De ambtelijke onrust op het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat over de opstelling en uitspraken van staatssecretaris Chris Jansen (PVV) – zoals het publiekelijk verdedigen van Geert Wilders’ ‘minder Marokkanen’-uitspraak – zwelt aan. Een groep van 175 ambtenaren stuurde Jansen vrijdagmiddag een brandbrief.
Verder hebben zeker twee ambtelijke adviseurs van Jansen zich vanwege zijn omstreden uitspraken recentelijk ziek gemeld. De ondernemingsraad van het ministerie schrijft in de meest recente nieuwsbrief „signalen te ontvangen, uit verschillende hoeken, over het gevoel van een onveilig werkklimaat en een onveilige sfeer”. Dat alles blijkt uit onderzoek van NRC.
In het tv-programma Goedemorgen Nederland zei Jansen op 24 september nog altijd achter Wilders’ uitspraak uit 2014 te staan, toen de PVV-leider zei „minder Marokkanen” in Nederland te gaan regelen. Jansen bij WNL: „Absoluut.” Wilders werd voor de uitspraak veroordeeld tot aan de Hoge Raad. „Ik mag als persoon denken wat ik wil”, zei Jansen in het ochtendprogramma. „Dat staat mijn functioneren als staatssecretaris niet in de weg.”
Dat bleek al snel een onjuiste inschatting. Na politieke ophef en een interventie van premier Dick Schoof trok Jansen zijn geuite steun snel weer in middels een verklaring. „Ik neem als staatssecretaris afstand van mijn uitspraken, gedaan tijdens dit mediaoptreden. Deze persoonlijke opvattingen reflecteren niet het kabinetsbeleid.”
Vertrouwelijke mail
Jansens afgedwongen statement kon niet voorkomen dat zijn optreden tot grote beroering leidde onder zijn eigen ambtenaren. „Veel collega’s voelden zich onveilig bij die uitspraken”, schreef de hoogste ambtenaar van het ministerie begin oktober in een vertrouwelijke mail aan alle medewerkers. „Dat begrijp ik goed en ik trek mij dat ook bijzonder aan. Het is immers mijn werk om te zorgen voor een werkomgeving waarin iedereen zich veilig voelt en op een integere manier kan werken.”
Jansens optreden leidt tot grote beroering onder zijn eigen ambtenaren
Bij de begrotingsbehandeling van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) in de Tweede Kamer op 10 oktober ging het opnieuw mis. Jansen stelde aanvankelijk „geen signalen” te hebben gehad van ambtenaren op zijn ministerie wier vertrouwen hij zou hebben beschaamd met zijn uitlatingen bij WNL. Dat leidde, volgens meerdere bronnen, tot grote irritatie op het ministerie én tot een aanvaring van Jansen met een paar ambtenaren in een schorsing van het debat.
Aan het einde van het Kamerdebat probeerde Jansen, daartoe ambtelijk aangespoord tijdelijk de schorsing, de situatie te redden. „Ik heb begrepen dat er wat onduidelijkheid is over mijn opmerking over geen signalen van mensen van wie ik het vertrouwen moet terugwinnen op het ministerie. Ik heb begrepen dat er mensen zijn die daar graag met mij over willen praten. Dat zeg ik bij deze toe, mijn deur staat namelijk altijd open.”
’Zwaar gevoel’
In de afgelopen weken meldden zeker twee beleidsadviseurs van Jansen, beiden met een migratieachtergrond, zich ziek na diens recente uitlatingen.
Een groep van 175 ambtenaren met uiteenlopende achtergronden en functies bij I&W neemt nu stelling in een mail aan Jansen, die is ingezien door NRC. „Uw uitspraak tijdens het begrotingsdebat (…) liet ons, uw ambtenaren, achter met een zwaar gevoel”, schrijven ze.
De meeste van de briefschrijvers deelden hun ergernis en zorgen over Jansen met collega’s en ambtelijk leidinggevenden, maar niet rechtstreeks met de staatssecretaris. „De drempel om ongevraagd deze signalen te agenderen bij een bewindspersoon ligt voor ons hoog.”
Om te voorkomen dat ambtenaren „opnieuw worden gekwetst” door Jansen „en zich nog meer alleen gelaten voelen” door de leiding van het ministerie, uiten ze hun noodkreet nu per mail. Ze nemen daarin afstand van Wilders’ ‘minder Marokkanen’- uitspraak en schrijven „diversiteit te zien als kracht”. En: „Wij staan voor de gelijkwaardigheid van alle mensen.”
De mail eindigt met twee verwijten aan de ambtelijk leidinggevenden van het ministerie. „We vinden dat I&W er alles aan moet doen om het vertrouwen terug te winnen van mensen die door deze uitspraken (opnieuw) zijn gekwetst” en „verwachten dat iedereen zichzelf mag zijn en hierin openlijk wordt gesteund, door alle lagen van de organisatie”.
Brandbrief
De ambtelijke brandbrief valt nagenoeg samen met de laatste nieuwsbrief van de ondernemingsraad van het ministerie. Die „benadrukt” in een interne mail van 6 november „begrip te hebben” voor de „emoties, zorgen en onrust” bij medewerkers van I&W naar aanleiding van Jansens uitspraken.
De raad schrijft verder „signalen te ontvangen, uit verschillende hoeken, over het gevoel van een onveilig werkklimaat en een onveilige sfeer” bij het ministerie.
De onrust bij I&W staat niet op zich. Een vijftigtal rijksambtenaren, allen met een migratieachtergrond, uiten onlangs hun zorgen in een brief aan de minister van Binnenlandse Zaken Judith Uitermark (NSC), waarover NRC donderdagavond schreef. De groep vraagt de minister dringend „structurele maatregelen” te treffen tegen „institutioneel racisme, discriminatie en etnisch profileren binnen de rijksoverheid”.
Uitermark stuurde eind oktober een brief naar de Kamer over „de aard en impact” van ervaringen van rijksambtenaren met racisme binnen de organisatie. Dat onderzoek „geeft een schrijnend beeld van ervaringen met racisme op onze werkvloer. Dit is allereerst ontzettend pijnlijk voor de medewerkers die hierdoor worden getroffen. En het is onacceptabel.” Om daar aan toe voegen: „Dit kabinet heeft bovendien in het regeringsprogramma de daadkrachtige aanpak van alle vormen van discriminatie en racisme opgenomen.”
Zowel staatssecretaris Jansen als de hoogste ambtenaar van I&W waren vrijdagmiddag niet bereikbaar voor commentaar.