Staat openbaart app-gesprek in zaak over ‘mondkapjesdeal’. ‘Nu echt rond’, appte Van Lienden, ‘Nooit meer geldzorgen!’

Ze willen best praten over een schikking, de drie mannen die „gillend rijk” zijn geworden van de zogenoemde mondkapjesdeal in 2020. Maar dan moet daarmee niet alleen de civiele zaak worden afgedaan die tegen hen is aangespannen door de Staat der Nederlanden en de Stichting Hulptroepen Alliantie (SHA), die zich allebei door hen benadeeld voelen. De drie willen dan in één moeite door de verzekering krijgen dat de Belastingdienst zijn vorderingen opgeeft én dat het Openbaar Ministerie de strafzaak laat vallen waarin de mannen op 19 december moeten voorkomen op verdenking van oplichting, verduistering, valsheid in geschrifte en witwassen. We willen niet een deal sluiten met de hond, en daarna door de kat worden gebeten, zei een van de drie oud-bestuurders van de SHA woensdag in de rechtbank.

Met de belofte van verdere onderhandelingen – waarbij de landsadvocaat meteen duidelijk maakte dat de staat als civiele partij niet de bevoegdheid heeft om op de stoel van het Openbaar Ministerie plaats te nemen – eindigde een scherp getoonzette zitting. De landsadvocaat stelde dat de drie toenmalige bestuurders van SHA – Sywert van Lienden, Bernd Damme en Camille van Gestel – bedrog hebben gepleegd door zich voor te doen als betrokken burgers, die zonder winstoogmerk en alleen voor het algemeen belang tijdens de coronacrisis mondkapjes importeerde. Zij verborgen hun winstbejag „actief onder de non-profit mantel van Hulptroepen Alliantie”.

Zakendoen ‘for money’

De raadslieden van de staat en van het huidige stichtingsbestuur en de medewerkers voerden aan dat de drie, met ‘boegbeeld’ Van Lienden voorop, bleven uitdragen dat zij „om niet” en op „non-profit basis” mondkapjes importeerden. In feite hadden ze een commercieel bedrijf opgericht dat uiteindelijk de overeenkomst tekende waarmee ze onder de hoede van het door de overheid ingestelde Landelijk Consortium Hulpgoederen voor 100 miljoen euro 40 miljoen kapjes verkochten aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). „Nu echt rond”, appte Van Lienden na het tekenen van die overeenkomst aan zijn partner. „Nooit meer geldzorgen!”

Deze en andere appjes van de gedaagden werden woensdag door de landsadvocaat als nieuwe informatie aan de rechtbank gepresenteerd. Al begin april 2020 waren ze van plan „for money” zaken te doen met de overheid, zo blijkt daar onder meer uit. Terwijl ze op 18 april pas het finale voorstel deden om niet uit naam van Stichting Hulptroepen Alliantie de overeenkomst aan te gaan, maar als het commerciële bedrijf Relief Goods Alliance. Daarmee maakten zij „schromelijk misbruik” van de stichting, aldus de landsadvocaat.

In hun verweer stelden de raadslieden van de drie voormalige zakenpartners dat de deal voor een stichting te veel financiële risico’s met zich meebracht en dat het ministerie niet zelf mondkapjes wilde importeren. Bovendien voeren zij aan dat het ministerie van VWS wel degelijk op de hoogte was van het feit dat het zaken deed met een partij die winst zou kunnen maken. De hoogte van die winst was uiteindelijk zo groot, dat de staat en de stichting nu ruim 29 miljoen euro eisen. „Wij moeten kapot worden gemaakt”, zei Van Gestel in een emotioneel slotwoord.

Als de partijen niet onderling tot een minnelijke schikking komen, dan wijst de rechtbank vonnis op 5 februari.