N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Katholieke kerk De begrafenisdienst voor emeritus-paus Benedictus werd een ingetogen ceremonie. Er waren opvallend veel Beierse katholieken, in de traditionele kleding van Benedictus’ Duitse geboortestreek. Maar een volkstoeloop bleef uit.
Duizenden geestelijken uit heel de wereld, gewone gelovigen en ook nieuwsgierige toeristen kwamen donderdagochtend samen op het Sint-Pietersplein, in Vaticaanstad, om het afscheid bij te wonen van paus emeritus Benedictus, de Duitse theoloog die in 2013 geschiedenis schreef door af te treden, als eerste paus in zes eeuwen tijd.
Dat Benedictus door zijn opvolger, paus Franciscus, werd begraven, maakte het voor velen een historische gebeurtenis, die ze niet wilden missen. „Het voelt bijzonder om dit mee te maken”, zei Pablo Rondan, een 27-jarige filmcriticus uit Colombia, die samen met enkele vrienden de uitvaart bijwoonde, voor de in dikke ochtendmist ingepakte Sint-Pietersbasiliek. „Eerder deze week brachten we Benedictus ook al een laatste groet, dat was ook heel emotioneel”, zei Natalia Romero, een dertigjarige filmmonteur. Beide vrienden omschrijven zichzelf als niet praktiserend, maar wel als cultureel katholiek. Op het Sint-Pietersplein hadden ze naar eigen zeggen wel „veel meer mensen verwacht”.
Voor de helft leeg
In drie dagen tijd groetten naar schatting 200.000 gelovigen het lichaam van de gestorven paus Benedictus, en Vaticaanstad had voor de uitvaartdienst zelf op nog eens 100.000 rouwenden gerekend. Het is twijfelachtig of dat aantal ook werd gehaald: het Sint-Pietersplein bleef donderdagochtend voor zowat de helft leeg.
Omdat paus Benedictus bij zijn overlijden niet langer een actief besturende paus was, werden er in Vaticaanstad ook minder officiële delegaties verwacht. Duitsland, het geboorteland van Benedictus, en Italië stuurden wel een officiële delegatie, met de presidenten en regeringsleiders. Ook het Belgische vorstenpaar Filip en Mathilde en de voormalige Spaanse koningin Sofia woonden de plechtigheid bij.
In het oog sprongen voorts de bonte delegaties uit Beieren, de Duitse deelstaat waar paus Benedictus als Joseph Ratzinger geboren werd. Michael Wendlinger (45) was met zijn vrouw en vier kinderen en het even kroostrijke gezin van zijn zus vanuit Chiemgau, in Opper-Beieren, per bus naar Rome gereisd. „Wij zijn speciaal voor de uitvaart gekomen”, zei Wendlinger, meubelstoffeerder van beroep. „Hij was heel belangrijk voor ons geloof, maar we voelden hem ook dicht bij ons, als ‘onze’ paus, omdat hij ook uit Beieren kwam, een traditiebewuste streek die veel katholieken telt.”
Voelde Benedictus’ opvolger, Franciscus, de voorbije jaren voor Beierse katholieken dan minder als ‘hun’ paus? Elke paus kiest voor andere accenten, maar de richting blijft dezelfde, zei Wendlinger relativerend: „Paus Johannes Paulus II stond voor het katholicisme van de grote evenementen. Ik nam tijdens zijn pontificaat deel aan verschillende groots opgezette Wereldjongerendagen. Het pausschap van Benedictus was dan weer meer in de diepte, en Franciscus legt nog een ander accent.”
Wendlingers gezin en dat van zijn zus waren donderdagochtend, net als de meeste andere Beierse bezoekers, helemaal uitgedost in traditionele kleding. Er was zelfs een Beierse fanfare, die muzikaal afscheid nam van de Duitse paus. Velen lieten ook trots de – blauw-wit geblokte – Beierse vlag wapperen, maar pas na de begrafenisceremonie: tijdens de dienst zelf was vlaggenwaaien niet toegestaan.
Christine Schwartz (51), een apotheekmedewerkster uit het Beierse Regensburg, was een beetje teleurgesteld door de sobere dienst, zei ze tijdens het vlaggenzwaaien. „Ik had er meer van verwacht. Meer muziek, meer bloemen, en van paus Franciscus ook een iets persoonlijker accent.” Ze gaf toe dat de dienst op verzoek van Benedictus zelf zo sober was geweest: „Ach ja, dat typeerde Benedictus eigenlijk ook wel.”
Cipressenhout
De Vlaamse pauswatcher Tom Zwaenepoel (52) woonde vooraan op het Sint-Pietersplein de uitvaart bij. Zwaenepoel, docent aan een lerarenopleiding en auteur van verschillende boeken over het Vaticaan en religie, vond de dienst tegelijk sober en ontroerend. „De mis was heel ingetogen en pauselijk, met het opengeslagen evangelieboek op de kist van cipressenhout”, zei hij.
Benedictus’ persoonlijke secretaris, Georg Gänswein, knielde als eerste bij de kist en kuste het boek. Gänswein wordt door sommige analisten gezien als de aanstoker van heel wat conservatieve kritiek tegen paus Franciscus.
Onlangs zei hij in een gesprek met het katholieke Duitse weekblad Die Tagespost dat Benedictus erg droef zou hebben gereageerd op Franciscus’ beslissing om Benedictus’ uitbreiding van de traditionele Latijnse misviering weer af te remmen. „Hij vernam dat met pijn in het hart”, aldus Gänswein in het interview, dat hij gaf nog voordat Benedictus donderdag begraven werd.
Die timing was niet zo heel netjes, vond Tom Zwaenepoel, „omdat paus Franciscus uiteindelijk ook veel moeite deed om zijn voorganger te eren”. De zittende paus is slecht ter been en zit daarom in een rolstoel. Donderdag stond hij met moeite op en zette enkele stappen naar de kist, vooraleer te buigen en de kist te zegenen. De kist van Benedictus is in de pauselijke crypte van de Sint-Pietersbasiliek bijgezet.
Aan de zijkant van het Sint-Pietersplein, een beetje op een afstand van het hele gebeuren, stond een groepje jonge scouts uit het Toscaanse Pisa. De jongeren zeiden dat ze meer affiniteit voelen met Franciscus, omdat die dichter bij de mensen lijkt te staan, maar gaven ook toe te jong te zijn om Benedictus echt te hebben gekend. Toch onderbraken ze hun wintervakantie in Rome onmiddellijk om bij de uitvaart te zijn. „Want wij zijn katholieke scouts”, zei Massimo Cortopassi (20). „We proberen te leven volgens de waarden die we van kindsbeen af hebben meegekregen. En om dat te doen, hoef je niet eens elke week naar de mis.”
Een oude boom moet je niet verplaatsen, maar omhakken is ook niet zomaar gepiept. Zeker niet op een vegetarisch woonpark voor senioren, waar elke bedreigde beuk kan leiden tot verhitte discussie in de nieuwsbrief. „Hier, deze hing helemaal over het pad”, zegt Norine van Galen (70) wijzend op een boomstomp naast de vijver. Echtgenoot Hans (74): „Nou, je wilt niet weten…”
De bewoners van Vegetarisch Woonpark Ommershof in het Gelderse Oosterbeek zijn zuinig op hun omgeving. Daar kwamen Hans en Norine van Galen al achter toen ze hier zelf twee jaar geleden kwamen wonen en uit de overwoekerde tuin van hun bungalow een paar struiken lieten afvoeren. ‘Van wie kómt dat?’ klonk op het park. „In Rotterdam, waar we woonden, had je daar niemand over gehoord”, zegt Hans van Galen. „Maar op dit park heerst een soort alertheid.”
Norine van Galen knikt. „Iedereen hier is wakker.”
Kun je nagaan wat er gebeurt als het niet om één bedreigde boom gaat, maar om grote veranderingen op het hele woonpark: een woningcorporatie die aan dit parkbos uit 1950, de eerste en naar eigen zeggen enige vegetarische woongemeenschap voor ouderen in West-Europa, extra seniorenwoningen wil toevoegen. Vier- of vijflaags, midden in een oase van groen, deels op de plek waar nu ruime, gelijkvloerse bungalows staan met weelderige tuintjes zoals die van Norine en Hans van Galen. Hoofdschuddend: „De ontwikkelaar noemt de nieuwe woningen ‘parkvilla’s met appartementen’. Wij noemen het gewoon flats!”
Het nieuwbouwplan van Woonzorg Nederland, een landelijke woningcorporatie voor senioren, tevens eigenaar van woonpark Ommershof, zes hectare groot, houdt de gemoederen al maanden bezig. Achter sommige ramen zijn stickers geplakt met de tekst ‘No way’. Bewoners hebben posters opgehangen met ‘Slopen is niet sociaal en niet duurzaam’. Renoveer de bestaande bungalows, is hun boodschap. En verander verder niet te veel. Sommigen willen alles aangrijpen om het plan, dat nog op de tekentafel ligt, tegen te houden.
Maar andere bewoners – onder wie het bestuur van de bewonersvereniging – zijn gezien de omstandigheden juist vóór. Die staan achter een aantal senioren die de meest oude en tochtige bungalows bewonen en een nieuw onderkomen wensen. Zij willen juist grotendeels meegaan in de ‘Visie 2050’ die Woonzorg Nederland met een klankbordgroep van de bewoners opstelde, bedoeld om – „zoveel mogelijk met behoud van groen” – meer huurwoningen te bouwen, deels op de plek van zo’n 24 van de huidige 47 bungalows, en het vegetarische park „toekomstbestendig” te maken.
Dat alles heeft tot wat „spanning” in de gemeenschap geleid, beamen Hans en Norine van Galen, aangekomen bij de jeu de boulesbaan. Normaal spelen ze hier elke woensdagmiddag met een vast groepje, maar na wat vinnige opmerkingen in de appgroep over en weer kwam de laatste keer niet iedereen opdagen. „Het ligt even op z’n kont.”
Rozenkruizers
Zuinig op je omgeving, maar ook op jezelf, dat was de boodschap van Felix Ortt (1866-1959), een van de grondleggers van het vegetarisme in Nederland. Vegetarisme gaat volgens hem om méér dan geen vlees eten. De „vegetarische levenshouding” draait om het verlangen naar een betere toekomst en een betere samenleving door „lichaam, ziel en geest” krachtig en gezond te houden. Dankzij onbespoten groente uit de moestuin, lezingen, ontmoeting met elkaar. Gemeenschapszin.
Felix Ortt was ook een van de initiatiefnemers van een stichting die in 1948 dit landgoed in Oosterbeek aankocht om er een oude villa om te dopen tot „rusthuis voor oudere vegetariërs”. De eerste – en nu meest tochtige – bungalows dateren uit die tijd. En in de decennia erna kwamen er telkens bungalows bij. Later werd de villa vervangen door een woonzorgcomplex genaamd Felixoord met een verpleegafdeling en 22 appartementen – nu nog de enige hoogbouw op het park – en in de bungalows wonen nu vegetarische senioren uit het hele land. Onder hen zijn veganisten, antroposofen, rozenkruisers, boeddhisten, christenen. Bijna alle bungalows zijn sociale huur en welkom is iedere 55-plusser die de afgelopen drie jaar principieel vegetariër is, staat op het aanmeldformulier. Al is de wachtlijst – met daarop tweehonderd namen – nu gesloten.
Wonen op het park is een idylle, beaamt Harmen Reerink (82). Zeker toen in Felixoord – het wooncomplex – nog vers werd gekookt en ook de bewoners van de omliggende bungalows daarvan dagelijks profiteerden. „Zes euro! Drie koks! De lekkerste vegetarische gerechten werden zo bij je naar binnen gereden.” Maar de keuken is al jaren geleden wegbezuinigd, „zoals de hele ouderenzorg verschraalt”.
Al veertien jaar woont Reerink in een van de bungalows en nog altijd met veel plezier. Hij wandelt met buurtgenoten over de bosrijke paden en in de gemeenschapsruimte van Felixoord treft hij hen bij lezingen en zang. Hij spreekt ze in de gemeenschappelijke kruidentuin en bij het maandelijkse gezamenlijke diner. Als vrijwilliger helpt Reerink zorgbehoevenden in het wooncomplex waar hijzelf misschien ook ooit komt te wonen. „Samen puzzelen, je hoort de meest fantastische verhalen.”
Op dit park wordt op je gelet, daar gaat het Reerink óók om. „We brengen elkaar naar het ziekenhuis als dat nodig is.” Dus toen hij over de nieuwbouwplannen hoorde, vreesde hij voor het lot van zijn eigen jaren-zeventig-bungalow, 79 vierkante meter groot, maar ook over de mogelijke erosie van het gemeenschapsgevoel. „Kijk je straks met al die verdiepingen nog naar elkaar om?”
Rottend hout
Het was de 82-jarige Rinkse Dugger die samen met dertien bewoners van de jaren 60-bungalows verderop de woningbouwcorporatie aanschreef met de vraag om renovatie. Dat was in 2021. „We hebben verteld wat onze ervaringen zijn. Schimmel op de muren en in de kastjes, rottend hout, vocht in de kruipruimte. De elektra en de riolering zijn zo slecht dat het water soms naar boven komt.”
En met de leeftijd vertraagt je bloedcirculatie en krijg je het eerder koud. „Onze bungalows zijn deels enkelglas”, zegt Dugger. „Als ik mijn arm onder de douche vandaan steek, bevriest ’ie bijna. De hele winter zit ik met een dik vest uit Nepal aan.” De energierekening in december was 500 euro, „op 55 vierkante meter”, en voor haar zieke echtgenoot was het destijds helemáál niet vol te houden. „Die wilde de kachel het liefst op 26 graden.”
In 2022 kreeg Dugger van Woonzorg Nederland bericht dat renovatie niet mogelijk was. De corporatie wilde in plaats daarvan alle woningen vernieuwen zodat ze ook in de toekomst aan de veranderende eisen van seniorenwoningen blijven voldoen: betere isolatie, geen drempels, bredere gangpaden. In samenspraak met de bewonersvertegenwoordiging, was de belofte. Van vierlaagse woonblokken was toen nog geen sprake.
En zo reisden acht bewoners, onder wie Joke Pronk (79), eens samen met de corporatie naar een ecologische woongemeenschap elders in het land om ideeën op te doen. Pronk, voorzitter van de bewonersvereniging en een van de bewoners die het langst op het park wonen (26 jaar), was aanvankelijk best argwanend. Eerdere eigenaren van het woonpark hadden er soms een potje van gemaakt. Een zorgdirectrice poogde eens bewoners tegen elkaar op te zetten, „die sloot bondjes”, en later dreigde het park eens te moeten sluiten omdat de toenmalige eigenaar – een grote zorginstelling – bijna failliet ging. Dus toen Woonzorg Nederland het park in 2012 kocht dacht ook Pronk: wat willen ze nou? Maar ze merkte dat de corporatie het belang van de woongemeenschap geleidelijk aan steeds meer inzag en zo ontstond er „wederzijds begrip”.
Een eerste informatiebijeenkomst voor de dertien bewoners in de tochtige bungalows verliep positief. Maar toen de woningcorporatie in juli 2023 een bijeenkomst belegde voor alle parkbewoners ging het mis. Aan het einde liet de architect terloops vallen dat onder meer de jaren-zeventig-bungalows van Harmen Reerink en Norine en Hans Van Galen zouden verdwijnen. Vierlaagswoonblokken stonden ervoor in de plaats. „Iedereen schrok zich rot!” zegt Pronk. „Ook ik wist niet wat ik hoorde.” Eén vrouw moest huilen – „en m’n huisje dan?”
Bouwtechnisch geen optie
„Dat hebben we niet helemaal goed gedaan”, beaamt Antal Smits, die als ontwikkelaar bij Woonzorg Nederland dit project onder zijn hoede heeft. Renovatie is volgens hem bouwtechnisch geen optie en op het woonpark zijn nu eenmaal extra woningen nodig, zeker veertig stuks, om te voldoen aan de sociale woningbouwopgave. En om de huren betaalbaar te houden en de noodzakelijke vernieuwing van woningen en infrastructuur te kunnen bekostigen. „Liefst gestapelde bouw, ook om het omliggende groen te sparen.” Maar tijdens die bijeenkomst werd in de schetsfase een scenario gedeeld dat „voor
In het hele land moet Woonzorg Nederland geregeld seniorencomplexen vernieuwen en juist bij ouderen luistert het inspraakproces nogal nauw, weet Smits. „Die willen niet verhuizen, ook niet tijdelijk. Die hebben – heel begrijpelijk – gedacht dat dit hun laatste plek is.” Daarom betrekt hij bewoners meestal pas in een later stadium bij de vernieuwingsplannen. Als ze al wat concreter zijn en volgens de wet inspraak is vereist. „Daarmee verkort je ook de onrust bij bewoners.” Al zijn ze ook dán boos: ‘wij zijn niet betrokken!’
Met protest op seniorencomplexen die moeten vernieuwen heeft Smits wel vaker te maken. Soms langdurig, want veel bewoners hebben alle tijd. En ook op het vegetarische woonpark in Oosterbeek had hij heus op weerstand gerekend. Omdat dit park een eigen identiteit heeft en een deel van de bewoners „niet bepaald” veel vertrouwen heeft in de overheid en instanties. Dikwijls dooft zulk ouderenprotest uit nadat alle bezwaarprocedures zijn doorlopen. En soms laten bewoners met principiële bezwaren die alsnog vallen als hun een andere mooie woning wordt aangeboden. Al is het de vraag of ook deze vegetariërs dan zullen opgeven. „Die zijn voor zulke prikkels misschien minder gevoelig.”
Juist daarom had Woonzorg Nederland, voor het eerst, nog eerder de plannen met zijn huurders gedeeld, zegt Smits. Op tekentafelniveau, ver voordat er een bestemmingsplan is ingediend. „Maar daardoor zaten bewoners gelijk met veel vragen waarop we nog geen antwoord hadden.” Woonzorg Nederland heeft beloofd voortaan bij elke vervolgstap de bewonersvertegenwoordiging te betrekken.
Verlies van wasmachine
„We woonden er pas nét”, zeggen Norine en Hans van Galen, wandelend door het park. Hun stek in Rotterdam – „waar we ook fijn woonden” – hadden ze verlaten met het idee om hier in Oosterbeek, meer dan honderd kilometer verwijderd van vrienden en familie, hun laatste levensfase door te brengen. En heus, ze genieten dagelijks van de bewoners en het park. Norine: „Maar als we dit hadden geweten…”
De onzekerheid vinden ze het ergst. Want net als de andere bungalowbewoners kregen Norine en Hans van Galen van de woningbouwvereniging te horen dat ze ook met de nieuwbouw verzekerd zijn van een ‘grondgebonden’ woning. Maar wel kleiner – eerder 60 dan 78 vierkante meter – en hoe groot blijft de tuin? En is straks nog plaats voor een schuurtje met gereedschap? En gingen er niet ook verhalen over verlies van je eigen wasmachine? En ze zijn echt niet tegen het opknappen van tochtige bungalows, maar dit plan vinden ze „het andere uiterste”.
„Vanaf die eerste bijeenkomst spraken we met Woonzorg af dat we overal in meegenomen worden”, zegt Joke Pronk van de bewonersvereniging. Er werd een ‘co-creatiegroep’ opgericht van bewoners die met elkaar dachten over de plannen en dat resulteerde in een maquette waarop vrijwel alle extra woningen als een T-vorm aan het bestaande wooncomplex Felixoord waren toegevoegd. De rest van het woonpark bleef daarmee gespaard.
Maar nee, daar zag Woonzorg Nederland niets in. Het plan werd onhaalbaar geacht en dan zat je nog steeds met renovatie van bestaande, niet toekomstbestendige bungalows.
En de volgende bijeenkomsten, in juli en september dit jaar, verliepen net zo chaotisch. Waarom was er met de voorstellen van bewoners niets gedaan? Waarom was de bewonersvereniging niet op hun hand? Er gingen bewoners staan en roepen, een enkeling liep weg.
„Dat is de knuffelboom!”, zegt Norine wijzend naar een boom met een ‘buikje’. „Je ziet mensen even de rollator aan de kant zetten en met hun wang ertegenaan schuren.” Hans: „Zitten wij heerlijk op het bankje ernaast en iedereen wandelt langs. ‘Hé Piek’, ‘hé Conny’, ‘hé Leendert’.”
35 jaar was Norine van Galen toen ze eens een documentaire zag over de slacht. „Het was zo erg dat ik mijn koffiekopje tegen het scherm had willen gooien. Echt waar.” De volgende ochtend bij het ontbijt zei ze tegen haar man Hans: ‘ik eet nooit meer vlees’. En hij is toen gevolgd, net als hun kinderen. „We waren de enigen in onze omgeving en toen ik eens ziek was zei mijn moeder: ik snap ook wel waarom.”
Vasthouden aan je principes, tegen de stroom in. Die ervaring hebben vrijwel alle senioren op het woonpark. ‘Droogvreter!’ hoorde Joke Pronk van kinderen die haar achterna renden op de lagere school. „Ik draaide me om en riep: ‘dooielijkenvreter!’ Daarna was het over.” Maar zoiets vormt je karakter, denkt ze. „Die vechtlust, die zit er hier bij de meesten wel in.”
En daarom kan ze de woede bij een deel van de bewoners ook wel begrijpen. „Kijk, ook wij staan heus niet bij elke beslissing van Woonzorg te juichen”, zegt Joke Pronk. „Maar we kunnen de overwegingen voor de nieuwbouw grotendeels wel volgen. En we hebben ook het gevoel dat ze best willen luisteren.” Uiteindelijk, beseft Pronk, zijn ze ook slechts huurder en is het de woningcorporatie die beslist.
„Oh ja?” Harmen Reerink denkt daar toch wat anders over. Samen met omwonenden – die ook geschrokken zijn van de nieuwbouwplannen – heeft hij de pers ingeschakeld en de politiek. Ze hebben een monumententoets laten uitvoeren – waaruit blijkt dat mogelijk alleen het transformatorhuisje voor beschermde status in aanmerking komt. En nu overwegen ze een eigen natuurtoets, want leven hier niet ook beschermde diersoorten? „Steenmarters, vleermuizen, een bosuil.”
En dat is waar het ook Norine van Galen toch vooral om gaat. „Je wilt vechten voor je plekje, maar vooral voor het park. En voor de dieren.”
Geen idee of het een verontrustend klimaatdingetje is, maar terwijl het hotel hier in San Sebastian met veel groen en lichtjes kerstklaar wordt gemaakt, zie ik de mensen zwemmen in zee.
Waarom ik hier ben? Ajax voetbalde hier donderdag tegen Real Sociedad. Althans dat was de bedoeling. Het liep echter anders. De tegenstander voetbalde en de jongens van Ajax liepen er als beginnende pupillen achteraan.
Toch had ik een leuke avond. Dat kwam vooral door de Amsterdamse hooligan in de stadsbus naar het stadion. De dronken man zette steeds een Ajax-liedje in en kwam er na drie regels achter dat hij niet wist hoe het verder moest. Iets met Joden. Ik ken de tekst wel, maar alleen van horen zingen. Ik kom meer dan vijftig jaar bij Ajax, maar brul die onzin nooit mee.
De rest van de bus bestond uit volwassen Basken die zich niks aantrokken van de dronken Ajax-fan. Iedereen zat op zijn telefoon te appen of te chatten.
Op dat moment las ik op mijn mobieltje dat een of andere roddelkont van RTL Boulevard, die zichzelf heel gewichtig ‘entertainmentdeskundige’ noemt, nachtenlang allerlei vieze dingen heeft zitten uitwisselen met een dame die hij niet kent. Een virtueel chatteefje dus. Toen hij stopte met de erotisch geladen dialoog was het teefje boos en heeft zij de beladen correspondentie op een of ander derderangs juicekanaal gegooid. Dus moest de entertainmentdeskundige het eerst aan zijn vriendin opbiechten. En daarna aan zijn kijkertjes. Zijn eenzame geilheid ligt sinds een paar dagen op straat en heeft nu zelfs de keurige NRC gehaald.
Dit bericht over die nogal gereformeerd ogende Rob Goossens (hij zou zo een neefje van onze Sywert kunnen zijn) stemde mij blij. Dat kwam vooral toen ik las dat zijn nachtelijke gezelschapsdame misschien wel helemaal niet bestaat. Ruige Robje heeft zich waarschijnlijk seksueel zitten opwinden tegenover een computer. Zijn virtuele liefje gaf namelijk te snel te lange antwoorden en dat kan volgens kenners alleen maar via AI. Maar wie dan gelekt heeft naar dat juicekanaal? De baas van de computer?
Een zuur koekje van eigen deeg voor Rob de rukker. Uitgegleden over zijn eigen bananenschil. Jarenlang zit je allerlei privézaken van allerhande poldersterren en internationale beroemdheden in een camera te kotsen en nu moet je opeens op de televisie over jezelf stamelen dat je met een totaal onbekende mevrouw vieze dingen zat uit te wisselen. En dat de onbekende dame misschien niet eens bestaat.
Gelukkig is Rob niet de enige. Want wereldwijd fantaseren miljoenen mensen dagelijks hun erotische verlangens tegen geduldig luisterende computers. Duizenden datacenters zuchten dag en nacht omdat ze moeten reageren op opgewonden kantoorklerken, puntlassers, loopbaancoaches en burn-outbegeleiders. Terwijl die arme geilneefjes en -nichtjes denken dat ze tegen een dampende deerne of een hitsige hunk praten. Misschien zijn die datakabels in de Oostzee vorige week helemaal niet gesaboteerd door een Chinees schip, maar gewoon gesmolten onder het genot van miljoenen hijgers.
Opeens keek ik anders naar de chattende Basken in de bus naar het stadion. Zouden zij op dit moment ook allerlei gloeiende woorden wisselen met een computertje van Mark Zuckerberg of een andere miljardair?
De hooligan zong nog steeds dwars door alles heen. Ik dacht ondertussen aan de Zweedse minister van Gendergelijkheid die een zeldzame fobie voor bananen heeft. Zo eerlijk dat ze dat met de pers gedeeld heeft. Zal Rob Goossens het al verteld hebben aan zijn kijkers? Of houdt hij dit soort dingen exclusief voor zijn virtuele opwinddame?
In het stadion begon de wedstrijd hoopvol voor de Amsterdammers. Na een half uur kwam de Joden-brullende hooligan ons vak binnen. Hij ging achter me zitten en vloekte dat hij zijn plek niet had kunnen vinden. Het lag aan het stadion. Duizenden euro’s had hij voor dit reisje betaald. Toen hij uitgeraasd was keek hij nog een keer om zich heen en viel in een diepe slaap. Hij tukte door beide doelpunten heen. Waarop mijn zoon zei: „Heeft hij toch een mooiere avond gehad dan wij.”
Ze tekenen het laatste huis waar ze gewoond hebben. Het ene nog mooier dan het andere, vooral de bloemen rond het huis. Geen zolders. Als hij de tekening van de tent omhooghoudt, krijg ik een nostalgisch vakantiegevoel. Tot hij vertelt dat het laatste huis waar hij gewoond heeft, met de grond gelijk is gemaakt.
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]