De kans is niet groot maar ook niet nul: dat de eindeloze regen straks ongemerkt overgaat in eindeloze sneeuwval en dat daarna de vorst toeslaat. Dat we een ouderwetse winter krijgen, met ijsbloemen, vastgevroren wissels, metershoge sneeuwduinen vol doodgevroren automobilisten en een dijk bij Marken die bezwijkt onder het kruiend ijs dat de noordooster aanvoerde.
De verstokte winterkampeerder ziet er verlangend naar uit en loopt zich vast warm in YouTube-filmpjes die laten zien hoe een mens in felle kou overeind kan blijven. Genoeglijk! Het koudst is het in de video’s van de Amerikaan Luke Nichols, die zijn brood verdient met het beschrijven van extreme survivaltechnieken. In Alaska hoef je nooit dood te vriezen, zegt Nichols, als je maar een sneeuwschep en een opvouwbare beugelzaag bij je hebt. En een pak lucifers. Hij demonstreert hoe simpel het is: je schept met de schep de sneeuw weg en legt op de vrijgekomen grond met beugelgezaagd hout zó’n immens vuur aan dat de aarde ontdooit en uitdroogt en dat er een formidabele hoop warme as overblijft. Daar ga je dan in liggen alsof je Assepoester bent.
Survivallen gaat niet zonder vuil te worden, wil Nichols maar zeggen, maar het is geen pretje om hem vanuit zijn as zijn zelfbereide maaltijd te zien verorberen.
Toen drie films van Nichols waren bekeken wist het YouTube-algoritme wel genoeg en zette het ál zijn Alaska-films op het scherm en daarna introduceerde het de blije Madison Clysdale uit Canada die al een paar jaar in haar eentje, maar niet zonder selfiestick, tochtjes maakt door British Columbia. Anders dan Nichols gebruikt Clysdale juist veel moderne hulpmiddelen en die houdt ze ook graag voor de camera. Uitrustingsstukken, de gasbrander, spullen om mee te koken en de etenswaar zelf. Toch verdient ze nog niet de helft van wat Nichols maandelijks opstrijkt.
Wonderlijke tochtjes
En toen kwam YouTube opeens voor de dag met een adembenemende serie volstrekt identieke meisjes die ook allemaal even solo het bos in gingen. Tientallen, nee honderden. ‘Dat zal hem zeker interesseren’, dacht het platform en dat was ook zo. Want het zijn wonderlijke tochtjes die deze meisjes maken. Ze rijden met hun auto een stukje de natuur in, hangen een damesrugzak om en trekken er dan zonder aarzelen op uit. Zodra ze water zien, en dat duurt nooit lang, besluiten ze te gaan zwemmen, daarvoor hadden ze thuis al een soort badpakje bij zich gestoken. Na het baden zetten ze een ingewikkelde tent op en dan gaan ze iets te eten maken. Uit de rugzakjes komen gasstellen, koekenpannen, potten vol ingrediënten, snijplanken, griezelig grote messen en soms zelfs complete tafeltjes. En dan maar kokkerellen. En heus niet allemaal vegetarisch, er komen ook flinke stukken vis en vlees bij kijken. Is het eten op dan is het al aardig donker en gaan de meisjes slapen, maar niet dan nadat ze eerst nog ontspannen hebben gespeeld met hun zaklantaarn. Tien minuten, langer duren hun belevenissen meestal niet.
Het is een fenomeen, al die schoongewassen meisjes die precies hetzelfde doen, zwijgend, sereen en huiveringwekkend onhandig. Je zou ze weleens willen ontmoeten om wat kampeertips uit te reiken – ga niet onder kokospalmen staan, zet de tent niet beneden de vloedlijn, trek wat warms aan na het baden – maar je komt er niet achter waar ze hun solo-avonturen beleven. ’t Is lang niet altijd in de tropen, je ziet ook weldoorvoede meisjes in Siberisch water zwemmen. Ook die hebben het nooit koud.
Als de intuïtie niet bedriegt draaien de video’s vooral om de billen van de meisjes, dat kan bijna niet missen, maar de geluiden die opklinken als ze in het water spartelen en later, als ze gekookte worstjes bakken, die doen er ook zeker toe. Healing sounds of nature. Daar wordt een mens rustig van, zegt YouTube.
Geen logische keuze
Wat verbazing wekt is dat de billenmeisjes op gas koken. Dat is geen logische keuze voor korte kampeertochtjes, het is hier al vele malen uitgelegd. De verbrandingswarmte van butaan en propaan is per gram gunstiger dan die van spiritus, 46 kilojoule versus 22 kilojoule, maar daar staat tegenover dat gasstellen relatief zwaar zijn omdat het gas onder druk staat. Je hebt altijd stevige tankjes nodig die drukbestendig zijn en in de helft van de gevallen blijken die ook nog te lekken. Daar is Campingaz rijk van geworden. En veel gasbranders vallen al om als je er naar kijkt. Spiritusbranders hebben dat allemaal niet.
In Scandinavië zijn spiritusbranders nog volop in gebruik want ook bij strenge vorst blijkt spiritus nog uitstekend te branden. Het is een wonderlijk goedje dat naast alcohol wel 10 tot 15 procent water bevat maar toch praktisch residuloos opbrandt. Het water gaat gewoon mee de lucht in, het is afgelopen week nog eens bevestigd.
Dat laatste riep de vraag op wat jonge jenever zou overkomen als je die eens flink opwarmde. Per slot is dat ook alcohol met water, maar in andere verhouding. Het was een kleine moeite om een pannetje jenever op het vuur te zetten, maar dat is toch nog bijna misgegaan. Al binnen een minuut vloog de drank in brand en ontstond een indrukwekkende vlammenzee. Toen de pan was uitgebrand stond daar nog een flinke hoeveelheid helder vocht in. Na enige aarzeling is dat opgedronken en het lijkt wel zeker dat het gewoon water was. Bedenk eens wat dat betekent als je als kampeerder onverhoeds zonder water komt te zitten en toevallig nog over voldoende jenever beschikt. Dit kan levens redden.