijn (Asiel, VVD). Al een jaar pleit hij binnen en buiten de Tweede Kamer voor invoering van de spreidingswet, die eerlijke spreiding van asielzoekers over alle 340 gemeenten in Nederland mogelijk moet maken. Een wet waar zijn partij inmiddels fel tegenstander van is.
Diezelfde Van der Burg staat ondertussen op de vierde plek van de VVD-kandidatenlijst voor de verkiezingen in november. „Eric van der Burg heeft geen enkel voorbehoud gemaakt op het verkiezingsprogramma van de VVD”, zo reageerde hij woensdag op kritische vragen over zijn ‘dubbele rol’ tijdens de behandeling van de spreidingswet in de Tweede Kamer. Het VVD-programma is klip en klaar: éérst het aantal asielzoekers drastisch terugdringen, dán afspraken maken met gemeenten over „een evenwichtiger spreiding van de asielopvang”.
Van der Burg zit „helemaal niet te wachten op een wet waar ik ook nog eens een keertje de boeman moet zijn”, doelend op de mogelijkheid om gemeenten desnoods tot asielopvang te dwingen. Het liefst had hij gezien dat gemeenten vrijwillig over de brug zouden komen met permanente opvangplekken. „Dat is niet gelukt.”
De spreidingswet werd ruim een jaar geleden door het kabinet-Rutte IV aangekondigd, als reactie op de overbelasting van het aanmeldcentrum in Ter Apel. Daar sliepen honderden mensen buiten, soms in de stromende regen. De opvanglocatie zat vol omdat elders in het land onvoldoende permanente asielplekken beschikbaar waren. Afgelopen vrijdag wendde Van der Burg zich opnieuw tot gemeenten: vanaf het weekend had hij 1.200 opvangplekken nodig, Ter Apel dreigt opnieuw vol te raken.
Niet perfect
De spreidingswet is niet perfect, zeggen belangrijke uitvoerders als de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers. Nagenoeg alle fracties in de Tweede Kamer delen deze observatie. De uitvoeringsorganisaties vinden ook dat de wet noodzakelijk is en lobbyen sinds begin dit jaar voor amendementen, zodat bijvoorbeeld duidelijker wordt hoe de verdeling van asielzoekers precies tot stand komt.
Een linkse meerderheid onder aanvoering van het CDA ontneemt de kiezer de kans zich over deze wet uit te spreken
Ruben Brekelmans VVD-Kamerlid
Begin deze maand besloot een nipte Kamermeerderheid het wetsvoorstel niet controversieel te verklaren, waardoor dit nog vóór de verkiezingen in november kan worden behandeld. De VVD vindt dit „een kwalijke zaak”, aldus asielwoordvoerder Ruben Brekelmans. Op deze manier ontneemt een „bange” en „linkse meerderheid onder aanvoering van het CDA” de kiezer „de kans om zich hierover uit te spreken”. Des te kwalijker vindt hij deze gang van zaken, omdat de wet pas volgend jaar „rond november” effect gaat hebben, mocht deze worden aangenomen door beide Kamers.
Met name het CDA probeert zoveel mogelijk weg te blijven van een politiek debat over asiel en migratie. „Stop met selectief gelijk halen”, zei CDA-Kamerlid Bart van den Brink tegen de ChristenUnie en de VVD. Het afgelopen jaar schaarde hij zich weliswaar achter de VVD-lijn (eerst minder asielzoekers, dan eerlijke spreiding), nu laat hij deze koppeling los. Van den Brink vindt dat de VVD „te makkelijk” denkt over inperking van het aantal mensen dat in Nederland asiel aanvraagt. Volgens hem duurt het lang voor maatregelen die dat beogen effect hebben. „De chaos in de opvang is wat de VVD betreft dus nog twee jaar gaande.”
Maar ideologische discussies over asiel en migratie worden meermaals uitgelokt door rechtse partijen als PVV, JA21, Forum voor Democratie en Groep Van Haga. Die keren zich tegen de wet omdat ze „uitholling van de lokale democratie” vrezen en sowieso tegen de komst en opvang van asielzoekers en vluchtelingen zijn. Kamerlid Gidi Markuszower van de PVV kondigde zelfs een ‘filibuster’ van zes uur aan, in de hoop dat Van der Burg zich zou bedenken en zijn wetsvoorstel zou terugtrekken. Markuszower sprak uiteindelijk twee uur lang.
Lees ook: EU-ministers bereiken akkoord over aanscherping asielbeleid
Amendementen
Wellicht is er nog een mogelijkheid waarmee steun kan worden gewonnen. Een belangrijk amendement, ingediend door het CDA, kan op de steun van tien fracties (goed voor 85 zetels) rekenen. Dat moet ervoor zorgen dat gemeenten meer tijd krijgen om vrijwillig met opvangplekken te komen, waardoor dwang door de minister van Justitie en Veiligheid richting gemeenten en provincies zoveel mogelijk wordt uitgesteld.
De BBB steunt dat amendement, maar daarmee is niet gezegd dat deze partij – in de Eerste Kamer goed voor 16 doorslaggevende zetels – „dan meteen voor de hele wet” is.
BBB-fractievoorzitter Caroline van der Plas zegt duurzame opvang nodig te vinden, en vindt het „heel logisch als elke gemeente een eerlijk aandeel neemt”. Ze is erop gebrand dat grotere gemeenten meer opnemen dan dorpjes, en dat „enkel gespreid kan worden op basis van inwoneraantallen”. Ook wil ze dat er maximaal 15.000 asielzoekers inclusief nareizende gezinsleden per jaar worden opgevangen.
De rest moet bij de EU worden „afgekocht”, zodra de nieuwe Europese asielregels van kracht worden. „Het afkopen van een vluchteling klinkt hard, want dan lijkt het net alsof het goederen zijn, maar ik kan er niks aan doen… zo wordt het nou eenmaal gesteld.” Vorig jaar kwamen ruim 46.000 asielzoekers naar Nederland, voor dit jaar wordt een vergelijkbaar aantal verwacht.
Dinsdag stemt de Kamer over het wetsvoorstel en negentien amendementen. Als de wet het haalt in de Tweede Kamer, dan staat demissionair staatssecretaris Van der Burg voor de laatste slag: de senaat. Wat daar gebeurt, is ongewis. Een overwegend rechtse meerderheid, aangevoerd door BBB, kan alsnog besluiten tot controversieelverklaring van de wet, of die verwerpen.