Een dag voor het Europees Parlement instemde met nieuwe solidaire asielregels maakte de Tweede Kamer duidelijk hier niet aan mee te willen doen. Een nipte Kamermeerderheid besloot begin vorige maand dat Nederland onder de nieuwe regels geen enkele asielzoeker van overbelaste grenslanden als Italië en Griekenland zou moeten overnemen. In plaats daarvan moet elke asielzoeker voor 20.000 euro worden afgekocht. Dat is immers goedkoper dan wat hun opvang in Nederland zou kosten, zo leest de redenering van de aangenomen motie.
Hiermee heeft de Tweede Kamer, onder aanvoering van de formerende partijen (PVV, VVD, NSC en BBB) alvast het signaal afgegeven dat het de grenzen van het nieuwe Europese asiel- en migratiepact wil opzoeken en benutten.
De partijen aan de formatietafel willen allemaal een strenger asielbeleid. Toen migratie daar vorige maand een onderwerp was, schoof wiskundige en antropoloog Jan van de Beek op verzoek van de PVV aan. Hij keert zich tegen wetten en regels die open grenzen en vluchtelingenbescherming mogelijk maken, en stelt dat volledige grip op het aantal asielzoekers alleen te bereiken is met het opzeggen van allerlei internationale verdragen.
Vooralsnog gaan de formerende partijen ervan uit dat het Europese asiel- en migratiepact voor een aanzienlijke afname van het aantal asielzoekers kan zorgen. Tegelijkertijd, waarschuwen ze, valt het nog te bezien of hun belofte aan de kiezer (grip krijgen op asielmigratie) uitsluitend via het Europese asielbeleid kan worden ingelost.
Stemgerechtigden zijn zich bewust van de Europese invloed op binnenlandse zorgen als migratie. Het thema zal van invloed zijn op de stemkeuze van Nederlanders die op 6 juni hun stem uitbrengen voor een nieuw Europees Parlement, blijkt uit onderzoek van Ipsos I&O.
Lees ook
Migratie en formatie lijken bepalend voor de Nederlandse kiezer bij de EU-verkiezingen. Dus niet de oorlog in Oekraïne
‘Grote stap’
Het afkopen van asielzoekers, zoals de Tweede Kamer wil, is alleen toegestaan als de Europese Commissie heeft erkend dat grenslanden in een crisissituatie zitten. Andere lidstaten, zoals Nederland, moeten zich dan verplicht solidair opstellen. Een verdeelsleutel bepaalt hoeveel éxtra asielzoekers die landen dan zouden moeten overnemen of afkopen.
Deze afkoopmogelijkheid geldt weer niet voor asielzoekers die Nederland uit eigen beweging bereiken.
Nederlandse politieke partijen ter linker- en rechterzijde hebben het afgelopen jaar voorzichtig optimisme getoond over het nieuwe Europese pact, waarover ruim acht jaar is onderhandeld. De nieuwe regels komen neer op kortere en snellere asielprocedures voor mensen met weinig kans op een asielvergunning, en meer solidariteit met landen aan de buitengrenzen van de Europese Unie. „Met dat pact hebben we een grote stap gezet”, zei Dirk Gotink, NSC-lijsttrekker voor het Europees Parlement, eind vorige maand tijdens een lijsttrekkersdebat in Den Haag. „Maar we moeten ook maar afwachten of dat gaat werken.” Ook VVD-Europarlementariër Malik Azmani hield een slag om de arm. „Als het pact niet tot resultaten leidt, dan kijk ik niet weg… dan moeten we het zelf doen”, waarschuwde hij. Azmani doelde hiermee op het regelen van een opt-out, een uitzonderingspositie voor Nederland op Europese asielregels.
Beide lijsttrekkers vertolken hiermee een wens van de rechtse partijen in de Kamer. Een NSC-motie over de wens voor een opt-out werd eind vorig jaar ondertekend door de andere drie formerende partijen, en overtuigend aangenomen. Tegelijkertijd wees Azmani tijdens het recente lijsttrekkersdebat erop dat de Europese Unie „juist op thema’s als migratie” moet worden versterkt. En „daar heb je toch die samenwerking voor nodig”.
‘Dan gaat het gewoon niet werken’
Waar de EU naar meer samenwerking tussen lidstaten beweegt, blijft het onduidelijk hoe Nederland zich zal opstellen. Kiest een nieuw kabinet voor solidariteit of eigenbelang?
Het afkopen van asielzoekers en het lonken naar een opt-out „laten zien dat er geen begin is van de gezamenlijke verantwoordelijkheidsgedachte” die essentieel is voor het slagen van het Europese asielbeleid, zegt Europarlementariër Tineke Strik (GroenLinks). Als méér landen hun verantwoordelijkheid voor asielzoekers gaan afkopen, waarschuwt zij, loopt het systeem meteen vast. „Dan gaat het gewoon niet werken.”
Juristen hameren al langer op de juridische en praktische beperkingen van een opt-out. De Commissie Meijers, een adviescommissie op het gebied van Europees recht, schrijft in een commentaar op de verkiezingsprogramma’s van de formerende partijen dat het vragen van een uitzonderingspositie alleen kan „bij de totstandkoming van nieuwe EU-verdragen” waarbij instemming „van alle andere lidstaten” is vereist. Zelfs als het zou lukken om een uitzonderingspositie te regelen, dan is Nederland nog gebonden aan internationale verdragen die het recht op asiel en bescherming waarborgen, zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, het Europees Handvest van de Grondrechten en het VN-Vluchtelingenverdrag.
Veel onderlinge irritatie
Het Europese gemeenschappelijke asielsysteem bestaat dit jaar 25 jaar, en moet voorkomen dat lidstaten elkaar met méér asielzoekers opzadelen, bijvoorbeeld door slechte asielopvang aan te bieden en veel strengere voorwaarden te stellen voor een asielvergunning. Het succes van dit systeem is afhankelijk van „interstatelijk vertrouwen en solidariteit”, zegt hoogleraar rechtssociologie Ashley Terlouw, tevens voorzitter van de Commissie Meijers. Ze waarschuwt voor een ‘Europa à la carte’. Zo heeft Hongarije al aangegeven zich niets van de nieuwe asielregels te zullen aantrekken. „Dat lijkt me een glijdende schaal.”
Noordelijker gelegen landen als Nederland en Duitsland ergeren zich aan grenslanden die de afgelopen jaren belangrijke afspraken steeds vaker negeerden, bijvoorbeeld de regel dat het eerste land van aankomst verantwoordelijk is voor de asielprocedure. Slechte registratie van binnengekomen asielzoekers maakt het lastiger om te controleren waar iemand volgens de regels de asielprocedure moet doorlopen.
Op hun beurt leven noordelijke landen ook niet alle regels na, zegt Europarlementariër Strik. Ze wijst op de asielopvang in Nederland en België, waar minimale normen uit de opvangrichtlijn niet altijd meer worden gevolgd. „De Europese Commissie heeft daar al jaren niet op gereageerd, terwijl die de handhaver moet zijn”, zegt Strik. „En dat heeft tot een sfeer van straffeloosheid geleid.”
Het baart haar zorgen dat de rechtsbescherming van „kwetsbare asielzoekers” in het nieuwe pact verder wordt „losgelaten ten behoeve van grenscontrole”. Zorgvuldige asielprocedures met voldoende juridische bijstand worden dan „verzwakt”.
Het sluiten van migratiedeals met veilig verklaarde derde landen, zoals Tunesië, wordt als een belangrijke manier gezien om zoveel mogelijk asielzoekers buiten Europa te houden. Politieke steun voor migratieafspraken met derde landen is groot. „Maar of het leidt tot betere asielprocedures en garanties dat ze niet de slavernij in worden gedrukt (Libië) of richting de woestijn (Tunesië), valt te bezien”, waarschuwt Terlouw.
Nederland vervulde vorig jaar een voortrekkersrol in de totstandkoming van afspraken met het Tunesische regime. Terlouw wijst erop dat „slechts 5 procent van de 105 miljoen euro” die aan Tunesië zou worden gegeven, bestemd is voor vluchtelingenbescherming en verbetering van de asielprocedure. In de afspraken zijn geen voorwaarden gesteld voor de naleving van mensenrechten en toezicht daarop. „Het doel was duidelijk het tegenhouden van asielzoekers, niet het opbouwen van een mensenrechtensysteem.”
Inmiddels heeft Commissievoorzitter Ursula von der Leyen ook miljardendeals gesloten met Egypte en Libanon, die illegale migratie naar Europa moeten tegenhouden. Migratie-experts betwijfelen of dit soort deals voor de gewenste afname van het aantal migranten gaan zorgen. Mensen in nood, is de ervaring, zullen altijd wel een manier vinden om hun bestemming te bereiken.
Instroom beperken
Het succes van het Europese asielpact hangt wat Nederlandse politieke partijen als NSC en VVD betreft dus af van een sterke daling van het aantal aankomsten, al maken ze niet duidelijk hoe groot deze afname moet zijn. Catherine Woollard van de ngo-alliantie ECRE denkt dat het significant terugbrengen van het aantal asielzoekers „een illusie” is. Aan de buitengrenzen is straks ruimte voor dertigduizend asielzoekers, terwijl „potentieel een miljoen asielzoekers zullen aankomen”, afgaande op cijfers van vorig jaar.
De beloftes over het terugdringen van asielmigratie brengen „grote politieke risico’s” met zich mee, waarschuwt Woollard. Veel van de voorstellen die Nederlandse politici doen, ziet de ECRE-directeur, zijn juridisch niet haalbaar. „Als ze vervolgens besluiten om door te gaan met onwettige maatregelen, vormt dit een aanval op de rechtsstaat.”
Lees ook
Arnhem gaat 1.700 asielzoekers opvangen, 1.000 meer dan verplicht: ‘We vangen al jaren zonder problemen vluchtelingen op’