Staatscommissie Demografie: beperken migratie nodig om welvaart te behouden

Nederland moet actief beleid gaan voeren voor een „gematigde bevolkingsgroei” tot maximaal 19 tot 20 miljoen inwoners in 2050 om brede welvaart” te behouden. Noodzakelijk is dat politiek en bestuur meerjarige afspraken maken over beperking van de migratie, met meer selectie van bijvoorbeeld kennismigranten voor de economie.

Dit adviseert de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 in een rapport dat maandag is verschenen. Deze onafhankelijke commissie onder leiding van Richard van Zwol, staatsraad bij de Raad van State, is ingesteld om te onderzoeken wat gevolgen van bevolkingsontwikkeling kunnen zijn en wat voor beleid de regering het best kan voeren.

De Staatscommissie vergelijkt zo’n overheidsprogramma tot 2050 met de Deltawerken of het Nationaal Programma Rotterdam Zuid. Om de vier jaar zou er een „Staat van de Demografie” opgesteld moeten worden om zicht te houden op de bevolkingsontwikkeling door de tijd. In landen als Denemarken en Frankrijk worden – naast het regeerakkoord – al langjarige afspraken over migratie gemaakt.

Saillant moment

Door de val van het kabinet-Rutte IV verschijnt het rapport op een saillant moment: PVV, NSC, BBB en VVD onderhandelen over een nieuw, rechts kabinet, waarbij beperking van migratie op tafel ligt. De asielopvang in Ter Apel loopt over en de Eerste Kamer behandelt begin deze week ook de ‘spreidingswet’ die moet helpen de asielopvang beter te verdelen over gemeenten.

Volgens een prognose van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) groeit het inwonertal van 17,9 miljoen nu naar 19,7 miljoen in 2050 – wat overeenkomt met het groeiadvies van de Staatscommissie. Maar de kans is „reëel aanwezig” dat de bevolkingsgroei harder en sneller gaat, zegt Van Zwol in een interview met NRC. De langjarige prognoses van het CBS blijken achteraf vaak te laag, en de migratie zal de komende jaren stijgen, denkt de Staatscommissie.

Bij een sterke bevolkingsgroei – tot het hoogste scenario van 22,8 miljoen inwoners in 2050 – zal er „schaarste, hinder en ergernis” zijn, beschrijft de Staatscommissie. De sociale ongelijkheid zal groeien, wat het vertrouwen in de rechtsstaat kan schaden. Grotere verschillen kunnen ook de solidariteit in de samenleving aantasten, wat het fundament is voor het sociale zekerheidsstelsel.


Lees ook
het interview met de voorzitter van de staatscommissie:‘Nederland is al een van de kleinste en drukste landen, we kunnen zo niet doorgaan’

In het hoogste scenario dat de Staatscommissie heeft onderzocht, gaat het om 22,8 miljoen inwoners in 2050: vijf miljoen mensen erbij, in slechts 25 jaar tijd.

Beperkte ruimte

Een sterke bevolkingsgroei zal ook meer beslag leggen op de beperkte ruimte in Nederland, volgens de Staatscommissie. Na Malta is Nederland het dichtstbevolkte land in de Europese Unie: het gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer was vorig jaar 529, in 1995 nog 455. Qua dichtheid in bewoonde gebieden zit Nederland weliswaar rond het EU-gemiddelde, maar Nederland is klein en relatief verstedelijkt, wat de bevolkingsdichtheid opstuwt.

De Staatscommissie zegt dat Nederland als klein en druk land binnen de EU moet pleiten voor een uitzonderingspositie bij het opvangen van asielzoekers. Zo’n aanpassing van het vrije verkeer van personen wordt urgenter als de EU in de toekomst zou uitbreiden met nieuwe landen, zoals Oekraïne, zegt Van Zwol.

In alle demografische scenario’s zal Nederland diverser worden; migratie is al jaren de enige motor achter de bevolkingsgroei. Bij een gematigde groei met gematigde migratie zal het aantal Nederlanders met een migratie-achtergrond in 2050 vrijwel gelijk blijven op 26 procent. Bij een snelle, hoge groei kan dat aandeel oplopen tot 45 procent van de bevolking.

Sinds de eeuwwisseling bestond de grootste groep uit gezinsmigratie (33 procent) zoals onder meer gezinshereniging, gevolgd door arbeidsmigratie (25 procent), studiemigratie (15 procent) en asielmigratie (12 procent). De politiek zou bandbreedtes voor het migratiesaldo van deze verschillende groepen moeten vaststellen, volgens de Staatscommissie.

Nederland moet zich verder beter voorbereiden op de ‘dubbele vergrijzing’: er komen meer ouderen, en meer 80-plussers. Meer ouderen betekent een groter beroep op de zorg, terwijl die sector zal blijven kampen met personeelstekorten. Ook komt de betaalbaarheid van de zorg onder druk te staan, omdat de beroepsbevolking de komende jaren zal stagneren.

De nadelige gevolgen van de vergrijzing kunnen niet worden voorkomen door meer migratie of meer geboorten, volgens Van Zwol. Meer geboorten dragen de komende twintig jaar niet bij aan een groei van de beroepsbevolking. Meer migranten toelaten betekent uiteindelijk meer vergrijzing op lange termijn. Gerichte arbeidsmigratie kan de economische gevolgen hooguit wat verzachten.

Andere ‘bouwcultuur’

De bevolkingsontwikkeling vraagt om een andere, flexibele „bouwcultuur” richting 2050, volgens de Staatscommissie. Wegens de vergrijzing zijn er meer gelijkvloerse appartementen nodig, en woningen met zorg en winkels in de buurt. Maar na tien, vijftien jaar zal de vergrijzing stagneren of licht afnemen als de babyboom-generatie uitsterft, en zal de woningvraag weer veranderen.


Lees ook
‘Ondanks alle grote plannen dreigt Nederland ‘krakend tot stilstand’ te komen

Bouwproject in Delft langs de A13, tussen groen en water.

Wanneer het aantal alleenstaande ouderen weer afneemt, zal ook de totale vraag naar eenpersoonshuishoudens (geraamd op 3,2 tot 4,5 miljoen in 2050) afvlakken. Voor de woningbouw kan dit „verregaande consequenties” hebben, volgens de Staatscommissie. De productie moet eerst sterk opgeschaald worden naar een decennium van 100.000 woningen per jaar. Daarna volgen twee decennia waarin slechts 25.000 woningen per jaar opgeleverd te hoeven.

De Staatscommissie, met dertien leden uit verschillende werkvelden, onderzocht in totaal zes bevolkingsscenario’s van het CBS, van krimp tot sterke groei. Er zijn werkbezoeken afgelegd, en gesprekken gevoerd met diverse groepen onder wie jongeren.

Uit representatieve peilingen die de Staatscommissie liet doen, bleek dat het overgrote deel van de deelnemers (87 procent) niet voor verdere bevolkingsgroei is. De thema’s waarover mensen zich het meest zorgen maken rond bevolkingsdruk zijn wonen, maatschappelijke spanningen en ruimte voor natuurgebieden.