‘We beginnen met de warming-up”, zegt Elisa Deijkers. „Honderd keer links-rechts stoten, honderd keer uppercut, honderd keer trappen.” Zeven deelnemers aan de kickboksles beginnen op een bokszak te rammen. Het is de eerste keer deze ramadan dat de les voor vrouwen bij Monstergym in het Amsterdamse Osdorp doorgaat. Tijdens de eerste week van de ramadan was er te weinig animo.
„Ik vond dat eigenlijk niet heel erg”, zegt trainer Deijkers. „Ik vast zelf ook, dus kon ik vorige week wennen aan het nieuwe ritme.” Maar vanavond zijn de vrouwen er weer, al is het een kleiner clubje dan normaal. Sporten tijdens de vastenmaand, wanneer moslims van zonsopgang tot -ondergang niet eten of drinken, is niet makkelijk.
De vrouwen sporten in een afgeschermd gedeelte van de sportschool. Achter de zwarte schermen hebben ze privacy en kunnen vrouwen hun hoofddoek eventueel af doen tijdens het sporten. Gedurende de ramadan zijn de openingstijden verruimd tot 1 uur ’s nachts. Er hangt een groene slinger met de woorden ‘ramadan kareem’ (een gezegende ramadan). Ook mannen zijn deze avond aan het trainen. Het geluid van bokshandschoenen die ergens tegenaan stoten is de hele tijd hoorbaar.
Ramazan Tas deelt enkele stoten uit tegen de kussens die zijn trainer Andaman Daku om zijn handen heeft. Beiden vasten en hebben geen enkele moeite om te blijven sporten, vertellen ze. Sterker nog, je krijgt er energie van, zegt Daku. Tas: „Allah geeft je power.” Hij traint soms overdag, soms ’s avonds na het eten en past zijn schema nergens op aan. Dat is een uitzondering, de meeste mensen houden wel rekening met een lager energieniveau tijdens de vastenmaand.
Personal trainer Omar Hassan ziet de ramadan als de ideale maand om af te vallen. Hij heeft een speciale work-out ontwikkeld voor zijn lessen en trainingen tijdens de vastenmaand bij Immersive Studio’s in Rijswijk, vertelt hij aan de telefoon. Hij raadt aan om vlak voor het eten te sporten. „Lekker de laatste energie eruit knallen en daarna aanvullen met de juiste voeding. Je leert zo je lichaam gas geven én net over je limiet heen te gaan. Terwijl je denkt dat je eronder zit”, zegt hij. „Knallen, een dadel eten en alhamdoulillah. (Alle lof zij aan Allah, red.)” Moslims verbreken het vasten over het algemeen met een dadel.
Makkelijk is het niet, sporten tijdens de ramadan zegt hij. Het is wat hem betreft ook niet de bedoeling om heel zwaar te gaan trainen. „Zie het als een onderhoudsmaand. Je moet niet te hard voor jezelf zijn. Als je normaal honderd kilo bankdrukken doet, doe dan nu zeventig kilo. Maar voeg wat extra herhalingen toe. Het vasten is bijna onmenselijk, verwacht dan niet dat je ook nog vol gas in de gym kan gaan.”
Elisa Deijkers houdt daar ook tijdens haar kickbokstrainingen rekening mee. „Ik zie nu dat ook de meest fanatieke meid het wat lastiger heeft”, zegt ze na een paar oefeningen. „Dat betekent dat het niveau te hoog is, dus ik ga de rest van de les daarop aanpassen.” Waar ze bij een volgende ronde normaal een minuut lang oefeningen moeten doen, wordt dat nu 40 seconden. En er volgen minder herhalingen.
Halve marathon
Afgelopen weekend liep Rotterdammer Abdelillah Ayad de halve marathon, tijdens de CPC Loop in Den Haag. „Het ging verrassend genoeg heel goed”, zegt hij aan de telefoon. De veertiger sport al sinds zijn twaalfde. „Ik ben tijdens de ramadan nooit gestopt met sporten. Op een gegeven moment went je lichaam eraan. Ik weet wat mijn lichaam aankan en luister naar de signalen. Ik zou zelfs een hele marathon kunnen lopen.”
Abdelillah Ayad liep de halve marathon: „Mijn broers en zussen verklaren me voor gek”
Ayad bereidt zich goed voor. „Ik werd extra vroeg wakker voor het gebed en om te eten. Ik at extra koolhydraten, zodat mijn lichaam het kon volhouden. Het voordeel was ook dat de loop dit jaar in de ochtend begon. Dan heb je nog wat energie.”
Alsof het al niet een prestatie was om tijdens de vastenmaand te rennen, liep Ayad ook nog een persoonlijk record: 1 uur, 27 minuten en 5 seconden. Na afloop had hij zeker dorst, lacht hij. „Toen het etenstijd was heb ik eerst een dadeltje gegeten en daarna gelijk water. De dag erna heb ik een klein rondje gelopen om te kijken hoe de benen voelden. En dat ging goed.”
Mensen in zijn omgeving vinden het maar niets, zegt hij. „Mijn moeder maakt zich altijd zorgen of het wel verstandig is. Mijn broers en zussen verklaren me voor gek.”
Foto Dieuwertje Bravenboer
Soepje en een loempia
Yasmina Aitali laat zich na de kickboksles op de grond zakken, met een mandarijntje in haar hand. „Lekkerste mandarijn ooit”, verzucht ze. Het was haar eerste sportles deze ramadan. „Dus het was wennen. Maar wel lekker.” Normaal sport ze drie tot vier keer per week, nu redt ze dat niet. „Je hebt toch andere prioriteiten, je gaat ’s avonds bijvoorbeeld bidden.” Ze vindt het wel belangrijk om te blijven sporten. Belangrijkste doel? Afvallen.
Tegenover haar is ook Ahlam Mezouari met een mandarijn aan het bijkomen van de les. „Ik had van tevoren niet veel gegeten. Een soepje en een loempia.” Aitali lacht: „Dan kun je nu naar huis om de andere loempia’s te eten.” Ook Mezouari blijft sporten omdat ze graag wil afvallen. „En het is ook wel lekker om na een lange dag alle frustratie er op een zak uit te boksen.”
Deijkers vraagt ondertussen aan de deelnemers wanneer ze de volgende les willen. Donderdag of vrijdag? Terwijl de vrouwen een voor een afscheid nemen en naar huis gaan, worden er afspraken gemaakt om binnenkort met zijn allen samen te eten tijdens een iftar, de maaltijd waarmee het vasten gebroken wordt. Deijkers zwaait de deelnemers uit: „Ik ben echt trots op jullie.”
Lees ook
Schoolexamens tijdens ramadan: hoe kan je vasten en toch je toetsen halen?
„Hé Bas, die rotonde-elementen, kan daar een vrachtwagen overheen?”
Bas van der Veer geeft een rondleiding door het grondstoffendepot van de gemeente Utrecht, als een bezoeker zijn oog laat vallen op de grote betonnen platen die in de halfopen loods op elkaar staan gestapeld. „Laten we daar straks over verder praten!”, roept hij enthousiast terug.
Als grondstoffenmakelaar houdt Van der Veer bij welk materiaal bij het dinsdag geopende depot op industrieterrein Lage Weide binnenkomt en er weer uitgaat. Hij weet waar elke oude straatklinker, prullenbak of speeltoestel ooit in de gemeente heeft gestaan of gelegen. Hij wijst naar een stapel leistenen: „Zijn hier fans van FC Utrecht? Deze tegels trokken supporters vorig jaar bij de rellen uit de grond, waarop de gemeente ze bij het stadion heeft weggehaald. Ze zijn erg duur, dus we kunnen een hoop geld besparen”.
Tot een jaar of tien geleden was het voor de gemeente gebruikelijk om bij de herinrichting van een straat of park alles te vervangen door nieuw materiaal. De aannemer kreeg het oude materiaal mee en mocht ermee doen wat hij wilde. Nu is hergebruik de norm, zegt de Utrechtse wethouder Susanne Schilderman (Circulaire Economie, D66). Maar omdat er tussen de aanleg van de ene straat en de andere veel tijd kan zitten, had de gemeente een terrein nodig voor tijdelijke opslag.
Utrecht is daarin niet uniek. Een groeiend aantal gemeenten opent soortgelijke depots, waar (bouw)materialen uit de openbare ruimte worden opgeslagen om opnieuw ingezet te worden. Zo beschikt Haarlem sinds vorig najaar over een ‘grondstoffenhub’, heeft Apeldoorn een ‘circulaire werf’ en kan Almere na de zomer een terrein van zo’n 5.000 vierkante meter gaan inrichten, laat een woordvoerder weten.
De ontwikkeling hangt samen met de kabinetsdoelstelling om de Nederlandse economie in 2050 volledig circulair te maken, waarin alle reststoffen van afval en bouwmaterialen worden hergebruikt. In 2030 moet dat al 50 procent zijn, maar het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) meldde eind februari dat de doelen juist steeds verder uit zicht raken. Sterker nog, het grondstoffengebruik is na de coronacrisis toe- in plaats van afgenomen.
Foto Merlin Daleman
Kosten besparen
Ook de komst van extra locaties voor recycling en opslag, zoals in Utrecht, staat landelijk onder druk. „Voor een nieuw depot of een papierafslag moet een terrein vallen in een ‘hoge milieucategorie’, omdat ze overlast kunnen veroorzaken voor de omgeving”, legt Schilderman uit. Uit onderzoek in opdracht van werkgeversorganisatie VNO-NCW bleek eind 2023 dat een aantal gemeenten in het midden van het land juist besluit om die categorie af te schalen. Vaak is woningbouw de reden: als in de nabijheid een woonwijk verrijst, mogen de nieuwe bewoners geen last krijgen van industrieel lawaai of indringende geuren.
„Tegelijk moet zo’n opslag niet te ver buiten de stad liggen, want dan is weer veel transport nodig”, zegt Schilderman. Het eisenpakket maakt dat een gemeente als Leiden al jaren tevergeefs zoekt naar een locatie, waardoor het nog niet lukt om al het materiaal uit de openbare ruimte opnieuw te gebruiken. In Utrecht kreeg grondstoffenmakelaar Bas van der Veer naar eigen zeggen „grijze haren” van de zoektocht, en kon hij het bijna niet geloven toen de locatie in Lage Weide uiteindelijk beschikbaar kwam. Het depot ligt direct aan het Amsterdam-Rijnkanaal, waardoor zelfs vervoer van materialen over water mogelijk is.
De gemeente kocht het terrein in 2023 voor 20,3 miljoen euro aan. Volgens Schilderman ligt er een „goede business case”. Jaarlijks besteedt de gemeente gemiddeld zo’n 150 miljoen euro aan nieuwe grondstoffen voor de openbare ruimte, die samen goed zijn voor een file van vrachtwagens van de Domstad tot aan Barcelona. „Slecht voor de planeet, maar ook voor de portemonnee”, aldus de wethouder.
Of een depot daadwerkelijk geld bespaart, is volgens directeur Matthijs Haveman van het Utrechtse wegenbouwbedrijf D. Van der Steen overigens nog maar de vraag. De afgelopen jaren werkte het bedrijf aan de herinrichting van de Utrechtse binnenstad. „Vanuit bezuinigingsoogpunt moet je niet altijd aan hergebruik doen”, zegt Haveman. „Economisch is een nieuwe tegel bijvoorbeeld goedkoper. Het kost misschien 50 cent om zo’n tegel te maken, en je hebt in dat geval geen kosten voor een tussenopslaglocatie of transport van en naar die plek.”
Maar, benadrukt Haveman, duurzamer is het depot zeker. „Een nieuwe tegel heeft weer nieuw cement nodig. De betonindustrie is een van de meest vervuilende sectoren ter wereld. Ook moeten grondstoffen verscheept worden, wat extra bijdraagt aan de klimaatimpact. Ik denk dat 70 tot 80 procent van een betegelde straat opnieuw gebruikt kan worden.”
Foto’s Merlin Daleman
Geopolitieke ontwikkelingen
Volgens Schilderman kan hergebruik wél financieel uit als je ook de langere afschrijvingstermijn van het materiaal meeneemt. „In de praktijk kan een steen echt wel langer mee dan dertig of vijftig jaar.” Ze noemt nog een voordeel: door hergebruik is Nederland voor materialen minder afhankelijk van de wereldwijde toeleveringsketen, die door geopolitieke ontwikkelingen ernstig verstoord kan raken.
Niet elk Utrechts project in de openbare ruimte zal meteen volledig bestaan uit hergebruikt materiaal, erkent ze. Soms spelen andere belangen, zoals de nieuwbouwwijk die „goed moet staan in de brochure” en waar geen mengelmoes van oude stenen bij past, of herinrichtingen van de stad waar al jaren aan gewerkt wordt en waar afwijken van plannen niet mogelijk is.
In de toekomst hoopt grondstoffenmakelaar Van der Veer dat ontwikkelaars en architecten al voor hun ontwerp klaar is komen rondsnuffelen in het depot. „Misschien zien ze in een steen of balk weer een nieuwe toepassing”, zegt hij. „Want waarom zou je iets nieuw kopen, als je het oude nog kan gebruiken?”
Achter de bordjes met ‘Winkeldieven betalen € 181’, die bij duizenden winkels in Nederland te zien zijn, schuilt een opmerkelijk verhaal over de Nationale Politie. Het is een verhaal waarin de politie privacywetten schendt, waarschuwingen daarover negeert en oud-agenten bevoordeelt. Woensdag voegde de rechtbank Den Haag hier een nieuw hoofdstuk aan toe door de Nationale Politie te veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding van 208.000 euro.
„Het is geweldig dat ik in het gelijk gesteld ben”, zegt directeur Rogier Bakker van Overlastregistratie Nederland, nu een jarenlange strijd tegen de politie definitief in zijn voordeel is beslecht. Nadat de Nationale Ombudsman het handelen van de politie als „onredelijk” en „niet behoorlijk” kwalificeerde en de rechtbank in een tussenvonnis onrechtmatig handelen van de politie vaststelde, heeft de rechter nu vastgesteld hoeveel dat handelen de Nationale Politie – en dus de belastingbetaler – kost.
Toch is Bakker woensdagochtend niet opgetogen. Hij was de afgelopen jaren dag en nacht bezig met de rechtszaak. „Gezien de tijd, het geld en de spanning die het mij opleverde voelt het ook als een pyrusoverwinning.”
Hoe kun je als politie nou meewerken aan een stichting die ermee instemt dat op grote schaal de wet wordt overtreden?
Voor Bakker begint het verhaal ruim tien jaar geleden. Hij is dan voorzitter van de ondernemersfederatie van de Haagse binnenstad waar een project loopt tegen winkeldieven, vertelt hij in een gesprek in aanloop naar de uitspraak.
181 euro
Los van de strafrechtelijke aanpak door politie en justitie, kunnen dieven door winkeleigenaars ook civielrechtelijk worden aangepakt. Naast het opleggen van een winkelverbod, kunnen zij de kosten van een diefstal bij de dader in rekening te brengen.
De schade die een dief moet vergoeden bestaat onder meer uit de tijd die de ondernemer kwijt is aan de administratieve afhandeling en de observatie van de winkeldief. Voor deze ‘civiele aansprakelijkstelling’ hanteren winkels een standaard bedrag dat met bordjes als ‘Winkeldieven betalen € 181’ kenbaar wordt gemaakt.
Bakker komt als voorzitter van de ondernemersfederatie met de civiele aansprakelijkstelling in aanraking. „Het ging er enorm omslachtig aan toe”, memoreert hij. Na iemand betrapt te hebben, moest het personeel de winkeldief meenemen en met de hand een lijvig formulier invullen. „Ik dacht: ‘ik moet een app bouwen om dat proces voor ondernemers te vereenvoudigen’.” Overlastregistratie Nederland wordt geboren en richt zich als juridisch dienstverlener op de afhandeling van winkeldiefstallen.
Vrijwel alle winkels besteden het verhalen van de 181 euro op de winkeldief uit aan zo’n gespecialiseerde organisatie. Als Bakker in 2015 de markt betreedt zijn er twee anderen actief: Detailhandel Nederland en de Service Organisatie Directe Aansprakelijkstelling (SODA).
De laatste is grondlegger van de aanpak en met afstand de grootste. Het bedrijf wordt in 2006 opgericht door politieman Arie Jan van Os, die als agent zag „dat criminelen ongestraft wegkwamen en benadeelden met de schade achterbleven”, leert de ontstaansgeschiedenis.
Met Overlastregistratie Nederland krijgt SODA er een geduchte concurrent bij. „Ik wist mooie klanten binnen te halen zoals Dirk, Action, Zara, Dekamarkt, Vomar en Sligro”, vertelt Bakker. „Maar in 2016 begon ik plots klanten te verliezen aan SODA. Dat vond ik raar, mijn klanten waren tevreden maar toch gingen ze weg.”
De reden, zo ontdekt Bakker: de politie is de gegevens van alle gearresteerde winkeldieven van alle winkels in Nederland direct aan SODA gaan verstrekken. Onder het mom van een ‘pilot’ krijgt het bedrijf bijna drie jaar lang toegang tot de persoons- en adresgegevens van alle winkeldieven in Nederland. Naast die van de eigen klanten zitten daar dus ook winkeldieven tussen van klanten van Overlastregistratie Nederland, Detailhandel Nederland en van winkeliers die überhaupt nog geen juridisch dienstverlener in de arm hebben genomen.
Lees ook
Aanpak van winkeldieven stokt door gebrekkige medewerking van de politie
De klantenstroom van Overlastregistratie Nederland droogt op. Bakker, die een vast bedrag per aansprakelijkheidsstelling vraagt, moet geregeld maanden op gegevens wachten. Dit terwijl SODA, dat op basis van no cure no pay werkt, ze vrijwel direct ontvangt. Omdat SODA ook gegevens krijgt aangeleverd van bedrijven die nog geen klant zijn, zit het bedrijf ook op acquisitievlak gebakken. „Ik kon niet geloven wat er gebeurde”, vertelt Bakker. „Op zo’n manier persoonsgegevens verstrekken mag vanuit privacy-oogpunt helemaal niet.”
Klanten werven
Wettelijk mag de politie gegevens van een dader verstrekken aan de benadeelde van een strafbaar feit; die kan zo zijn schade verhalen. Daarvoor moeten die benadeelden, of hun juridisch dienstverleners, een schriftelijk verzoek bij de politie indienen.
Maar met de in 2016 gestarte ‘pilot Geautomatiseerde Verstrekking Winkeldiefstallen’ gaan alle winkeldiefstalgegevens direct naar SODA. Die automatische levering valt onder een project dat een jaar onder de vlag van het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing – een publiek-privaat samenwerkingsverband van onder meer politie en bedrijfsleven – liep.
Uit documenten die onderdeel uitmaken van de rechtszaak tussen Overlastregistratie en de politie en die NRC inzag, blijkt dat de politie tijdens dat project klanten onder winkeliers werft voor SODA. Wijkagenten werken als ‘ambassadeur’ voor het bedrijf en moeten winkeliers bekend maken met de civiele aansprakelijkstelling en hen op het voordeel van een afhandeling via SODA wijzen.
De start van de pilot in 2016 luidt voor Bakker een jarenlang, slepend proces in. Hij dient een klacht in bij de politie en wijst erop dat de automatische levering van de persoonsgegevens van alle winkeldieven in Nederland een schending van privacywetgeving is en per direct moet worden gestaakt.
Hoofd van de eenheid Noord-Holland, die de landelijke portefeuille winkeldiefstal onder haar hoede heeft grijpt niet in
Bij de politie stuit hij echter op een muur. Hoofd van de eenheid Noord-Holland Liesbeth Huyzer, die de landelijke portefeuille winkeldiefstal onder haar hoede heeft en in 2017 toetreedt tot de landelijke korpsleiding, grijpt niet in.
Huyzer en een naaste medewerker, de landelijk coördinator ketensamenwerking, fiatteren de praktijk omdat zij een rol spelen bij de in 2012 opgerichte toezichthouder: de Stichting Directe Aansprakelijkstelling Aan Daders (DAAD). Die stichting, waar alleen SODA bij is aangesloten, heeft als doel dieven civiel aansprakelijk te laten stellen en het bewaken van de juridische kaders waarbinnen dat gebeurt. In de Raad van Toezicht, die geen probleem ziet in de automatische gegevensverstrekking, zit de coördinator ketensamenwerking van de politie. Huyzer zelf is volgens de stichting ‘meelezend lid’ van de Raad van Toezicht; daardoor wordt ze niet bij de Kamer van Koophandel geregistreerd.
Privacy-experts van de politie weten niet wat ze zien. „De politie was toeleverancier van alle winkeldiefstallen in heel Nederland naar een bedrijf en zat in de Raad van Toezicht die moest controleren of de gegevensverstrekking wel binnen de juiste juridische kaders plaatsvond”, zegt Mario Benschop, gepensioneerd privacyfunctionaris en hoofd coördinator van de privacydesk van de eenheid Noord-Holland.
Hij schrikt als hij de klacht van Bakker in 2017 onder ogen krijgt. „Hoe kun je als politie nou meewerken aan een stichting die ermee instemt dat op grote schaal de wet wordt overtreden?”
Benschop vindt het illustratief voor de lage prioriteit die bij de Nationale Politie aan privacy wordt gegeven. Intern, zegt Benschop, slaat hij alarm als hij de gang van zaken ontdekt. Los van het feit dat het niet is toegestaan om dadergegevens van winkels te verstrekken die niet eens bij SODA klant zijn, wijst Benschop erop dat de automatische lijsten vol fouten zitten.
Gegevensbeheer is niet waar de politie het allerbeste in is
„Gegevensbeheer is niet waar de politie het allerbeste in is”, zegt Benschop. In het incidentregistratiesysteem van de politie, waar hij tien jaar functioneel beheerder van was, slopen in zijn tijd geregeld fouten omdat agenten alles handmatig en soms gehaast invoeren. Toevoegingen zoals ‘B’ bij een adres invoeren kon niet en dat zorgde voor problemen als meerdere winkels achter hetzelfde huisnummer schuilgingen. Benschop: „Als het gegevensbeheer zo slecht is, kun je dus zeker niet automatisch lijsten uitgeven.”
Volgens de oud-agent wordt pas eind 2018, anderhalf jaar nadat hij intern aan de bel trekt en de problemen ook toenmalig politiechef Erik Akerboom bereiken, met de onwettige automatisch verstrekking gestopt.
‘Belangenverstrengeling’
Bakker stapt ook naar de Nationale Ombudsman. Die bemiddelt tevergeefs tussen de politie en Overlastregistratie Nederland en Detailhandel Nederland (dat eind 2020 wordt opgeheven) en start vervolgens een onderzoek. Daarvoor spreekt de Ombudsman met vijf politiemedewerkers, onder wie Benschop. Zij wijzen de ombudsman op de nauwe verwevenheid tussen de politie en SODA, zo blijkt uit het onderzoeksrapport waarin de politiemedewerkers geanonimiseerd worden opgevoerd.
Ze vertellen de Ombudsman onder meer dat Niels van Os, zoon van oprichter Arie Jan, jarenlang voor zowel de politie als voor SODA werkte en tijdens het politiewerk reclame voor het bedrijf van zijn vader maakte bij politiecollega’s. Nadat deze „vermeende belangenverstrengeling” werd gemeld, moest Van Os voor een werkgever kiezen. Het werd SODA. Vorig jaar volgde hij zijn vader op als directeur.
Ombudsman Reinier van Zutphen constateert uiteindelijk in 2022 dat SODA „een stevige marktpositie heeft kunnen creëren” dankzij de volledige gegevenslevering door de politie, de dubbelrol van Niels van Os en de trage houding van de politie bij de aanpassing van de privacyschendende werkwijze. Het eindoordeel van de Ombudsman luidt dat de politie zich „niet behoorlijk” heeft gedragen en zich jegens Overlastregistratie Nederland „onredelijk” heeft opgesteld.
En hoewel er geen klacht over is ingediend constateert de Ombudsman dat er bij de verstrekking van winkeldiefgegevens veel fout gaat. Zo ontvangt Overlastregistratie Nederland gegevens van winkeldieven van SODA en andersom. Politiemedewerkers vertellen de Ombudsman dat de foutmarge 20 procent bedraagt – wat de politie ontkent. De Ombudsman concludeert dat „het zeer aannemelijk is dat de politie haar informatiehuishouding niet op orde heeft” en niet secuur omgaat met gevoelige informatie waardoor „privacyrechten van burgers in het geding kunnen komen”.
Machtige overheid
Na het rapport van de Ombudsman vraagt Bakker de politie om vergoeding van zijn gederfde omzet, die volgens hem in de miljoenen loopt. Omdat de politie niet meer dan 25.000 euro wil vergoeden, stapt hij naar de rechter. Woensdag stelde de rechtbank vast dat Bakker recht heeft op 173.408 euro schadevergoeding en zo’n 34.000 euro vergoeding van andere kosten.
Bakker houdt er vanwege onder meer zijn forse advocatenkosten onder de streep vrijwel niets aan over, vertelt hij. „Dit is heel teleurstellend. Het geeft voor mij aan dat je als burger tegen de machtige overheid niks in de pap te brokkelen hebt.”
De ondernemer, nog steeds actief met Overlastregistratie Nederland, hoopt dat de politie zich door de uitspraak laat aansporen de gegevens van winkeldieven eindelijk correct te verstrekken.
In januari onthulden NRC en de NOS dat die gegevensverstrekking sinds 2024 nagenoeg stil is komen te staan. Iedere individuele politie-eenheid is verantwoordelijk gemaakt voor de verstrekking en die eenheden leven hun plicht daartoe nauwelijks na. Het gevolg is dat tienduizenden winkeldieven nu ‘vrijuit’ gaan. In een reactie stelde de politie toen dat wordt gewerkt aan een ‘nieuw landelijk uniform proces’. Bakker is sceptisch. „Dat wordt al jaren gezegd. Vooralsnog is de winkeldief de lachende derde.”
‘We beginnen met de warming-up”, zegt Elisa Deijkers. „Honderd keer links-rechts stoten, honderd keer uppercut, honderd keer trappen.” Zeven deelnemers aan de kickboksles beginnen op een bokszak te rammen. Het is de eerste keer deze ramadan dat de les voor vrouwen bij Monstergym in het Amsterdamse Osdorp doorgaat. Tijdens de eerste week van de ramadan was er te weinig animo.
„Ik vond dat eigenlijk niet heel erg”, zegt trainer Deijkers. „Ik vast zelf ook, dus kon ik vorige week wennen aan het nieuwe ritme.” Maar vanavond zijn de vrouwen er weer, al is het een kleiner clubje dan normaal. Sporten tijdens de vastenmaand, wanneer moslims van zonsopgang tot -ondergang niet eten of drinken, is niet makkelijk.
De vrouwen sporten in een afgeschermd gedeelte van de sportschool. Achter de zwarte schermen hebben ze privacy en kunnen vrouwen hun hoofddoek eventueel af doen tijdens het sporten. Gedurende de ramadan zijn de openingstijden verruimd tot 1 uur ’s nachts. Er hangt een groene slinger met de woorden ‘ramadan kareem’ (een gezegende ramadan). Ook mannen zijn deze avond aan het trainen. Het geluid van bokshandschoenen die ergens tegenaan stoten is de hele tijd hoorbaar.
Ramazan Tas deelt enkele stoten uit tegen de kussens die zijn trainer Andaman Daku om zijn handen heeft. Beiden vasten en hebben geen enkele moeite om te blijven sporten, vertellen ze. Sterker nog, je krijgt er energie van, zegt Daku. Tas: „Allah geeft je power.” Hij traint soms overdag, soms ’s avonds na het eten en past zijn schema nergens op aan. Dat is een uitzondering, de meeste mensen houden wel rekening met een lager energieniveau tijdens de vastenmaand.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Versiering ‘ramadan kareem’ (een gezegende ramadan) in de sportschool Monstergym in het Amsterdamse Osdorp.
Foto Dieuwertje Bravenboer
” data-figure-id=”0″ data-variant=”row”><img alt data-description="Versiering ‘ramadan kareem’ (een gezegende ramadan) in de sportschool Monstergym in het Amsterdamse Osdorp.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Trainer Andaman Daku (rechts) vast ook tijdens de ramadan, en zegt geen enkele moeite te hebben om te blijven sporten.
Foto Dieuwertje Bravenboer
” data-figure-id=”1″ data-variant=”row”><img alt data-description="Trainer Andaman Daku (rechts) vast ook tijdens de ramadan, en zegt geen enkele moeite te hebben om te blijven sporten.
Personal trainer Omar Hassan ziet de ramadan als de ideale maand om af te vallen. Hij heeft een speciale work-out ontwikkeld voor zijn lessen en trainingen tijdens de vastenmaand bij Immersive Studio’s in Rijswijk, vertelt hij aan de telefoon. Hij raadt aan om vlak voor het eten te sporten. „Lekker de laatste energie eruit knallen en daarna aanvullen met de juiste voeding. Je leert zo je lichaam gas geven én net over je limiet heen te gaan. Terwijl je denkt dat je eronder zit”, zegt hij. „Knallen, een dadel eten en alhamdoulillah. (Alle lof zij aan Allah, red.)” Moslims verbreken het vasten over het algemeen met een dadel.
Makkelijk is het niet, sporten tijdens de ramadan zegt hij. Het is wat hem betreft ook niet de bedoeling om heel zwaar te gaan trainen. „Zie het als een onderhoudsmaand. Je moet niet te hard voor jezelf zijn. Als je normaal honderd kilo bankdrukken doet, doe dan nu zeventig kilo. Maar voeg wat extra herhalingen toe. Het vasten is bijna onmenselijk, verwacht dan niet dat je ook nog vol gas in de gym kan gaan.”
Elisa Deijkers houdt daar ook tijdens haar kickbokstrainingen rekening mee. „Ik zie nu dat ook de meest fanatieke meid het wat lastiger heeft”, zegt ze na een paar oefeningen. „Dat betekent dat het niveau te hoog is, dus ik ga de rest van de les daarop aanpassen.” Waar ze bij een volgende ronde normaal een minuut lang oefeningen moeten doen, wordt dat nu 40 seconden. En er volgen minder herhalingen.
Halve marathon
Afgelopen weekend liep Rotterdammer Abdelillah Ayad de halve marathon, tijdens de CPC Loop in Den Haag. „Het ging verrassend genoeg heel goed”, zegt hij aan de telefoon. De veertiger sport al sinds zijn twaalfde. „Ik ben tijdens de ramadan nooit gestopt met sporten. Op een gegeven moment went je lichaam eraan. Ik weet wat mijn lichaam aankan en luister naar de signalen. Ik zou zelfs een hele marathon kunnen lopen.”
Abdelillah Ayad liep de halve marathon: „Mijn broers en zussen verklaren me voor gek”
Ayad bereidt zich goed voor. „Ik werd extra vroeg wakker voor het gebed en om te eten. Ik at extra koolhydraten, zodat mijn lichaam het kon volhouden. Het voordeel was ook dat de loop dit jaar in de ochtend begon. Dan heb je nog wat energie.”
Alsof het al niet een prestatie was om tijdens de vastenmaand te rennen, liep Ayad ook nog een persoonlijk record: 1 uur, 27 minuten en 5 seconden. Na afloop had hij zeker dorst, lacht hij. „Toen het etenstijd was heb ik eerst een dadeltje gegeten en daarna gelijk water. De dag erna heb ik een klein rondje gelopen om te kijken hoe de benen voelden. En dat ging goed.”
Mensen in zijn omgeving vinden het maar niets, zegt hij. „Mijn moeder maakt zich altijd zorgen of het wel verstandig is. Mijn broers en zussen verklaren me voor gek.”
Foto Dieuwertje Bravenboer
Soepje en een loempia
Yasmina Aitali laat zich na de kickboksles op de grond zakken, met een mandarijntje in haar hand. „Lekkerste mandarijn ooit”, verzucht ze. Het was haar eerste sportles deze ramadan. „Dus het was wennen. Maar wel lekker.” Normaal sport ze drie tot vier keer per week, nu redt ze dat niet. „Je hebt toch andere prioriteiten, je gaat ’s avonds bijvoorbeeld bidden.” Ze vindt het wel belangrijk om te blijven sporten. Belangrijkste doel? Afvallen.
Tegenover haar is ook Ahlam Mezouari met een mandarijn aan het bijkomen van de les. „Ik had van tevoren niet veel gegeten. Een soepje en een loempia.” Aitali lacht: „Dan kun je nu naar huis om de andere loempia’s te eten.” Ook Mezouari blijft sporten omdat ze graag wil afvallen. „En het is ook wel lekker om na een lange dag alle frustratie er op een zak uit te boksen.”
Deijkers vraagt ondertussen aan de deelnemers wanneer ze de volgende les willen. Donderdag of vrijdag? Terwijl de vrouwen een voor een afscheid nemen en naar huis gaan, worden er afspraken gemaakt om binnenkort met zijn allen samen te eten tijdens een iftar, de maaltijd waarmee het vasten gebroken wordt. Deijkers zwaait de deelnemers uit: „Ik ben echt trots op jullie.”
Lees ook
Schoolexamens tijdens ramadan: hoe kan je vasten en toch je toetsen halen?