‘Soms krijgt een medewerker buikpijn van een situatie’

Maarten Camps vindt dat werkgevers flexibeler moeten zijn om de personeelstekorten aan te pakken. „Ze moeten veel meer kijken naar wat werknemers kunnen, in plaats van naar of ze een diploma hebben.”

Interview

Maarten Camps voorzitter UWV

Na jaren lijkt de wachttijd voor een medische keuring bij het UWV te stabiliseren, zegt voorzitter Maarten Camps. Hij probeert er een andere manier van werken door te voeren. „Soms zitten wetten en regels een oplossing in de weg.”

Oplopende wachtlijsten voor medische keuringen bij langdurig zieken, mensen die maanden moeten wachten op duidelijkheid over hun uitkering: de afgelopen jaren was dat het verhaal van uitkeringsinstantie UWV. Door een groeiend tekort aan verzekeringsartsen, die beoordelen of iemand nog kan werken of helemaal arbeidsongeschikt is, lukte het niet meer om aanvragen te toetsen binnen de wettelijke termijn van acht weken.

Ook in 2022 liep het aantal wachtenden voor regelingen als de WIA en Wajong verder op, van 13.000 naar 18.100. Deze groep mensen verkeert in grote onzekerheid over hun toekomst: hebben ze recht op een uitkering? En zo ja, hoe hoog wordt deze?

Maar de lengte van de wachtlijst stabiliseert, zegt UWV-bestuursvoorzitter Maarten Camps. In de laatste maanden van het jaar werd de wachtlijst niet meer langer, al is het voor een jubelstemming nog te vroeg. De stabilisatie kwam onder meer door een veranderde manier van werken, stelt Camps. Door op inmiddels 42 locaties met multidisciplinaire teams van onder meer arbeidsdeskundigen en sociaal-medisch verpleegkundigen te werken, wordt verzekeringsartsen werk uit handen genomen en kunnen ze meer beoordelingen doen. „We willen toe naar 130 van dit soort locaties.”

Wat ook hielp, was dat minister Karien van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, CDA) per oktober toestond de WIA-beoordeling van zestigplussers te vereenvoudigen, zodat de arts hen niet meer hoefde te zien. Een tijdelijke maatregel, die vooralsnog geldt tot het einde van het jaar.

Op die maatregel was kritiek: zestigplussers die misschien nog wel deels aan het werk zouden kunnen, zouden hierdoor te snel afgeschreven kunnen worden. Is dat een risico?

„Dat zou kunnen, maar het is niet de indruk die we nu hebben. We monitoren nauwgezet of er nu andere patronen uit de beoordeling komen dan in de oude situatie en sturen bij als dat nodig is. We hopen dat deze maatregel door wordt getrokken naar volgend jaar, maar dat is aan de minister.”

Wat Camps wel merkt, is dat de voorrang die aan eerste medische beoordelingen gegeven wordt gevolgen heeft voor de herbeoordelingen van mensen die al een uitkering hebben. Die zijn „op het tweede plan” gezet, zodat de groep die in de grootste onzekerheid verkeert zo snel mogelijk duidelijkheid krijgt.

Gaat dat ten koste van de groep die wacht op een herbeoordeling?

„Dat gaat ergens ten koste van, dat kan niet anders. Het kan betekenen dat mensen langer moeten wachten op duidelijkheid over het vervolg van hun uitkering. Of dat sommige mensen [door het lange wachten] minder gemotiveerd zijn om weer aan het werk te gaan. Dat is allemaal niet positief, dus wij willen ook met de herbeoordelingen aan de slag. Maar we kunnen geen dingen doen waar we de capaciteit niet voor hebben.”

Om de capaciteit te verhogen, probeert het UWV nieuwe artsen aan te trekken. Daarbij loopt de organisatie aan tegen de krapte op de arbeidsmarkt en de onbekendheid van het vak onder jonge artsen in opleiding, die vaak de voorkeur geven aan bijvoorbeeld werk in een ziekenhuis. Hoewel in 2022 90 nieuwe verzekeringsartsen werden aangenomen, daalde het aantal beschikbare fte voor de reguliere taken van 595 naar 531. Dat komt vooral doordat de verzekeringsartsen die al bij UWV werkten meer tijd nodig hebben om de vele nieuwkomers op te leiden. Ook vertrokken 56 artsen vanwege ontslagname of pensionering.

Het roept de vraag op wanneer de capaciteit wél genoeg zal zijn. Zeker nu minister Van Gennip eerder deze maand in een Kamerbrief de hoop uitte de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers in 2025 rond te hebben, al zal het dan nog even duren voordat deze in werking treedt. Hierdoor komen er in theorie tot bijna een miljoen nu nog onverzekerde zelfstandigen bij die bij langdurige ziekte gekeurd zouden moeten worden.

Vorig jaar zei u in een interview met deze krant dat eerst de achterstand moet worden weggewerkt, voordat nieuwe Haagse plannen doorgang kunnen vinden. Is die ruimte er nu wel?

„Nou nee, nu niet. Dat heeft de minister ook erkend. Wij moeten eerst de achterstanden oplossen, pas dan kunnen we ook echt van start met die arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers.”

Wanneer denkt u dat dit kan?

„Ergens dit decennium. Ik zou bijna zeggen: hoe sneller, hoe beter. Dat zou betekenen dat wij die achterstanden hebben ingelopen.”

In de tussentijd heeft het UWV de terugvordering gestaakt van uitgekeerde voorschotten aan mensen die lang moesten wachten op een medische beoordeling, ook al hadden zij er achteraf soms geen of minder recht op een uitkering. Dit moet voorkomen dat zij plotseling voor een grote schuld staan die zij niet kunnen dragen. Het is wat Camps de „maatwerkgedachte” noemt, die binnen de hele organisatie moet gaan leven. Het UWV wil meteen een oplossing zoeken als mensen om wat voor reden dan ook door de bureaucratie verzwolgen dreigen te raken.

Het afgelopen jaar belandden 260 casussen bij jullie ‘maatwerkplaats’. Wat wordt hier precies gedaan?

„We zien dat veel besluiten die we nemen strak gekaderd zijn in de wet. Maar soms zitten regels, wetgeving of interne processen een oplossing juist in de weg. Bijvoorbeeld als iemand net te laat was met de aanvraag voor een uitkering, en dan maar helemaal geen uitkering meer krijgt. Je kunt je afvragen: was dat nou de bedoeling?

„We willen binnen de hele organisatie meer maatwerk leveren. Soms krijgt een medewerker professionele buikpijn van een situatie. Dan voelt de medewerker dat de uitkomst niet rechtvaardig is. Die medewerker heeft dan de ruimte om het zelf op te lossen of de casus aan te leveren bij de maatwerkplaats, waar alle partijen aan tafel zitten om een oplossing te vinden – in de geest van de wet. Als blijkt dat meer casussen te herleiden zijn tot bepaalde wetgeving of processen, dan proberen we die te veranderen.”

In het jaarverslag staat dat er de afgelopen jaar vijftig knelpunten zijn ontdekt die nog niet bekend waren. Kunt u hier een voorbeeld van geven?

Na een korte bedenktijd: „Het gaat vaak om technische, soms hele kleine dingen, die voor mensen hele grote consequenties kunnen hebben. Bijvoorbeeld een bepaalde bepaling die om een goede reden in een wetsartikel is geïntroduceerd, maar in de praktijk toch niet helemaal zo uitwerkt en misschien juist tegenwerkt. De belangrijkste punten benoemen we in onze jaarlijkse knelpuntenbrief aan de minister.

„Een goed voorbeeld is dat we zijn gestopt met het terugvorderen van voorschotten aan mensen die wachten op een medische beoordeling voor hun WIA-uitkering, nadat we ontdekten dat hierdoor problemen ontstonden. We zijn gewend om altijd geld terug te vorderen als iemand te veel geld heeft gekregen, dat staat in de wet. Maar het is onze fout dat we door te lange wachttijden een voorschot moesten verlenen. Dat geld kan al weg zijn, en dan kom jij in de schulden als wij het terugvorderen. Toen we twee jaar geleden zagen dat dit een probleem was, is het in overleg met de minister stopgezet.”

Ook de lage werkloosheid is terug te zien in jullie cijfers. Het aantal nieuwe WW-uitkeringen daalde van 292.500 in 2021 naar 229.000 vorig jaar. Welke rol heeft het UWV in een krappe arbeidsmarkt?

„We zien dat een deel van de werkgevers toch nog steeds zoekt naar het schaap met de vijf poten dat precies in het proces past. Dat kan niet meer in deze krappe arbeidsmarkt. We denken met hen mee over hoe het werk anders ingericht kan worden.

„Bijvoorbeeld een horecazaak, waar je de bediening en het betalen kunt opsplitsen, waardoor iemand die minder mobiel is klanten kan helpen die willen afrekenen. Daarmee neem je de andere werknemer weer werk uit handen.

„Werkgevers moeten ook veel meer kijken naar wat werknemers kunnen, in plaats van naar of ze een diploma hebben. Dat vraagt een andere, creatievere manier van kijken. En andersom helpen we de werkzoekende om te kijken naar de eigen mogelijkheden en ambities. Daarvoor zijn we met opleiders, werkgevers, vakbonden en gemeenten bezig met het oprichten van 35 regionale werkcentra, verspreid door het hele land, waar werkzoekenden zich kunnen melden voor begeleiding naar een nieuwe baan.”

Doordat er minder WW-uitkeringen zijn is er nu tijd en ruimte voor meer persoonlijk contact met de werkzoekenden, maar is dat er ook als de werkloosheid weer zou oplopen?

„Natuurlijk moeten wij meebewegen met de conjunctuur, dus dan zullen we extra mensen moeten aannemen. De bedoeling is dat we wel dat persoonlijke contact kunnen houden. Die investering in extra personeel betaalt zich overigens ook letterlijk dubbel en dwars uit, doordat we mensen weer eerder aan het werk krijgen. Daarmee besparen we weer op de uitkering.”