N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Gasbeurs De AFM doet onderzoek naar mogelijke manipulatie van de Amsterdamse gasbeurs. Toch betekent dat niet dat de marktplaats niet naar behoren functioneert, zegt bestuurslid Van Beusekom.
Uit Zuid-Europa klonk de kritiek de laatste weken steeds luider. Leg de Nederlandse gasbeurs aan banden, want het wemelt er van de speculanten die de gasprijs in Europa onnodig zouden opjagen. Met alle gevolgen van dien voor burgers en bedrijven. Er zou zelfs gemanipuleerd worden – een handelspraktijk die bij wet verboden is. De Europese Commissie toonde zich dermate bezorgd over de heftige prijsstijgingen op de beurs dat ze vergaande maatregelen aankondigde om die te dempen, waaronder een tijdelijk prijsplafond.
Voor de belangrijkste toezichthouder op de Amsterdamse gasbeurs, de Autoriteit Financiële Markten (AFM), waren het pijnlijke aantijgingen. De AFM moet ervoor zorgen dat de marktplaats ordentelijk functioneert. In een interview reageert bestuurslid Hanzo van Beusekom – verantwoordelijk voor het toezicht op de financiële markten, waaronder ook de zogeheten Title Transfer Facility (TTF) beurs – op de kritiek. Een belangrijk deel daarvan vindt hij onterecht. Van Beusekom zegt open te staan voor enkele maatregelen die de Commissie voorstelt, maar waarschuwt dat andere juist averechts kunnen werken.
Lees ook: AFM onderzoekt mogelijk marktmisbruik op Amsterdamse gasbeurs
Van Beusekom benadrukt dat hij de ‘pijn’ van Zuid-Europese landen begrijpt, en dat hij daar niets „aan af wil doen”. Maar de markt functioneert volgens hem over het algemeen goed. De extreme prijsstijgingen zijn „fundamenteel” het gevolg van schaarste, zegt hij, en dus van een markt die werkt. „Het Russische aanbod viel weg en dan stijgt de prijs. Nu daalt die weer, omdat we alternatieven gevonden hebben. Precies zoals je als toezichthouder hoopt dat een markt werkt. Maar er zijn partijen die dat niet altijd willen begrijpen. Omdat ze soms andere belangen hebben.”
Hoe zit het met die speculanten?
„Die zijn er. Maar zij horen in mijn ogen bij een goed functionerende markt. Zij dragen risico’s die andere marktpartijen niet willen dragen. Daarmee zorgen zij ervoor dat de markt altijd liquide is: dat er altijd veel gehandeld wordt. Waren ze er niet, dan zou de markt een stuk minder liquide zijn. En de prijzen zeker hoger. Wat in de volksmond speculanten worden genoemd, zien wij vooral als financiële partijen die markten helpen efficiënt te houden.”
Wat als ‘normale’ prijsschommelingen ernstig worden versterkt door buitensporige speculatie?
„Dat kan in theorie gebeuren, als handelaren bijvoorbeeld met algoritmes werken die elkaar versterken. Maar andere algoritmes kunnen weer profiteren van dit effect. Ook daar is dus sprake van marktwerking. Bovendien is het vaak secondewerk, of minuten. Dat is te kort om door te werken in de prijzen voor eindgebruikers. Consumenten hebben er geen last van. Wij zien geen signalen van buitensporige speculatie.”
Het ministerie van Economische Zaken zegt dat de volatiliteit op de beurs groter is dan wenselijk.
„Wij zien: de markt werkt. Niet feilloos, niet foutloos. Maar hij functioneert redelijk goed. Er waren wel een paar dagen de afgelopen maanden waarop het wild was. Maar meestal gaat het toch om schommelingen van maximaal een euro of tien per dag. Dat is niet veel in deze markt.”
Als je een prijsplafond instelt, gaan aanbieders van gas naar een andere beurs buiten Europa. Dan vergroot je de schaarste juist
U bent tegen het prijsplafond voor gas dat de Europese Commissie wil invoeren?
„Zo’n maatregel gaat de prijs niet naar beneden krijgen. Dat doe je door het aanbod te vergroten of de vraag te verkleinen. Dit is het verkeerde middel. Als je een prijsplafond instelt, gaan aanbieders van gas misschien naar een andere beurs, buiten Europa, omdat de prijzen daar beter zijn. Dan vergroot je de schaarste.
„We zijn voor het idee om nog eens goed naar zogeheten circuit breakers te kijken. Die moet je zien als een soort stop in een stoppenkast die doorslaat als er ineens te veel stroom doorheen gaat. Als de prijs in korte tijd heel scherp stijgt, kun je de beurshandel hiermee tijdelijk stilleggen. Heel kort, een paar seconden maar. Dat geeft beleggers de tijd zich even te bezinnen. Zulke circuit breakers zijn er al. We praten nu met de beursexploitanten over hoe scherp ze afgesteld moeten worden. In Europees verband wordt gekeken hoe ze beter op elkaar aan te sluiten. Als je ze te scherp afstelt, kunnen ze de marktwerking overigens verstoren.”
Wordt er gemanipuleerd op de markt?
„Handelaren en beursplatformen moeten verdachte of afwijkende transacties verplicht bij ons melden. En onze eigen zelf ontwikkelde algoritmes speuren ook naar ongebruikelijke patronen. Het afgelopen jaar heeft dat geleid tot een stuk of vijftien zogeheten STOR-meldingen (suspicious transaction and order report). Na zo’n melding beginnen we een vooronderzoek. Is hier inderdaad iets gebeurd wat niet mag? Het kan ook een normale transactie blijken. Loos alarm.
„Als we wel iets denken te zien, begint de volgende fase. Dan komen er meer experts bij, onderzoekers en juristen ook. Zij gaan verder onderzoeken en kijken wat er eventueel moet gebeuren: een boete opleggen, of een ‘normoverdragend’ gesprek voeren met de betrokken partij, bij relatief kleinere vergrijpen. Dan waarschuwen we: ‘Dit willen we nooit meer zien.’ Als we echt iets groots zien, treden we harder op. De ogen van heel Europa zijn op deze markt gericht.
„Een aantal van die STOR-meldingen is nu in vooronderzoek, sommige zijn alweer gesloten. Op basis van de signalen die ik nu heb, heb ik niet de indruk dat er sprake is van marktmisbruik op grote schaal. Maar de afwezigheid van bewijs betekent niet dat bewezen is dat er niks aan de hand is. Het kan zijn dat de AFM over drie maanden iets anders moet concluderen. Die onderzoeken kosten tijd.”
Vijftien meldingen klinkt niet als veel.
„Dat aantal is beperkt. Op de aandelenmarkt hebben we er dit jaar al vier- tot vijfhonderd binnen gekregen. Voor ons is dit een prikkel om meer druk te zetten op marktpartijen en beursexploitanten om betere surveillance te doen. Het kan niet dat er zo weinig STORs binnenkomen. Onze eigen data-analyse is daarbij heel belangrijk. Zien wij dingen die zij niet zien, dan zeggen we: volgende keer moeten jullie dit wel zien, anders volgen bijvoorbeeld boetes.”
Wat als jullie algoritmes zaken missen? Je bent afhankelijk van de kracht van je algoritme. Uit de witwasaffaire bij ING bleek dat algoritmes zo afgesteld waren dat die een beperkt aantal meldingen deden, omdat het anders te veel werk werd.
„Als marktpartijen dingen zien die wij niet zien, passen we onze algoritmes aan. We updaten ze voortdurend. Algoritmekennis wordt uitgewisseld tussen toezichthouders. Als algoritmes een tijdje niets naar boven halen, nemen we ze onder de loep: zijn ze nog wel nodig? Moeten er betere komen?”
Met hoeveel mensen surveilleren jullie?
„De afdeling is niet belachelijk groot. Er werken zo’n vijftien mensen, marktexperts en data-analisten. Maar: als er alarmbellen afgaan, komen er snel meer bij. Meer onderzoekers. De afdeling handhaving. Juridische zaken. Toezichthouders die specifiek belast zijn met de controle van bepaalde ondernemingen. Alles bij elkaar zijn het er dan zo 120 of 130 voor de gehele kapitaalmarkt. Het blijft spannend. De definitie van toezicht is: je moet hele belangrijke risico’s met weinig mensen en middelen in de gaten houden.”
Waarom zijn de Zuid-Europese landen zo ontstemd?
„Het is pijnlijk als je als Zuid-Europees land een contract hebt getekend dat sterk bepaald wordt door de TTF-prijs, en de TTF ineens flink gaat stijgen. Zeker als zij ook alternatief, goedkoper gas kunnen krijgen, via bijvoorbeeld leveranciers van vloeibaar gas. Maar ja, je hebt nu eenmaal TTF afgesproken. Ik vind het goed als er een alternatieve referentieprijs komt die dat probleem voor Zuid-Europese landen oplost. Dat is een legitiem punt. Maar roepen dat de TTF wordt gemanipuleerd en dat Nederlanders daar stinkend rijk van worden, is eigenaardig.”
Concluderend: u bent best positief over hoe de marktplaats werkt. Tegelijkertijd is er in Nederland steeds meer kritiek op marktwerking in essentiële voorzieningen. Ziet u gas als nutsproduct?
„Als je de hele boel wilt nationaliseren, dat kan. Maar dat moet je niet aan mij vragen als toezichthouder. Dat is een politieke vraag. Gegeven het feit dat we het zo georganiseerd hebben, zie ik als toezichthouder: de markt werkt adequaat.”
We hebben ook geen marktplaats voor leidingwater.
„Dat klopt. Er zitten voor- en nadelen aan een markt. Als je marktkrachten onprettig vindt, moet je iets anders kiezen.”