Spanje is favoriet in ‘vroege finale’ tegen Duitsland

‘Das vorgezogene Endspiel’ wordt de wedstrijd genoemd in Duitse media. De vervroegde finale dus. Ook al is het duel tussen Duitsland en Spanje deze vrijdagavond in Stuttgart slechts de kwartfinale, halverwege het EK gelden Die Mannchaft en La Roja als de beste teams van het toernooi, een lezing die Spanje-trainer Luis de la Fuente deze week min of meer onderschreef.

Hoogmoed? De cijfers bevestigen dat Duitsland en Spanje voorlopig boven de concurrentie uitsteken. Qua resultaten – Duitsland won drie keer en speelde een keer gelijk, Spanje won al zijn wedstrijden – maar ook wat betreft doelpunten (respectievelijk tien om negen) en passnauwkeurigheid (92,3 procent om 91 procent). Alleen wat betreft doelpogingen nestelde Portugal (74) zich tussen het team van Julian Nagelsmann (71) en dat van De la Fuente (84).


Lees ook

Het speelschema van de knock-outfase van het EK voetbal

Doelpunt van Oostenrijk in de groepswedstrijd tegen Nederland.

De klasse van beide ploegen voelt twee weken na de start van het EK zo vanzelfsprekend dat je bijna zou vergeten dat Spanje noch Duitsland vooraf tot de topfavorieten werd gerekend. Bookmakers dichtten Frankrijk en Engeland grotere kansen toe. Niet zo vreemd, afgaande op recente prestaties tijdens eindtoernooien. Kortst geleden: het WK in Qatar, waar Duitsland niet door de groep kwam, terwijl het voor Spanje direct na de poulefase misging (tegen Marokko, na strafschoppen). Het was ook de laatste keer dat ze tegen elkaar speelden, een intense wedstrijd die eindigde in 1-1.

Oud, wit en man

Sindsdien is er veel gebeurd. De Duitse voetbalbond greep de vroegtijdige uitschakeling, een herhaling van de afgang vier jaar eerder in Rusland, aan om de sportieve noodtoestand af te kondigen. Coach Hansi Flick mocht aanblijven, maar een ‘taskforce’ van voetbalnotabelen als Karl-Heinz Rummenigge, Oliver Kahn en Rudi Völler werd in het leven geroepen om het nationale elftal uit het slop te trekken. Het initiatief wekte vooral verbazing en kritiek – „oud, wit en man”, schreef Der Spiegel , daar viel niets revolutionairs van te verwachten.

Het weekblad kreeg gelijk. Nog geen jaar na de oprichting werd de expertgroep alweer ontbonden, onverrichterzake. Intussen was Flick alsnog de wacht aangezegd na een beschamende nederlaag tegen Japan (1-4). Met zijn opvolger Nagelsmann kwam de verandering, zij het niet meteen.

De huidige Duitse selectie, met maar twaalf spelers die er ook bij waren in Qatar, is deels het gevolg van een slechte serie wedstrijden die culmineerde in een pijnlijk oefenduel tegen het Oostenrijk van zijn leermeester Ralf Rangnick (0-2). Hierop besloot Nagelsmann in te grijpen. Ervaren krachten als Leon Goretzka, Mats Hummels en Niklas Süle vielen buiten de ploeg, ten faveure van onder anderen nieuweling Nico Schlotterbeck, Robert Andrich én Toni Kroos. Op verzoek van Nagelsmann maakte de 34-jarige middenvelder van Real Madrid dit voorjaar na drie jaar afwezigheid zijn rentree, waarna het plotseling begon te lopen bij Duitsland.

Zo diep als de crisis was bij Die Mannschaft, is die bij het Spaanse elftal nooit geweest. Maar ook Spanje is een wezenlijk ander team geworden sinds de nederlaag tegen Marokko, waarin het 77 procent balbezit had en desondanks tot slechts één schot op doel kwam. Het beroemde combinatiespel (‘tiki-taka’) waarmee Spanje jarenlang had gedomineerd, was zonder zijn voornaamste beoefenaars Xavi en Iniesta verworden tot een dogma dat het Spaanse voetbal verlamde, schreef El País. Coach Luís Enrique moest plaats maken voor Luis de la Fuente, die beloofde een directere speelstijl in te slijpen.

Aanvankelijk overheerste scepsis. De la Fuente (63) had nauwelijks ervaring op het hoogste niveau. Toen hij zijn tweede wedstrijd als bondscoach verloor van Schotland (0-2), werd hij in de Spaanse media afgeserveerd als een trainer zonder plan, iemand die misschien al vóór het EK vervangen zou worden. Ook zijn weigering om de opgeleefde oud-internationals Sergio Ramos en Isco op te roepen kwam hem op kritiek te staan.

Maar de prestaties verbeterden snel. Spanje kwalificeerde zich eenvoudig voor het EK en won vorig jaar de Nations League. Bovendien heeft De la Fuente Spanje aan een modernere, meer dynamische speelstijl geholpen, zonder het verfijnde positiespel op te geven. Spanje heeft minder de bal, maar creëert veel méér kansen dan onder Luis Enrique. In het eerste groepsduel tegen Kroatië (3-0) had Spanje voor het eerst sinds 2008 minder balbezit dan de tegenstander (47 procent). „Een bevrijding”, noemde El País het einde van tiki-taka.

Real Sociedad

Zo lijken spelers de komst van De la Fuente, die als coach van Spaanse jeugdelftallen met een groot deel van de selectie heeft gewerkt, ook te ervaren. Het Spaanse elftal was voorheen nogal eens verdeeld tussen een kliek uit Barcelona en een uit Madrid, vertegenwoordigd door dominante types als Gérard Piqué en Ramos. De huidige selectie is veel gevarieerder samengesteld, met de grootste afvaardiging van Real Sociedad. Tegelijkertijd ontbreken bepalende ego’s, zei middenvelder Pedri op een persconferentie voorafgaand aan het EK.

„Het grote verschil met andere nationale selecties is dat wij een team zonder leider zijn”, zei Pedri. „Onze kracht is onze teamgeest, we zijn als een familie, op en buiten het veld.”

Twee exponenten van het ‘nieuwe Spanje’ zijn de avontuurlijke, jonge buitenspelers Lamine Yamal (16, FC Barcelona) en Nico Williams (21, Athletic Bilbao). Na de groepswedstrijd tegen Italië (1-0) vertelde uitblinker Williams tegenover The Guardian hoezeer hij genoot van het spel onder De la Fuente. „Hij geeft me de vrijheid tegenstanders op te zoeken, terwijl het bij Luis Enrique allemaal draaide om combinaties. Wanneer ik dribbel, voelt het als toen ik een kind was en voetbalde in het park.”

Wie is favoriet vrijdagavond? Spanje, op basis van resultaten uit het recente verleden. De laatste overwinning voor Duitsland in een onderling duel dateert uit 1988, toen Rudi Völler nog basisspeler was. De Duitse middenvelder Joshua Kimmich reageerde laconiek toen een journalist hem daarmee confronteerde. „Misschien moeten we Völler maar opstellen dan.”