‘Vanaf mijn eerste jaar heb ik reuma. Ik moest altijd zware medicatie slikken, die mijn immuunsysteem onderdrukte. Dat maakte me vatbaarder voor virussen en infecties. Ik was vaker ziek dan gezond.”
„Op mijn zestiende ben ik me gaan verdiepen in alternatieve geneeswijzen. Ik stopte met mijn medicatie en ben anders gaan eten: geen gluten, minder lactose, minder bewerkt voedsel. Voor een bourgondiër is dat niet makkelijk. Om het leuk te maken, deelde ik mijn gerechten op Instagram. Daar verdien ik nu mijn geld mee.”
„Artsen adviseren je natuurlijk niet om zomaar te stoppen met je medicatie, al helemaal niet als je die al je hele leven slikt. Maar de injecties die ik kreeg, maakte mij drie dagen ziek. Dan had ik twee goede dagen, waarna ik weer zo’n injectie nodig had. Ik dacht: wat is erger dan twee goede dagen per week? Voor mij was het het risico waard.”
„Door me op mijn voeding en levensstijl te focussen, heb ik mijn klachten onder controle. Ik wil niet claimen dat je met een dieet zoals dat ik volg alles oplost, want ook ik heb nog wel eens pijn: als het te erg wordt, krijg ik prednison.”
„Mijn gerechten zijn simpel en puur, ik gebruik niet te veel pakjes en zakjes. Met mijn video’s wil ik laten zien hoe makkelijk dat kan zijn.”
„Wat ik minder leuk vind aan mijn werk, is dat ik continu ‘aan’ sta. Soms leef je daardoor minder in het moment. Ik zou graag eens een hele week offline willen zijn. Maar het algoritme straft je daarvoor af: je video’s bereiken dan een minder groot publiek.”
Al negen zomers op rij tovert Wiesja Dijkstra (62) een kleurrijk doolhof vol activiteiten en verrassingen tevoorschijn aan de Keuningsweg in het Groningse dorp De Wilp. Het begon eigenlijk als „een probeerseltje”, vertelt Dijkstra. De boerderij waar ze woont, ooit haar ouderlijk huis, kijkt uit op een maisveld. En opeens zag Dijkstra daar meer in.
En zo geschiedde. Eind mei wordt het veld ingezaaid, en zodra de mais opkomt gaat Dijkstra aan het werk. Dan begint de praktische uitvoering van de plannen die ze de hele winter heeft bekokstooft. Ze werkt op een middelbare school en tijdens haar zomervakantie is het doolhof dagelijks geopend; alleen bij temperaturen boven de 28 graden en aanhoudend hevige regen blijft ze dicht. „Het is echt zes weken knallen en dan is het weer voorbij”, aldus Dijkstra.
Verdwalen kun je in het doolhof zeker; de maisstengels zijn zo hoog dat niemand boven het veld uitsteekt en de paden zijn desoriënterend genoeg om menig bezoeker op een doodlopende weg te laten stuiten, ondergetekende incluis. Om je heen klinkt het gekwetter van andere bezoekers, maar die zijn voldoende op afstand om je toch afgezonderd te wanen.
Foto Sake Elzinga
Het thema van dit jaar is ‘jarig’, dus is het doolhof extra feestelijk. Maar voor je je verjaardag kunt vieren, moet je natuurlijk wel eerst worden geboren. Het avontuur begint daarom op het liefdespaadje, dat naar een enorme baarmoeder leidt. Daar kunnen bezoekers door te sjoelen met beschuit met muisjes bepalen welk geslacht hun hypothetische nakomelingen zullen krijgen.
En dan is het tijd voor de verjaardagsfeestjes. Twaalf, voor ieder sterrenbeeld een. Een slaapfeestje, een bezoekje aan de dierentuin, een griezelpark, een karaokebar en een zandbak, allemaal met bijbehorende spelletjes.
Dijkstra richt zich ook op een ouder publiek. Zo kondigt ze op de website een heuse ‘mindfuck’ aan – die belofte wordt waargemaakt – en is er een verstopte uitgang, waarvan je de locatie door middel van aanwijzingen bij elkaar kunt puzzelen.
Toch zijn de raadsels en de strategie die je leiden naar de geheime uitgang niet aan iedereen besteed, vertelt Dijkstra. „Er zijn hordes mensen die de spelregels niet goed lezen; soms stoppen ze al na de derde regel, als het informatiebordje überhaupt gevonden wordt.” Tegelijkertijd zijn er volgens Dijkstra genoeg mensen die terugkomen, erop gebrand om de geheime uitgang tóch te vinden. In totaal kan een bezoek, als je alle feestjes aandoet, wel twee tot drie uur duren. Daarom is er ook een ‘nooduitgang’, zodat bezoekers hun zoektocht kunnen staken wanneer ze maar willen.
Foto Sake Elzinga
De familie Postma uit Drachten – vader Ancel (38), moeder Inge (36), Levi (6) en Chloe (4) – loopt kriskras langs de opdrachten en spelletjes in het doolhof. Hun zoon heeft autisme, het volgen van het gehele parcours is niet aan hem besteed. „We lopen vooral rond”, zegt Inge. Op die manier heeft Levi geen last van de overdaad aan indrukken. Hij is volgens zijn vader „lekker zen”.
Het maisveld uit Dijkstra’s jeugd is nu een „kunstuiting”. Over alles is nagedacht, om de haverklap vind je tussen het hoge groen kleurrijke altaartjes of geknutselde grapjes. En dat is niet vreemd: „mooie dingen maken” is Dijkstra’s hobby. Het doolhof doet haar denken aan de toneelstukken die ze eerder schreef: „Als je een toneelstuk schrijft, dan schrijf je de rol van een speler. Hier maak ik het decor. Maar mijn gedachten zijn bij de spelers: de kleintjes, de ouderen, van allerlei leeftijden. In mijn hoofd loop ik door het doolhof om hun ervaring vorm te geven. Zo creëer ik een decor van beleving.”
Harige benen steken onder het douchehokje uit. Badmeester Amr ziet me ernaar kijken en begint op de deur te bonzen. Het probleem: het bad is op dit tijdstip gereserveerd voor vrouwen. Nog een probleem: de benen zijn niet van een zwemmer, maar van een van de mannen uit Bangladesh die het zwembad onderhouden en schoonmaken. En, zegt Amr, het is niet de bedoeling dat zij hier douchen.
Schuldbewust stapt de man uit het hokje. Donker haar, mager, ik schat hem begin twintig. Ik vraag waarom hij hier doucht. Hij had gezweet van het werk, zegt hij. Dat is niet heel logisch, want de werkdag is net begonnen. Ik vraag hem waar hij woont. In Khaitan, een overvolle wijk vol slechtbetaalde migranten in appartementenblokken in erbarmelijke staat.
In Koeweit bestaan villawijken en vervallen buurten naast elkaar. In de villawijken wonen Koeweiti’s en expats, in de vervallen wijken de armste arbeidsmigranten. Zoals de zwembadwerker; hij deelt er een kamer met zeven anderen. Ik snap dat douchen op het werk prettiger is.
Hij is niet de enige die van het Swimming Pool Complex zijn thuis lijkt te hebben gemaakt. Het is het enige openbare buitenbad van Koeweit. Ik kom er geregeld en vaak is er zo goed als niemand, althans qua zwemmers. Soms tref ik een schoonmaakster aan, slapend op een matje in de douches in de kelder, slippers en telefoon naast zich. Ze komt uit Nepal. Dat zei ze toen ze een keer verschrikt wakker werd en ik een praatje probeerde te maken. Of ik zie de dames die de wc-blokken schoonmaken hun kleren en potten en pannen wassen onder de buitendouche. In hun blauwe outfits en kleurige hoofddoek zitten ze gehurkt te boenen. Een fles Fairy – de regionale variant van Dreft – naast zich.
Het Swimming Pool Complex, het enige openbare buitenbad van Koeweit.
Foto Mohammed Alkouh
Ik vind dat om meerdere redenen een beetje onprettig. Dat ik tussen de etensresten sta te douchen, is er een van. Maar meer nog word ik overmand door een gevoel van triestheid; dat deze mensen in wezen geen thuis hebben, terwijl ik lekker diervriendelijke conditioner in mijn haar sta te smeren.
Eigenlijk ziet iedereen die in het Swimming Pool Complex werkt er sjofel en moe uit. Ze sloffen door het complex met een vaatdoekje in de hand, proberen zuchtend een kapotte parasol omhoog te krijgen of hangen verveeld achter de balie.
Het complex, gebouwd in 1988, bestaat uit veel beton en weinig groen. Het water komt uit zee – zoals al het water in Koeweit – en is ontzilt in een van de acht ontziltingscentrales in het land. Watertekort is er niet echt, maar al dat ontzouten trekt wel een zware wissel op de elektriciteitsvoorziening en dus de planeet.
Van half zes ’s morgens tot half elf ’s avonds houdt Nurnahar de boel schoon
„Kip, rijst, vis, groente, peper, kruiden.” Nurnahar (48), rond gezicht, glinsterend neussierraad en een zwart-witte hoofddoek die als een soort cape over haar werkkleding uitloopt, beschrijft de lunch die ze elke dag van huis meeneemt. Van half zes ’s morgens tot half elf ’s avonds houdt ze de boel schoon. Lange werkdagen, maar dat deert Nurnahar niet. Thuis is het niet per se comfortabeler; ook zij deelt een kamer met vijf anderen. Het bedrijf waarvoor ze werkt, regelt huisvesting en transport naar het werk, verder niets. Eten koopt en kookt ze zelf, en neemt ze dus mee naar het zwembad. Ze verdient 350 euro per maand, komt uit Mumbai, is ongetrouwd en begrijpt niet wat ik bedoel met de vraag of ze haar werk leuk vindt.
Wat ze vooral belangrijk vindt, is dat ze „over een tijdje” drie maanden met verlof gaat naar huis. Haar familie woont „niet ver van de Gateway of India”. Ze begint me tot in detail uit te leggen hoe je bij haar huis in Mumbai komt. Dan vindt ze het mooi geweest en schiet het wc-blok in. Ik heb dan mijn baantjes, die ik elke vrijdagochtend trek, er al op zitten. Binnen, want dat bad is langer en buiten is voor families; dat betekent kinderen. Voor baantjes trekken geldt: hoe minder zielen, hoe meer vreugd. Ik douch buiten, droog vijf minuten op in de zon. Dan trek ik jurk en gympen aan, zeg gedag tegen de badmeesters en stap in de auto.
Op de terugweg rij ik even langs het gebouw waar Nurnahar woont – dat had ze me ook tot in detail uitgelegd. Het is een grijs woonblok in een dichtbevolkte buurt met stoffige straten, veel Indiase winkeltjes en hete zanderige vlakten waar tientallen oude Tata-bussen geparkeerd staan waarin iedereen naar zijn werk vervoerd wordt. Het is 45 graden en niemand loopt voor zijn plezier op straat. Ik denk dat het zwembad niet alleen een werkplek en praktische (af)wasplek is voor Nurnahar. Het is ook een plek waar je tenminste kunt ademhalen.
Het eerste punt is misschien wel het moeilijkst: een woning. Een gemiddelde studentenkamer kost 683 euro, volgens de laatste cijfers van verhuurplatform Kamernet. In Amsterdam ligt het gemiddelde nog hoger: 979 euro. Daarnaast loopt de kamernood op, volgens dataonderzoek van NRC: in het tweede kwartaal van 2024 werden nog zo’n 45.000 woningen aangeboden, dit voorjaar waren dat er minder dan 26.000 – een afname van 40 procent.
Die cijfers stemmen niet hoopvol. De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) geeft tips: schrijf je in op betrouwbare verhuurplatforms, zoals op room.nl en Kamernet, of antikraakorganisaties zoals Ad Hoc. Ook is het een goed moment om je Facebookprofiel af te stoffen of er eentje aan te maken: in ‘Kamer Gezocht/Aangeboden’-groepen komen veel kamers langs.
Illustratie Pam Werlotte
Pas wel op voor scams: op sociale media kan iedereen zich voordoen als verhuurder. Als het te mooi lijkt om waar te zijn, is het dat meestal ook, waarschuwt LSVb. Betaal geen borg voordat je de kamer hebt gezien en deel niet zomaar persoonlijke documenten, zoals een scan van je paspoort. LSVb heeft een overzicht samengesteld van betrouwbare (Facebook)groepen en platforms per studentenstad.
Wil je reageren op een huis? Wees niet te standaard in je berichtje, tipte Maja van Casteren (20), tweedejaars archeologie in Leiden, vorig jaar aan NRC. Vertel welke bands of festivals je leuk vindt, of welk recept je goed kan maken. Sommige huizen krijgen namelijk zeventig, tachtig mailtjes. „Je moet origineel zijn, maar het niet te gek maken.”
Lees ook
Succesvol hospiteren, hoe doe je dat? ‘Je moet origineel zijn, maar het niet te gek maken’
Als je een contract voor je neus krijgt vol rare termen, kun je terecht bij de Housing Hotline van de studentenvakbond, vertelt LSVb-voorzitter Maaike Krom. Twee juristen van het LSVb behandelen alle vragen rondom huisvesting, huurbazen en huurrecht.
Kamer gevonden? Vergeet je niet in te schrijven bij je nieuwe gemeente. Het komt vaak voor dat studentenkamers worden aangeboden waar ‘inschrijving niet mogelijk’ is; weet dat dat niet zonder risico is: je ontvangt geen officiële post, kan toeslagen mislopen en riskeert een boete van maximaal 325 euro.Als je een zelfstandige woning hebt bemachtigd – met een eigen toegangsdeur, keuken en wc – heb je wellicht recht op huurtoeslag.
2Regel je zorgverzekering én toeslag
„Vaak vergeten studenten dat ze een zorgverzekering moeten afsluiten”, ziet Sam de Jong, bestuurslid bij het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO).
Tot je achttiende ben je meeverzekerd bij de zorgverzekering van je ouders, daarna ben je verplicht om een eigen verzekering te regelen. Doe dat binnen een maand na je verjaardag, anders riskeer je een boete. Zorgverzekeringen beginnen dit jaar vanaf 141,40 euro per maand met een eigen risico van 385 euro; met een hoger eigen risico wordt je maandelijkse premie lager. Ook goed om te weten: zodra je 18 bent, worden tandartskosten niet meer vergoed via de basisverzekering, en heb je daarvoor een aanvullende verzekering nodig.
Het goede nieuws is dat je ook aanspraak kan maken op zorgtoeslag. Hoeveel je krijgt is afhankelijk van je situatie, dit jaar kun je maximaal 131 euro ontvangen. Ook als je ouders je zorgpremie nog betalen, heb je recht op zorgtoeslag.
Als je uit huis gaat, regel dan meteen ook een huisarts, tandarts, en apotheek in je nieuwe stad. „Want als je dat pas bedenkt als je het echt nodig hebt, is het vaak al te laat”, zegt De Jong, die uit eigen ervaring weet dat het niet ideaal is om pas een huisarts te regelen als je daadwerkelijk ziek bent.
3Studieboeken: liever lenen dan kopen
Zodra je de literatuurlijst hebt, is het slim om zo snel mogelijk te checken waar de boeken beschikbaar zijn, tipt LSVb-voorzitter Maaike Krom. „Soms heeft de universiteitsbibliotheek maar 1 of 2 exemplaren, en dan grijp je er snel naast.”
Volgens Krom zijn studieverenigingen of Facebookgroepen van de studie ook goede opties. „Dat zijn typische plekken waar tweede-of derdejaars hun boeken verkopen.” Een stuk goedkoper dan een gloednieuw boek, en duurzamer.
Voordat je alle titels op de literatuurlijst aanschaft, is het goed om even te controleren hoeveel hoofdstukken je daadwerkelijk moet lezen, tipt Emma Mouthaan, oprichter van Skere Student, een blog met budgettips voor studenten. „Soms lees je maar één hoofdstuk of gaat het om aanbevolen in plaats van verplichte literatuur. Dan is het zonde als je het hele boek koopt.”
4…en haal je neus soms uit de boeken
Veel universiteiten en hogescholen bieden goedkope sportfaciliteiten aan voor studenten. Maar dit voorjaar dreigden die abonnementen wel drie keer zo duur te worden: het – inmiddels demissionaire – kabinet wilde dat universiteiten belastinggeld uitsluitend zouden besteden aan onderwijs, en niet om sporten voor studenten te subsidiëren. Na ophef beloofde de minister het in ieder geval komend jaar te gedogen.
„Maak er dus volop gebruik van dit jaar”, adviseert De Jong van ISO. „Al hoop ik wel dat het ook na dit jaar niet wordt doorgevoerd.”
5Studiefinanciering
Studiefinanciering (‘stufi’) is een parapluterm voor een vijftal potjes:
Basisbeurs. De hoogte van de basisbeurs hangt af van het type onderwijs – mbo of hbo/wo – en of je thuis woont of op kamers. Thuiswonende mbo-studenten krijgen 103,78 euro per maand, thuiswonende hbo-en wo-studenten krijgen 125,99 euro. Uitwonende studenten krijgen meer, respectievelijk 338,68 euro bij een mbo-studie en 314 euro bij hbo en wo.
Aanvullende beurs. Als de draagkracht van je ouders lager ligt, kom je in aanmerking voor een aanvullende beurs van maximaal 475,17 euro. Het bedrag hangt af van hun inkomen, hun eventuele studieschuld en het aantal studerende broers of zussen. DUO neemt voor komend studiejaar de inkomensgegevens van de Belastingdienst uit 2023. Is het inkomen flink gedaald sindsdien (meer dan 15 procent)? Geef dan een ander peiljaar op. „Met een zo realistisch mogelijke schatting”, waarschuwt Warner Bargboer, adviseur bij DUO. „Anders riskeer je dat je het later weer moet terugbetalen.”
Studentenreisproduct. Met je studenten-OV mag je niet alleen gratis reizen met de trein, maar ook met de tram of bus, ook als je nog geen 18 bent. Je kiest tussen een week- of weekendabonnement; wisselen mag twee keer per jaar. Doe je hbo of universiteit? Dan gaat het studenten-ov vanaf 1 september in. Voor mbo-studenten is het geldig vanaf 1 augustus, maar reis je tot en met 15 augustus met korting in plaats van geheel gratis.
De basisbeurs, aanvullende beurs en het studentenreisproduct zijn alle drie een prestatiebeurs: als je binnen tien jaar je diploma haalt, wordt het bedrag, inclusief de opgebouwde rente, kwijtgescholden.
Rentedragende lening. Mbo-studenten kunnen maximaal 226,08 euro per maand lenen, hbo en wo-studenten 304,95 euro. Over deze schuld betaal je rente. Terwijl je studeert, geldt ieder jaar een ander rentepercentage, dat elk jaar in oktober wordt vastgesteld. Nadat je je studiefinanciering hebt stopgezetof er geen recht meer op hebt, wordt het percentage voor 5 jaar vastgezet. Bij de invoering van het leenstelselin 2018 was het rentepercentage nog 0 procent, inmiddels is dat gestegen naar 2,57 procent.
Collegegeldkrediet. Daarnaast kunnen hbo- of wo-studenten ook aanspraak maken op het collegegeldkrediet, wederom een lening waarover je rente betaalt. Als je het wettelijke collegegeld betaalt van 2.601 euro, komt dat neer op 210,83 euro per maand. Vraagt jouw opleiding meer collegegeld? Dan kan je collegegeldkrediet oplopen tot maximaal 1.054 euro per maand. Je hoeft niet te verantwoorden dat je het bedrag uitsluitend voor collegegeld gebruikt.
Pas op: ook als je aanspraak maakt op maar één aspect van de studiefinanciering, gaat de teller voor álle potjes lopen. „Voor de meeste studies heb je bijvoorbeeld 48 maanden recht op studiefinanciering,” zegt Bargboer. „Stel, je vraagt alleen het studentenreisproduct aan, dan loopt de teller ook voor de basisbeurs en de aanvullende beurs.”
Als je nog niet zeker weet of je bent toegelaten tot je opleiding, adviseert DUO toch om alvast de studiefinanciering aan te vragen. Dan weet je zeker dat het op tijd klaarstaat. Ga je toch niet studeren, zet het stop voor 1 september. Zo bouw je geen schuld op.
Alles ingevuld maar twijfel je of het allemaal klopt? Bargboer: „Je kan DUO altijd bellen om het even na te lopen.”
6Budgetplanning
Maximaal lenen is aantrekkelijk, zegt Mouthaan van de blog Skere Student, maar, zo weet ze uit eigen ervaring, een torenhoge schuld is makkelijk gemaakt. „Studenten zien een studieschuld als een probleem voor de verre toekomst, dat is natuurlijk niet zo, maar het is voor jongeren moeilijk om de consequenties goed in te schatten.”
Volgens Mouthaan heb je twee opties: vooraf bedenken hoe hoog jij wil dat je schuld isals je afstudeert, en vanuit daar terugrekenen óf een inschatting maken van je inkomsten en uitgaven en het bedrag dat je tekortkomt, lenen. Je kunt hiervoor bijvoorbeeld de maandbegroting vanNibud gebruiken.
Lees ook
Hoe komt de student rond? ‘Ik wil niet eens weten hoe hoog mijn schuld nu is’
Het is slim om maandelijks een moment te plannen om terug te kijken op je uitgaven, zegt Mouthaan, om te zien waar je kan besparen. „Als je ziet dat je 100 euro per maand kwijt bent aan, stel, koffietjes-to go, probeer het de volgende maand dan naar 80 euro te krijgen, de maand daarop naar 70.”
Je DUO-lening kan je maandelijks aanpassen, wat fijn is als je een maand krapper bij kas zit. Maar pas op, zegt Mouthaan: „Je ziet vaker dat mensen hun lening steeds verder omhoogzetten, in plaats van naar beneden bijstellen.”
7Een fiets die tegen een stootje kan
Voor je studententijd wil je een fiets die een beetje hufterproof is en tegen een stootje kan in de overvolle fietsenrekken bij de universiteit.
Illustratie Pam Werlotte
Swapfietsen, met hun herkenbare blauwe voorbanden, zijn niet weg te denken uit het straatbeeld. Maar zijn ze voordelig? Je bent – met studentenkorting – 17,90 euro per maand kwijt, wat neerkomt op 214,80 euro per jaar. Reparaties en onderhoud zijn gratis. Maar, zonder extra verzekering van Swapfiets, kunnen de kosten toch oplopen: een gestolen Swapfiets kost je 40 euro, mits hij op slot stond, 250 euro als je geen sleutel meer kunt inleveren. Ook betaal je 25 euro voor een nieuwe sleutel en 40 euro voor ‘schade die verder gaat dan normaal gebruik’.
Je betaalt dus voor het gemak. Maar je bent waarschijnlijk voordeliger uit met een tweedehands exemplaar van de fietsenmaker of Marktplaats. Beknibbel niet op een extra kettingslot, en een bel is in de Randstad ook geen overbodige luxe, om toeristen aan de kant te jagen als je je college moet halen.
8Een bijbaan
Maar liefst 88 procent van de hbo- en wo-studenten heeft een bijbaan en/of een betaalde stage, bleek vorig jaar uit het Het Studentenonderzoek van het Nibud. Gemiddeld werken ze dertien uur per week en verdienden ze 560 euro per maand.
Zo hoef je als student minder te lenen, maar het is belangrijk om een goede balans te bewaken tussen werken en studeren, aldus Mouthaan. „Het moet niet zo zijn dat je niet meer aan studeren toekomt.”
Hoe komt de student rond? ‘Ik wil niet eens weten hoe hoog mijn schuld nu is’
9Van INKOM tot Eureka: introductieweken zijn een aanrader
De Eureka in Rotterdam, de HOPweek in Den Haag, de KEI-week in Groningen, of de INKOM in Maastricht: eind augustus organiseren studentensteden introductieweken om de eerstejaars welkom te heten. Elke stad heeft zijn eigen titel en programma. Tweede-of derdejaarsstudenten zijn mentorouders en nemen je mee op sleeptouw naar barbecues in het park, activiteitenmarkten en feesten. Via-via lukt het vaak om een logeerplekje te regelen in een studentenhuis. Emma Mouthaan: „Je leert op een laagdrempelige manier de stad kennen: iedereen gebruikt op dat moment nog Google Maps om van a naar b te komen.”
Illustratie Pam Werlotte
„Het is de perfecte mogelijkheid om te verkennen of je je op je gemak voelt bij een studie-, studenten- of sportvereniging”, zegt ISO-bestuurslid De Jong. „Het is de tijd waarin ik de meeste van mijn vrienden heb ontmoet.”
De introductieweken zijn goed om „in het studentengevoel te komen”, zegt LSVb-voorzitter Maaike Krom, maar skip ook de introductie van je studie niet. Die vindt vaak later plaats, in de eerste week van je studie. „Het is slim om bij alle eerste informatiemomenten te zijn zodat je weet bij wie je in de klas of werkgroep komt,hoe het rooster werkt en je kunt dan ook vragen stellen tweede- of derdejaars.”
10Wees een beetje lief voor jezelf
De overgang van middelbare school naar studie is een „hele veranderlijke tijd”, zegt Sam de Jong van ISO. „Je stapt in een volledig nieuwe wereld. In de eerste weken komt er een waslijst van dingen op je af.”
Dat kan zijn tol eisen op je mentale gezondheid: als je je eenzaam voelt of veel last hebt van prestatiedruk, kun je binnen je opleiding terecht bij een studieadviseur of studentenpsycholoog; via de huisarts kan je een verwijzing krijgen voor de praktijkondersteuner of psycholoog. Ook zijn er bij meerdere onderwijsinstellingen student support groups om met medestudenten te praten.
Wees lief voor jezelf en probeer tussen de colleges en hospiteeravonden door ook wat rust te pakken. Nog één essentiële tip van De Jong: „Bij de supermarkt zijn eens in de zoveel weken de instantnoedels één plus één gratis. Dat is een ideale snack als je ’s ochtends bent vergeten dat je ontbijt op is.”
Illustratie Pam Werlotte
<dmt-util-bar article="4900959" data-paywall-belowarticle headline="De Studentenchecklist: wat je moet regelen als eerstejaars” url=”https://www.nrc.nl/index/slim-leven/de-studentenchecklist-wat-je-moet-regelen-als-eerstejaars-a4900959″>