N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Sociale huur De bouw van sociale huurwoningen aan de Leusderweg komt niet van de grond. Hoe dat komt? Omwonenden, zegt de gemeente. De gemeente, zeggen de omwonenden.
Aan de Leusderweg 249, tussen een oude schoolmeesterswoning en een jarendertigwoning, bevindt zich een open veldje. Tot voor kort stond hier een school. En inmiddels hadden er veertien sociale huurwoningen moeten staan. Maar die komen maar niet van de grond – letterlijk.
Hoe dat komt? Het hangt ervan af wie je het vraagt. Een klein deel van de omwonenden blijft maar bezwaar maken en procederen, zeggen de gemeente en woningcorporatie. Nee, zeggen die omwonenden, als de gemeente beter geluisterd had en zelf niet zo traag was geweest, dan hadden die huizen er allang gestaan.
Het plan
In 2016 publiceerde het toenmalige college van burgemeester en wethouders van Amersfoort een lijst met tientallen locaties voor sociale woningbouw. Waaronder: de Leusderweg. De school zou vertrekken, en de grond was gemeentebezit. Daardoor zou het relatief eenvoudig zijn sociale huurwoningen te bouwen, zo was de gedachte. Bovendien was de locatie geschikt voor de bouw van betaalbare woningen met een tuin: een schaars woningtype waaraan veel behoefte is, omdat er uit financiële overwegingen vooral kleine sociale huurappartementen worden gebouwd.Op een eerste inloopavond, oktober 2018, presenteerden gemeente en corporatie hun plan: vijftien sociale huurwoningen van twee verdiepingen met een puntdak (een ‘kap’, in jargon). Vooral de bewoners van de Timorstraat, achter de Leusderweg, vreesden bij dit ontwerp voor hun privacy, omdat de nieuwe bewoners door de hoogte van de woningen in hun tuinen zouden kijken. Daarop bedachten bewoners een alternatief plan, waarbij het bestaande schoolgebouw getransformeerd zou worden tot appartementencomplex.
Gesprekken met gemeente en corporatie volgden, meer inloopavonden. Twee keer werd het plan nog aangepast. Het uiteindelijke ontwerp: veertien woningen van één verdieping met kap en kleine tuin. Geen gezinswoningen meer, maar huizen voor één of twee personen.
Dat was eind 2019. Een deel van de omwonenden was tevreden. „Laat de bouw beginnen!”, schreven zij in hun positieve zienswijzen. Maar bij een groepje van zo’n vijftien omwonenden waren de bezwaren niet weggenomen. Zij dienden uitgebreide zienswijzen in en vochten de wijziging van het bestemmingsplan aan bij de Raad van State. Die deed in september uitspraak: de omwonenden verloren de zaak.
Een bezwaar tegen de vergunning voor het kappen van vier bomen, is onlangs afgewezen. Er zijn nog mogelijkheden de kap- en omgevingsvergunning juridisch aan te vechten. De gemeente verwacht desalniettemin dat de bouw tussen eind dit jaar en midden volgend jaar van start kan gaan. De oorspronkelijke planning was 2020.
De corporatie
Jan van den Berg, gebiedsontwikkelaar bij woningcorporatie de Alliantie, is al vanaf het begin bij het project aan de Leusderweg betrokken. „We hebben er heel veel energie in gestopt om de plannen te veranderen”, zegt hij. „We hebben gekeken of we het schoolgebouw konden transformeren, maar de kwaliteit was te slecht. Het lukte ook niet om in dezelfde vorm een appartementencomplex te bouwen. Dan kreeg je galerijen en zouden mensen vanuit hun slaapkamerraam de tuin van de buren in kijken.”
Bezwaren van omwonenden, zegt hij, gingen over zaken als geluidsoverlast of verkeer. „Maar wat er doorheen sijpelt: dit gaat om sociale woningbouw in een omgeving met veel duurdere koopwoningen. Sommige bewoners zijn positief over zo’n aanvulling, maar er zijn er ook die denken dat de barbecue de hele tijd aan zal staan.”
Wat door de kritiek op dit project heen sijpelt: dit gaat om sociale woningbouw in een omgeving met veel duurdere koopwoningen
In een „gevoelig gebied als de Amersfoortse berg” komen dat soort bezwaren vaker voor, ziet hij. „Ik vermoed dat mensen hier de middelen en contacten hebben om te procederen. Er is best veel geld mee gemoeid geweest. Als je de hoeveelheid papier ziet die er voor dit project is gerealiseerd: daar schrik je van.”
Er is in dit volle land steeds meer om rekening mee te houden – en daarmee om ter discussie te stellen, ziet Joan van der Burgt, regiodirecteur bij de Alliantie. „Er zijn meer belangen, de complexiteit van bouwprocessen neemt toe. Denk aan flora- en faunawetgeving, welstandscriteria, duurzaamheids- en participatieregels. De insteken om ergens bezwaar tegen te maken, zijn hierdoor ook toegenomen.”
Van den Berg vindt het jammer dat er aan de Leusderweg geen gezinswoningen meer komen. „En je weet wat er sinds 2020 met de bouwkosten is gebeurd. Met alle respect, maar het is allemaal gemeenschapsgeld dat door al die vertraging verdwijnt.”
De boze bewoner
„Wij zijn niet tegen woningbouw, en ook niet tegen sociale woningbouw”, zegt een bewoner van de Leusderweg, die de groep vertegenwoordigt die naar de Raad van State is gestapt. Hij wil niet met zijn naam in de krant, omdat hij geen zin heeft in reacties. „Ons doel is altijd geweest: een betere inpasbaarheid in de omgeving. Het zijn relatief veel kleine woningen op een niet zo’n groot perceel. Ze zijn er op het ontwerp een beetje in gefrommeld.”
De omwonenden hebben, zegt hij, voortdurend geprobeerd de dialoog aan te gaan met de gemeente. „Dan kom je in een traject terecht wat ‘participatie’ genoemd wordt. Maar je kunt constateren: in grote lijnen staat al vast wat er moet gebeuren.” Dat is heel frustrerend, zegt hij. „Er is nooit enige discussie geweest over de vraag wát er op die plek moest komen. Het was gelijk: het wordt woningbouw en zo gaat het eruit zien.”
Nu de Raad van State uitspraak heeft gedaan, is de zaak wat hem betreft na ruim vier jaar afgedaan. „En ik bestrijd het verwijt dat het ‘door die nare bewoners allemaal zo lang duurt’. Ja, dat is een factor geweest, maar ik denk dat de vertraging voor driekwart op conto komt van de gemeente zelf. Ze nemen voor iedere stap héél veel tijd.”
De wethouder
Ruimtelijke Ordening-wethouder Rutger Dijksterhuis (ChristenUnie) denkt niet dat er bij het project op de Leusderweg iets is misgegaan. „We zien bij veel woningbouwprojecten in de stad dat mensen willen meepraten, maar liefst ook over de vraag óf er überhaupt woningbouw komt”, zegt hij. „Dat speelt bij sociale woningbouw nog meer: daartegen is de weerstand vaak groter.”
Maar burgerparticipatie gaat niet over ‘alles’, zegt hij. „Er is geen wet die zegt: burgers mogen alles bepalen. Wij zijn er als gemeente voor het algemeen belang, voor alle woningzoekenden die nog bij hun ouders wonen en níet betrokken zijn bij dit project. Wij zien een groot woningtekort en wijzen plekken aan voor woningbouw. Als alleen de bouwplannen doorgaan die door 100 procent van de omgeving worden verdragen, dan bouw je helemaal niets meer.”
Als alleen de bouwplannen doorgaan die door 100 procent van de omgeving worden verdragen, dan bouw je helemaal niets meer
Dijksterhuis ziet een mondiger geworden burger en een samenleving die juridiseert. Maar dat geldt, zegt hij, niet voor alle type burgers. „We hebben ook bouwplannen in sociaal-economisch minder sterkere wijken. Daar zien we vaak minder weerstand en participatie komt later op gang.”
Dat is de participatieparadox: als vooral een bepaalde groep mensen participeert en daar iets mee wint, kan het de ongelijkheid vergroten.
Wat ook meespeelt: de openbare ruimte wordt drukker. „Wij bouwen in Amersfoort bijna alleen maar binnen de stad, waardoor er meer mensen door bouwplannen worden geraakt. En men ziet het vaak als een verslechtering als de eigen omgeving drukker wordt. Maar in de ruimtelijke ordening is niets voor eeuwig.”
De tevreden bewoner
Buurvrouw Pau Honig kijkt straks uit op veertien parkeerplekken – niet bepaald idyllisch. Toch vindt ze het goed dat de woningen worden gebouwd. „Want er is woningnood. En ik woon zeer riant.” Ze vindt dat de gemeente en corporatie „best goed” hebben geluisterd naar omwonenden en in het ontwerp veel rekening hebben gehouden met hun zorgen. „Er ligt nu een plan waarvan ik denk: kom op, ga eens bouwen!”
Foto Bram Petreaus
Illustratie en animatie Myrthe van Heerwaarden