Simpel buisje om bacteriën op de huid te onderzoeken

Bacteriën en schimmels horen bij de huid, maar huidcellen kunnen doodgaan als er in het laboratorium bacteriën en schimmels kweekhuid binnendringen. Onderzoekers hebben nu een manier gevonden om op een relatief groot oppervlak kweekhuid microbioom aan te brengen zónder dat die huid kapot gaat.

Een goedkoop en eenvoudig glazen cilindertje bleek de oplossing, laten onderzoekers van het Nijmeegse Radboudumc zien in een studie die zij onlangs publiceerden in het wetenschappelijk tijdschrift Microbiome.

De onderzoekers zetten een cilinder in het midden op de kweekhuid, een paar millimeter van de rand van de huid in het kweekbakje. De bacteriën en schimmels die hiermee aanbrachten, bleven binnenin de cilinder, die aan de boven- en onderkant open was. Ze konden niet bij de randen van de kweekhuid komen, daar waar de barrière van de huid ‘lek’ is. Zo werd voorkomen dat micro-organismen vanaf die rand de huid binnendrongen, de huidcellen onder de hoornlaag doodden, en de kweekhuid onbruikbaar maakten voor onderzoek.

Veel geld

Bacteriën en schimmels beschermen de huid, maar als de samenstelling van het microbioom uit balans raakt, kan de huid ziek worden. Andersom kunnen aandoeningen ook de balans van het microbioom verstoren. Het is daarom belangrijk om in het lab de wisselwerking tussen micro-organismen en de huid te onderzoeken. Zo kunnen wetenschappers meer te weten komen over aandoeningen als eczeem en acne en kunnen ze behandelingen beter testen.

De nieuwe Nijmeegse methode kan in de toekomst ook proefdieronderzoek terugdringen, bijvoorbeeld om allergische reacties op cosmetica te testen.

Normaal gesproken zijn onderzoekers beducht voor micro-organismen in het lab. Misschien heeft het daarom ook wel zo lang geduurd voordat een promovendus met deze simpele oplossing kwam, zegt hoofdonderzoeker Dermatologie Ellen van den Boogaard. „Iedereen die met cellen en weefsel in het laboratorium werkt, is gewend om supersteriel te werken, met antibiotica in het kweekmedium en alcoholspray om alles te desinfecteren. Wanneer je bacteriën in het lab gebruikt, is dat ook een besmettingsrisico voor andere experimenten in het lab.”

Onderzoekers brengen wel gecontroleerd micro-organismen aan op de huid. „Maar dan pipetteren we een klein drupje midden op de huid zodat het niet bij de rand komt”, zegt Van den Boogaard. „Dat kleine oppervlak van circa één millimeter maakt dat je veel materiaal, veel proeven, veel tijd én dus veel geld nodig hebt. Als je een cilinder met een diameter van zes millimeter hebt, kun je op één stukje huid meer analyses doen.” Groot voordeel is dat er geen nieuwe dure apparatuur voor nodig is. „Elk lab heeft deze cilinders liggen.”

Dijkje

Waarom zo’n cilinder dan niet eerder uit de kast gehaald? Onderzoekers denken vaak te moeilijk, zegt Van den Boogaard. „We waren heel lang gefocust op het afsluiten en afplakken van de randen, en vergaten dat je ook een dijkje kunt neerzetten.”

Zo eenvoudig als het nu lijkt, alsof alleen even een cilinder op de kweekhuid moest worden gezet, was het overigens niet. „Toen we het microbioom van patiënten gingen gebruiken in plaats van bacteriestammen uit het lab, kregen we toch infecties. We hebben ook andere omstandigheden, zoals temperatuur en luchtvochtigheid, moeten aanpassen om de nieuwe methode te laten slagen.”