Sinds jaren zeventig steeds meer vrouwen economisch zelfstandig, maar nog niet zo veel als mannen

In 2022 was bijna 70 procent van de Nederlandse vrouwen economisch zelfstandig, blijkt uit een analyse van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De economische zelfstandigheid van vrouwen lijkt niet ten koste te gaan van die van mannen: dat aantal bleef stabiel, rond 80 procent. Dit cijfer gaat niet om deeltijdbanen of de hoogte van een salaris, maar of iemand op minstens bijstandsniveau verdient.

Volgens de analyse van het CBS werken jonge vrouwen tegenwoordig bovendien vaker door, rond de leeftijd dat veel mensen kinderen willen krijgen. Bij de generatie geboren tussen 1960 en 1975 constateerde het CBS nog een „dal” in het aantal economisch zelfstandige vrouwen: het aandeel steeg tot 25 jaar maar daalde daarna weer, tot 35 jaar. Bij de generatie geboren sinds 1990 neemt het CBS die daling niet meer waar. Volgens het CBS komt dit doordat jonge vrouwen vaker blijven werken rond die leeftijd. Uit een analyse van vorig jaar blijkt dat vrouwen ook meer uren werken dan vroeger, maar nog niet zoveel als mannen.


Lees ook
Dit is wat een auteur van een boek over de loonkloof erover zegt

Jij hebt toch niet zo’n hoog loon nodig?

Het aantal economisch zelfstandige vrouwen is sinds de jaren zeventig flink gegroeid, van 20 naar 70 procent. Een groot deel daarvan komt door de emancipatiebeweging van vrouwen in de jaren zeventig. Afgelopen jaren vlakte die groei af, hoewel vrouwen tijdens economische crises sneller economisch zelfstandig werden: van 2009 tot 2013 zag het CBS een hogere stijging dan normaal. De loonkloof tussen mannen en vrouwen werd in 2022 iets kleiner, blijkt uit data van het CBS, maar bestaat nog steeds. Het gemiddelde uurloon van vrouwen lag bij de overheid 5,1 procent lager dan mannen, en in het bedrijfsleven 16,4 procent. Volgens onderzoek van Intermediair en Nyenrode Business University lijkt de loonkloof afgelopen jaar weer gegroeid.