Slobodan Snajder (De reparatie van de wereld) over zijn nieuwe roman: ‘Ik verontschuldig me niet voor dit gruwelijke verhaal’

De nieuwe roman van Slobodan Snajder gaat over Kroatië tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog. Over partizanen, fascisten, collaboratie, etnische zuiveringen, vermoorde Joden en communistische helden die bij Tito in ongenade vallen. En ook is er een bijrol voor de theosofe en mystica Madame Blavatsky. In veel opzichten lijkt De engel van het verdwijnen dan ook op De reparatie van de wereld, het epos dat hem in 2021 beroemd maakte.

Maar in zijn nieuwe boek komen ook engelen en heksen voor. „Mijn roman is een poging om van de god der wrake een engel te maken”, zegt de praatlustige schrijver in de lobby van zijn Haagse hotel, na afloop van zijn optreden op het Crossing Border Festival. „Vandaar ook dat ik een citaat van Nietzsche aanhaal over hoop. Die hoop wordt geboden door Anda Berilo, een dienstmeisje dat woont in een klein appartementsgebouw in de sjieke Zagrebse winkelstraat de Ilica.”

Snajder raakt niet uitgepraat over zijn hoofdpersonage, alsof hij verliefd op haar is. „Anda is een vondeling, iemand zonder wortels. Zij heeft geen verplichtingen, noch aan familie, noch aan ideologie of vaderland. Zij denkt niet in etnische afkomst of nationalisme, terwijl het in Joegoslavië alleen maar daarover gaat. Precies dat maakt haar tot een zuiver wezen.”

Opgegroeid in de bergen gaat de achttienjarige Anda, die op de kweekschool heeft gezeten, in 1941 naar Zagreb. De etnische zuivering van Serviërs en Joden door de ustasja (de Kroatische fascisten) is in volle gang. Anda krijgt een verhouding met de jonge partizaan Bosko, die door de ustasja wordt gearresteerd. In de cel pleegt hij zelfmoord, omdat hij zijn kameraden niet wil verraden. Om hem te wreken, sluit Anda zich bij diezelfde partizanen aan. Na afloop van de oorlog gaat ze in een fabriek werken.

„Want ze wil een echte communist blijven, ook omdat ze in de oorlog stervende partizanen heeft verpleegd, die met hun laatste woorden om Stalin riepen. Goed om te weten is dat die partizanen zowel Serviërs als Kroaten waren en je afkomst er bij hen niet toe deed. Op hun beurt vormden de ustasja een minderheid in Kroatië. Juist de onwetendheid over zulke dingen wilde ik aan de orde stellen.”

Anda wordt na afloop van de oorlog gearresteerd en in het concentratiekamp op het eiland Goli Otok opgesloten. Waarvoor moet zij boeten?

„Ze had de pech dat ze in de oorlog onder een partizanenleider vocht die er in 1948, nadat Joegoslavië met Stalin had gebroken, van werd beschuldigd Tito naar de kroon te willen steken. Beiden worden van stalinisme beschuldigd. Die partizanenleider wordt in zijn cel vermoord, zij belandt in Goli Otok. Terwijl Tito tot 1948 zelf een fanatieke stalinist was. In Goli Otok, waar de omstandigheden veel erger waren dan in de Goelag, moest Anda heropgevoed worden.”

Een ander hoofdpersonage in uw boek is het Huis in de Ilica waar Anda met een aantal andere personages woont. Dat Huis is deels de verteller. Waarom heeft u voor die vorm gekozen?

„Het Huis staat centraal in mijn verhaal. Het ziet alles wat er in zijn kamers gebeurt, zelfs als de bewoners in bed liggen of in de spiegel kijken. Daarmee probeer ik wat humor in het verhaal te krijgen. Maar het Huis is ook discreet en heeft geen oordeel over anderen. Op den duur ontdekt het echter dat die middenpositie niet genoeg is. Want je moet op een gegeven moment partij kiezen. Dat het Huis dat zo lang heeft ontkend, komt doordat het niet alles kon zien, omdat het nu eenmaal staat waar het staat. Aan het eind van het boek wordt het dan ook vernietigd door de sloopkogel van een projectontwikkelaar. Tegenwoordig staat er een modern gebouw op die plek.”

Iemand die geen partij durft te kiezen is de classicus professor Gavranic. Hij is een goede vriend van Anda en tevens haar medebewoner in het Huis. Waar staat hij voor?

„Gavranic trekt zich op een gegeven moment terug in een sanatorium op een berg buiten Zagreb. Dat sanatorium doet sterk denken aan De toverberg van Thomas Mann, waar de tijd ook stilstaat. En inderdaad, al is Gavranic een fatsoenlijk mens, tijdens de oorlog durft hij geen partij te kiezen. Behalve op het moment dat hij hoort dat een Kroatische politieagent het Joodse jongetje Magus van het balkon van het Huis in de Ilica heeft gegooid. Hij beseft dan dat al zijn kennis onvoldoende is om zo’n misdaad te begrijpen. Terwijl hij tot die tijd een klassieke intellectueel was, die zijn bibliotheek belangrijker vindt dan mensen.”

Dat Joodse jongetje Magus is de tweede engel in uw roman. Ook hij is een vondeling. Vanuit het Joodse weeshuis van Zagreb is hij in 1941 in het Huis in veiligheid gebracht. Hij lijkt in visioenen door de tijd te zweven, van de ene verschrikkelijke eeuw naar de andere.

„In mijn boek beschrijf ik dat er een oud chassidisch verhaal bestaat over een ziel die doorgegeven kan worden van de ene op de andere mens. Dat gebeurt bij Magus, die daardoor iets eeuwigs krijgt.

„Zo’n tien jaar geleden woonde ik in Parijs een lezing bij van een rabbijn die het concentratiekamp had overleefd. Hij vertelde het verhaal van een jongetje dat met zijn moeder in de gaskamer stond. Dat jongetje vroeg aan haar waarom ze het licht hadden uitgedaan. Hij was toch lief geweest? Na afloop van die vergassing zat dat jongetje nog levend op de grond, wat de SS in paniek bracht.

Je kunt je niet eeuwig blind houden voor de zwarte bladzijden uit het verleden. Nabestaanden blijven altijd vragen wat er gebeurd is

„Dat verhaal heeft me zo aangegrepen dat alles wat ik tot nog toe heb geschreven voor dat jongetje is bestemd. Daarom heb ik van Magus een onsterfelijk, maar sensitief iemand gemaakt, die wil zien wat er met dat jongetje is gebeurd. Hij wil bij wijze van spreken hetzelfde zien wat Himmler door het spionnetje in de deur van de gaskamer heeft aanschouwd, waarna de SS-leider een uur lang niets kon zeggen.”

Samen met de in 2023 overleden Dubravka Ugresic behoort u tot de weinigen die over de naoorlogse toestand in uw land hebben geschreven. Hoe kan dat?

„Die naoorlogse repressie van communisten door communisten is een vloek in onze geschiedenis. Over de interne partijstrijd als gevolg van de ruzie tussen Tito en Stalin wordt nog altijd gezwegen, terwijl er toen zo’n honderdduizend mensen zijn vermoord. Maar je kunt je niet eeuwig blind houden voor de zwarte bladzijden uit het verleden. Want zelfs als je blijft ontkennen dat iets is gebeurd, zullen er altijd nabestaanden van slachtoffers vragen wat hun familieleden is overkomen. Alle zwarte bladzijden uit de geschiedenis van ex-Joegoslavië, en met name van Kroatië, staan daarom in mijn roman. Het is een gruwelijk verhaal, maar ik ben niet van plan me ervoor te verontschuldigen. Zo was de wereld waarover ik schrijf nu eenmaal.

„Al die moordpartijen waren grote tragedies, die tegenwoordig vergeten zijn, waardoor niemand er iets van kan leren. Ik ben dan ook blij dat mijn boeken door zoveel jonge mensen worden gelezen. Op Instagram voeren zij er uitvoerige discussies over. Want op school leren ze niets over Goli Otok of over bij Tito in ongenade gevallen communisten.”

De Kroatische autoriteiten zullen het niet zo leuk vinden wat u allemaal schrijft.

„Dat klopt! Kroatië is verdeeld. Maar tenminste weet een deel van de Kroaten dankzij mijn boeken wat er echt is gebeurd. Het nationalisme is een vloek. Maar met De engel van het verdwijnen wil ik hoop geven dat er veranderingen mogelijk zijn, al komen de gedachten die de wereld zullen veranderen, om met Nietzsche te spreken, op duivenpootjes.”

Een ander belangrijk personage zonder wortels is het meisje Magda, dat het klooster in gaat. Zij is zeer vroom. Waarom is religie zo belangrijk in uw boek?

„Zelf ben ik atheïst, maar in de loop der jaren heb ik begrip gekregen voor mensen die geloven. Magda is geïnspireerd door het geloof, zoals jonge communisten dat in mijn boek zijn door de leer van Lenin. De ustasja zijn daarentegen geobsedeerd, zoals nationalisten dat vandaag de dag ook zijn. Dat verschil tussen inspiratie en obsessie is een van mijn leidmotieven.

„Alle religies hebben het over de ziel. Als ik in mijn boek Tito met andere partijleiders in zijn blauwe trein rondom de kist van een overleden partijkopstuk laat zitten, denkt ook hij dat er iets moet zijn. De scène in die trein is waargebeurd. Tito was een religieus persoon. Het programma van Jezus is tenslotte in wezen communistisch.”

Hoe heeft de Kroatische katholieke kerk op uw boek gereageerd?

Ook over haar rol in de oorlog wilde ik een discussie op gang brengen. Maar zodra je over kardinaal Stepinac begint, de aartsbisschop van Zagreb die in de oorlog Joden en Serviërs redde, anticommunist was en na 1945 tot een lange gevangenisstraf werd veroordeeld, doet iedereen er het zwijgen toe.”

Als ik alles zo hoor, bent u nog lang niet klaar met de geschiedenis van uw land.

„Na afloop van de Joegoslavië-oorlog in de jaren negentig kon ik niet meer. Ik wilde geen nachtmerries meer hebben, zoals Anda op haar oude dag. Ik wilde gewoon weer toneel schrijven en mensen aan het lachen maken in plaats van aan het huilen. Ik had genoeg van de geschiedenis. En toch moet ik er nog een derde boek over schrijven. De hoofdpersoon daarin is mijn grootmoeder. Haar levensverhaal is fantastisch en gaat over een matriarchale persoon wier zoon, de broer van mijn moeder, in de oorlog door de ustasja naar concentratiekamp Jesenovac wordt gestuurd en daar sterft.”



Delen