Wat is het nieuws?
Shell zal in de rechtszaak met Milieudefensie tot het bittere eind door strijden. Als Shell in hoger beroep opnieuw verliest, stapt het oliebedrijf sowieso naar de Hoge Raad, zegt Shell topman Wael Sawan in NRC. En „die stelt misschien wel een vraag aan het Europese Hof van Justitie”, de allerhoogste rechtbank in de EU.
Shell zegt daarnaast weliswaar nu maatregelen te nemen om zijn uitstoot te verminderen, maar het oliebedrijf gaat pas op het allerlaatst, als het hele juridische spel is doorlopen, de bulk van de ingrepen doen die nodig zijn om de zwaarste bepaling uit het vonnis uit te voeren, – een zwaarwegende inspanningsverplichting om de uitstoot van alle klanten per eind 2030 met 45 procent te hebben teruggedrongen.
„Uiteindelijk moeten we ervoor zorgen dat we tegen 2030 het vonnis kunnen uitvoeren. Daarvoor brengen we in kaart wat we tegen die tijd precies moeten doen. Dat zijn extreme maatregelen, zoals ons terugtrekken uit landen, stoppen met de verkoop van bepaalde producten, het verkopen of sluiten van benzinestations. Maar die maatregelen voer je natuurlijk niet nu al uit, want je wilt eerst het hele proces doorlopen. En wij geloven in ons juridische gelijk,” zegt Sawan.
Het vonnis uit 2021 van de Rechtbank Den Haag werd direct van kracht. Naast de zwaarwegende inspanningsverplichting voor het terugdringen van de uitstoot van zijn klanten, gaat het om een plicht voor Shell om zijn eigen uitstoot per eind 2030 met 45 procent te hebben verminderd. Shell kreeg in het vonnis de vrijheid om zelf te bepalen hoe het de eisen uitvoert.
„Wij zijn er diep van overtuigd dat op geen enkel bedrijf een individuele plicht kan rusten om de uitstoot van klanten te verminderen. Welk recht heb ik om jou als klant te dwingen een ander product te kopen, met weliswaar minder uitstoot, maar dat duurder is?”, aldus Sawan.
Op 12 november doet het Gerechtshof in Den Haag uitspraak in het hoger beroep.
Wael Sawan verheft zijn stem niet, maar na een half uur aan vragen over waarom Shell niet méér doet tegen gevaarlijke klimaatverandering, klinkt de 49-jarige topman van de oliemultinational toch geagiteerd. „Ik weet dat het in Nederland voelt alsof we almachtig Shell zijn. Maar de realiteit is: in de wereld zijn we steeds kleiner geworden.”
„Het intrigeert mij, de macht die mensen Shell toedichten”, zegt de Libanees-Canadees, die anderhalf jaar geleden het roer overnam van de Nederlander Ben van Beurden. „Ik kan makkelijk een lijst maken van meer dan vijftig bedrijven die ons kunnen overnemen. Dat zijn niet alleen beursgenoteerde bedrijven. Het zijn ook nationale oliebedrijven, een aantal private spelers. Er is heel veel geld in de wereld. Wij zijn klein in die grotere context. We produceren minder dan 1,5 procent van de olie in de wereld. De grote beslissingen over het energiesysteem worden niet door Shell genomen, ook niet door Europa, maar door China en India.”
De rest van het gesprek lijkt Sawan de geduldigheid zelve. Hij is innemend, maakt grapjes, en laat af en toe wat persoonlijks zien. Op de vraag hoe je zijn Arabische voornaam precies uitspreekt, antwoordt hij: „Eigenlijk is het ‘Wa-El’. Mijn vader kon dat altijd zo scherp uit zijn mond laten klinken, als hij boos op me was”, grapt hij. „Maar hier zeg ik vaak: spreek het maar uit als ‘while’”, net als het Engelse woord.
Hij ontvangt in het Shell-lab aan het IJ in Amsterdam, waar zo’n duizend mensen werken aan energietechnologie van de toekomst. Deze ochtend is hij komen vliegen vanuit Abu Dhabi, om ’s avonds weer door te reizen naar Londen, waar hij samen met zijn vrouw en drie zoons woont. Maar hij neemt toch de tijd. Als een groepje enthousiaste lab-mensen staat te wachten om hem de nieuwe superlader voor binnenvaartschepen te tonen, probeert hij ook zorgvuldig de allerlaatste vragen van de verslaggevers te beantwoorden.
Het lijkt zijn manier om begrip te creëren voor Shell in een woelige tijd. Het concern met meer dan duizend vennootschappen in zeventig landen ligt, net als andere fossiele energiebedrijven, van alle kanten onder vuur. Omdat het met zijn gigantische verkoop van fossiele brandstoffen een van de grootste veroorzakers van de opwarming van de aarde is, maar zijn verantwoordelijkheid tegelijkertijd niet zou nemen om de klimaatcrisis tegen te gaan.
Shells vergroening vordert slechts mondjesmaat, zeggen de critici – en volgens sommigen krabbelt Shell zelfs terug. De voorlopige climax van die maatschappelijke druk is de internationaal spraakmakende rechtszaak die Milieudefensie zes jaar geleden begon tegen Shell, en die leidde tot de baanbrekende verplichting voor Shell om zijn uitstoot van broeikasgas – en die van zijn klanten – per 2030 met 45 procent terug te hebben gebracht. Het hoger beroep dat Shell daartegen aanspande, diende in april dit jaar.
In de ogen van Sawan kun je dit niet eisen van Shell. Shell kan niet afdwingen dat mensen elektrische auto’s kopen of minder vliegen. Shell kan in zijn eentje niet het tempo opvoeren waarmee de scheepvaart en het vrachtvervoer overschakelen op schonere brandstoffen. Daar is de overheid voor nodig.
Milieudefensie ziet in Shell juist een „private grootmacht” die de samenleving en de overheid sterk beïnvloedt en vergroening tegenhoudt. „Shell heeft er bijna als geen ander bedrijf in de wereld een ware kunst van gemaakt om de politiek en het publiek te beïnvloeden en om zodoende de klimaataanpak en energietransitie tegen te werken en te vertragen”, betoogde Milieudefensie in het hoger beroep.
Over één ding zijn de opponenten het eens: het vonnis dat het Gerechtshof op 12 november uitspreekt, heeft brede implicaties. Milieudefensie waarschuwt dat als Shell gelijk krijgt, ook veel andere bedrijven het klimaatprobleem zo veel mogelijk zullen negeren. Sawan waarschuwt voor een verslechtering van het investeringsklimaat als Shell de zaak verliest. „Dit is een zaak met grote gevolgen voor Nederland.”
Tijdens het gesprek maakt hij onomwonden duidelijk tot het bittere eind door te zullen strijden. Als Shell de rechtszaak opnieuw verliest, stapt zijn oliebedrijf sowieso naar de Hoge Raad. En „die stelt misschien wel een vraag aan het Europese Hof van Justitie”, de hoogste rechtbank in de EU. En wat ook helder wordt: Shell zegt wel maatregelen te nemen om zijn uitstoot te verminderen, maar het oliebedrijf gaat pas op het allerlaatst, als het hele juridische spel is doorlopen, de bulk van de ingrepen doen die nodig zijn om de zwaarste bepaling in het vonnis uit te voeren– een zwaarwegende inspanningsverplichting om de uitstoot van al zijn klanten bijna te halveren.
Gaat u weg uit Nederland als Shell opnieuw ongelijk krijgt?
„Nee. Dat heeft ook geen zin, want dit vonnis geldt wereldwijd, je kan er niet voor wegrennen. Wij willen bovendien geen vluchtelingen zijn van het vonnis.”
Met al die beroepsmogelijkheden die u wil aflopen, zijn we zo jaren verder en dicht bij 2030. Vertraagt u de uitvoering van het vonnis?
„Kijk nou naar wat wij al gedaan hebben. Wij hebben de energietransitie jaren geleden al omarmd. Terwijl anderen het vooral bij praten hielden, investeerden wij. We zijn al bezig met het reduceren van onze eigen emissies, ons reductiedoel is zelfs hoger dan wat geëist wordt. En we willen de uitstoot van klanten die onze olieproducten gebruiken met 15 tot 20 procent verlagen in 2030.”
Maar het totaal aan uitstoot van uw klanten blijft gelijk tot 2030, gaf u toe bij het hof. Want u gaat meer gas verkopen.
„Wij zijn er diep van overtuigd dat op geen enkel bedrijf een individuele plicht kan rusten om de uitstoot van klanten te verminderen. Welk recht heb ik om jou als klant te dwingen een ander product te kopen, met weliswaar minder uitstoot, maar dat duurder is?”
Maar u moet al wel aan het vonnis voldoen, bepaalde de rechtbank in 2021.
„Uiteindelijk moeten we ervoor zorgen dat we tegen 2030 het vonnis kunnen uitvoeren. Daarvoor brengen we in kaart wat we tegen die tijd precies moeten doen. Dat zijn extreme maatregelen, zoals ons terugtrekken uit landen, stoppen met de verkoop van bepaalde producten, het verkopen of sluiten van benzinestations. Maar die maatregelen voer je natuurlijk niet nu al uit, want je wilt eerst het hele proces doorlopen. En wij geloven in ons juridische gelijk.”
U werkt aan een plan B, maar dat voert u pas uit als het niet anders kan?
„En een plan C, want wie weet waar het vonnis straks op uitkomt.”
U heeft het veel over de verantwoordelijkheid van uw klanten om zelf hun emissies te verminderen. Wat is uw eigen energieverbruik?
„Zuinig met energie omgaan is niet wat ik gewend was. Ik ben opgegroeid in de Verenigde Arabische Emiraten, waar energie zwaar gesubsidieerd wordt en vrijwel gratis is. Ik ben verre van perfect. Ik vlieg de hele wereld rond voor mijn werk – al is dat een bewuste keuze. Maar privé let ik nu wel beter op energie besparen. Ik doe ‘s ochtends vaak het licht uit, als mijn zoons naar school zijn en het aan hebben laten staan. Ik heb een elektrische auto, alhoewel wij thuis vaak ook de metro pakken of te voet gaan. Toen ik een paar jaar geleden in Nederland woonde, pakte ik weleens de fiets. Mijn huis verduurzamen is lastiger. Ik huur altijd woonruimtes – dat is mijn wereld.”
Geloof je in een gebalanceerde transitie, dan moet je bij ons zijn
Bent u vegetariër? We zagen u tijdens een etentje met journalisten aubergine eten, terwijl de anderen vis of vlees kregen.
Lacht. „Nee, dat ben ik niet. Ik eet graag groente omdat het gezonder is dan vlees. Naarmate ik ouder word, heb ik minder tijd om te sporten. Ik ben gek op vlees, maar ik minimaliseer mijn consumptie omdat het ongezond is.”
Niet omdat het slecht voor het klimaat is?
„Nee, vanuit dat perspectief doe ik het niet.”
U zegt steeds dat Shell niet sneller kan gaan dan de samenleving. Maar Shell is een van de machtigste partijen in de samenleving. Shell heeft het geld, de benzinestations, de pijpleidingen, de olievelden, de plasticfabrieken, de olieplatforms, de windmolens, de po-litieke en zakelijke contacten. Dus hoezo is het niet uw verantwoordelijkheid om de energietransitie sneller vooruit te helpen?
„Dat doen we al. We bouwen bijvoorbeeld een groenewaterstoffabriek in Nederland voor meer dan 1 miljard euro. Terwijl er nog geen klanten zijn! We investeren in drie jaar 10 tot 15 miljard dollar in projecten die minder broeikasgassen uitstoten. Dat is net zoveel als het bruto nationaal product van mijn geboorteland Libanon. Maar we moeten wel realistisch zijn en kiezen op welke plekken wij sneller willen gaan dan de samenleving. Ook duurzame investeringen moeten financieel houdbaar zijn, en dat waren ze niet altijd. Dat zorgde voor een lage waardering op de beurs. We hadden de afgelopen jaren makkelijk opgegeten kunnen worden. Verhoudingsgewijs waardeerden beleggers ons aandeel op de helft van dat van onze Amerikaanse concurrenten Chevron en Exxon. De helft! Het is niet terecht om de hele verantwoordelijkheid van deze transitie bij Shell te leggen. Overheden moeten een ecosysteem creëren waarin deze investeringen renderen.”
U zegt het akkoord van Parijs te ondersteunen.
„Dat doen we.”
U zegt het akkoord van de laatste klimaattop te ondersteunen, waarin staat dat de wereld wil ‘wegbewegen’ van fossiele brandstoffen.
„Heel erg.”
De essentie van ‘Parijs’ en de klimaattoppen is dat je niet kunt wijzen naar anderen. Je moet je eigen uitstoot verminderen.
„Ik ben het daarmee eens.”
Hoe kunt u dan de verkoop van fossiele brandstoffen blijven stimuleren, in nieuwe gasvelden investeren en uw olieproductie gelijk houden?
„Dat kan ik heel makkelijk uitleggen. Wij denken dat je de uitstoot in de wereld sterk kan verminderen door kolen te vervangen door gas. We hebben een transitiebrandstof nodig, totdat er batterijen zijn die krachtig genoeg zijn om gedurende langere tijd energie te kunnen leveren, als de zon niet schijnt of het niet waait. Van alle opties die daarvoor nu beschikbaar zijn – denk aan kernenergie, waterkracht – is gas de meest realistische, is onze analyse. En daarom investeren wij in de ontwikkeling van vloeibaar gas. Dat onze olieproductie stabiel blijft, is bijzonder, hè? De wereldwijde vraag naar olie groeit de komende jaren gewoon. En wij volgen die groei dus níét. Dat is een immens grote beslissing.”
Zou u net als uw voorganger Van Beurden zeggen: ik pomp alle olie op die ik kan om aan de vraag te voldoen?
„Nee, dat niet. Zoals gezegd: wij stabiliseren onze productie, terwijl de vraag groeit.”
Maar voor gas volgt u wel die lijn?
„Onze vloeibare-gasverkoop laten we groeien.”
Uw critici zeggen dat u aan het terugkrabbelen bent als het om groene energie gaat. Onlangs pauzeerde u bijvoorbeeld de bouw van uw biobrandstoffenfabriek in Rotterdam.
„Ik ben niet aan het terugkrabbelen, ik kijk wel of projecten financieel óók duurzaam zijn. Bij die biobrandstoffenfabriek groeit de vraag maar heel langzaam, omdat de overheid niet durft te eisen van bedrijven dat ze meer biobrandstoffen gebruiken. Daar hebben we voor de samenleving uit gelopen en een miljard euro geïnvesteerd in de verwachting dat die regels er kwamen, maar die kwamen niet! Dan kun je er nog wel een paar miljard tegenaan gooien, maar uiteindelijk zeggen je aandeelhouders dan: ik wil dat je nooit meer in biobrandstoffen investeert.
„Ik pauzeer liever nu, in de hoop hun vertrouwen te krijgen om later door te mogen gaan met de bouw. Want daar geloven we nog steeds in. Mijn werk is ervoor zorgen dat die 10 tot 15 miljard dollar aan transitie-investeringen me genoeg rendement opleveren zodat ik het recht verdien om naar 15 tot 20 miljard te gaan, en vervolgens naar 20 tot 30 miljard dollar. Geld ophalen bij aandeelhouders is cruciaal voor onze kapitaalintensieve industrie. Als we geen rendement maken, gaan we eraan, dat verzeker ik je. Wij proberen lang genoeg in leven te blijven om het spel te kunnen blijven spelen.”
Je kunt ook denken: we doen er een schepje bij. Nieuwe technologie heeft altijd een turbulente beginfase. De eerste die daardoorheen komt, wint de race.
„Wij willen een energietransitiebedrijf zijn. We doen een beetje olie, een beetje gas, groene waterstof, CO2-opslag, biobrandstoffen, laadpalen. In al die categorieën gaan we voor goud. Wij geloven niet dat we een grote rol te spelen hebben in de opwekking van hernieuwbare elektriciteit. Gespecialiseerde bedrijven kunnen dat beter tegen lagere kosten. Wij moeten maximaal dividend genereren voor onze aandeelhouders en zij moeten dat kapitaal weer steken in hernieuwbare-energiebedrijven. Dat is wat een kapitalistisch systeem moet doen. Onze taak is niet spelen op het veld van anderen. We moeten onze eigen kracht uitspelen.”
Ik zou een baan als deze niet nemen als ik niet hoopvol was
Is dat niet de strategie van een stervend bedrijf? Geef kapitaal terug aan aandeel-houders en zij steken het dan in nieuwe bedrijven die wel groeien?
„Helemaal niet! We investeren 10 tot 15 miljard! We zijn de grootste investeerder in de energietransitie van Nederland. Dat wordt altijd vergeten. We investeren echter alleen in zaken waar wij goed in zijn. We zijn groot in ethanol in Brazilië, investeren in Denemarken 2 miljard euro in biogas. We bouwen de grootste groenewaterstoffabriek in Europa. We zijn de enige, hè? We hebben vier mega offshore windparken in Nederland. En, én, én. Dus het idee dat we niet investeren, is voor mij fascinerend – we hebben overduidelijk niet goed gecommuniceerd. Maar we kunnen niet in alles investeren.”
Maar u investeert veel meer geld in fossiele projecten: 40 miljard dollar in diezelfde periode. Sommige aandeelhouders zijn gedesillusioneerd. Een aantal grote Europese beleggers wil dat u sneller vergroent. Zijn het uw Amerikaanse aandeelhouders die dat tegenhouden?
„Ik kan u verzekeren dat geen van mijn Europese aandeelhouders het prima vindt als ze hun geld kwijtraken.”
Toch zijn een aantal Nederlandse pensioenfondsen bij u vertrokken.
„Elke aandeelhouder moet beslissen wat het beste is voor hem. Daar heb ik geen oordeel over. Ik kijk naar de 80 procent van de beleggers die onze strategie wel steunt.”
Dit is nou precies waarom het kapitalisme volgens sommigen niet werkt.
„Ik ken zelf niet veel van die mensen. Geloof me, op de plekken waar ik kom, Abu Dhabi, China, India, de Verenigde Staten, denkt 70 tot 80 procent van de mensen dat als iets ons gaat redden, dat het kapitalisme is.”
Snapt u niettemin dat sommige mensen een beetje cynisch worden als ze de oliebedrijven bezig zien? Als het nog veel ‘fossielere’ Chevron en Exxon de norm zijn? En als op rendement gerichte aandeelhouders u dwingen minder te vergroenen?
„Dat snap ik. Maar hou oog voor de verschillen. Ik zeg vaak: als je gelooft in een toekomst met fossiele energie, dan moet je investeren in onze Amerikaanse vrienden. Als je gelooft in duurzame energie, dan kun je inderdaad beter bij ‘pure’ groene spelers zoals windmolenbouwer Orsted zijn. Maar geloof je in een gebalanceerde transitie, dan moet je bij ons zijn.”
U doet toch zelf ook best wel zoals Exxon en Chevron? U begon aan deze functie met de belofte dat u ‘nietsontziend’ zal proberen waarde te creëren voor de aandeelhouders.
„Nee. Nee. Nee. Nee. Daar bedoel ik mee dat ik niet hou van geld over de balk smijten. Omdat we dat geld van aandeelhouders hebben gekregen. Ik wil dus niet dat mijn mensen de hele wereld rondreizen als dat niet nodig is. Als het mij zou gaan om zoveel mogelijk geld verdienen met fossiel, waarom zou ik dan besluiten onze olieproductie niet verder te laten stijgen?”
Hebben we wel de tijd voor die gebalanceerde transitie van u, gelet op de steeds zichtbaardere gevolgen van klimaatverandering?
„Je kunt Shell om zeep helpen – er zijn al activistische aandeelhouders langsgekomen die ons bedrijf wilden opknippen. Of we proberen het spel op onze manier te spelen, om zo veel mogelijk invloed uit te oefenen in de goede richting. Maar ik herken je frustratie over waar het met de wereld heen gaat.”
In de rechtszaak stelde Milieudefensie dat oliebedrijven juist lobbyen tégen maatregelen die de transitie moeten versnellen.
„We hebben die claim verworpen. Wij zijn een beursgenoteerd bedrijf dat de plicht heeft om transparant te zijn over onze lobby’s. En dat zijn we. Het is soms ook te simplistisch om te zeggen dat wij ‘voor of tegen’ de energietransitie lobbyen. Persoonlijk geloof ik dat vloeibaar gas een belangrijk onderdeel is van de energietransitie. Maar dat denk jij misschien niet.”
Als u echt wil helpen om klimaatverandering tegen te gaan, zou u ook per land kunnen analyseren wat er nog aan regels ontbreekt om veel sneller de overstap naar hernieuwbare energie te maken. En daarvoor lobbyen.
„Denkt u echt dat we dat nog nooit gedaan hebben? Serieus: denk je dat een bedrijf zo groot als Shell niet weet wat het nodig heeft aan overheidsregels om van bijvoorbeeld groene waterstof een succes te maken? We hebben ook aan regeringen doorgegeven wat er ontbreekt. Maar het is niet aan ons om dit soort privé-uitwisselingen met regeringen publiek te maken, en te zeggen: ‘Kijk, hier is een zwarte lijst van alle dingen die regering A of B nog niet heeft gedaan’. Zodra ik dat doe, zegt diezelfde overheid, met u praat ik niet langer.”
Bent u hoopvol dat uw eigen kinderen en kleinkinderen in een leefbare wereld opgroeien?
„Natuurlijk ben ik hoopvol. Ik zou een baan als deze niet nemen als ik niet hoopvol was. Als ik niet geloofde dat de bijna honderdduizend knappe koppen die hier werken in staat zijn om iets fantastisch voor elkaar te krijgen. Ik geloof diep in de vindingrijkheid van de mens. We moeten niet bang zijn. En niet pessimistisch. Pessimisme is onverantwoordelijk.”
Misschien houden de pessimisten de optimisten juist scherp? Voor als die laatsten te veel gaan denken dat alles wel goed komt?
„Nou, laat ik het dan zo formuleren: pessimistisch zijn en zeggen dat er niks meer aan te doen valt, vind ik onverantwoord. Je moet optimistisch proberen te blijven. De keuzes die ik moet maken zijn soms beangstigend ingewikkeld. Maar we moeten een oplossing vinden te midden van allerlei onzekerheden en bedreigingen. Het moeilijkste is uitvinden welke.”