N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Analyse
Energieprijzen Energiereuzen boeken recordwinsten. Politici zien er aanleiding in om te pleiten voor een hogere belasting. Shell vindt dat het „zijn steentje” bijdroeg door zoveel mogelijk gas te leveren, toen Russisch gas wegviel.
Wat hij er nou zelf van vond, dat zijn bedrijf miljarden winst maakt dankzij de torenhoge energieprijzen, terwijl huishoudens wereldwijd hun rekeningen amper kunnen betalen? De net een maand geleden begonnen nieuwe topman van Shell, Wael Sawan, had tijdens zijn eerste grote publieke optreden afgelopen week meteen lastige vragen te beantwoorden.
Uit de financiële resultaten die hij donderdag presenteerde bleek dat het olie- en gasbedrijf vorig jaar uitzonderlijk heeft geprofiteerd van de energiecrisis. Shell maakte bijna 40 miljard dollar (omgerekend zo’n 36 miljard euro) winst, meer dan twee keer zo veel als de winst van het jaar ervoor en het beste resultaat ooit in de 115-jarige geschiedenis van het bedrijf. Maar de recordcijfers werden niet overal warm onthaald. GroenLinks-leider Jesse Klaver stelde dat Shell „woekerwinsten” maakte „over de ruggen van mensen die lijden onder inflatie”. Ook op rechts klonk ongemak. Minister Rob Jetten (Energie en Klimaat, D66) vroeg zich af of Shell zijn prijzen niet wat had kunnen verlagen, als er toch zoveel geld werd verdiend.
Tijdens de persconferentie had Sawan zijn antwoord paraat. Hij stelde dat hij maar al te goed wist wat de „impact” van de crisis op mensen was. In zijn geboorteland Libanon zitten ze al jaren geregeld zonder stroom, „soms hele dagen”. Maar Shell de schuld van de problemen geven is niet eerlijk, vindt hij. Shell heeft juist zijn steentje bijgedragen door zoveel mogelijk gas te leveren, toen het Russische gas plotseling wegviel. Zonder die leveranties was het, kortom, nog erger geweest. Financieel directeur Sinead Gorman vulde aan dat Shell over het afgelopen jaar wereldwijd 13 miljard dollar (12 miljard euro) aan belastingen moet betalen. Een enorme som waarmee politici ook veel kunnen doen om burgers en bedrijven te helpen. „Wij doen ons deel”, zei Gorman.
Profiteren van de schaarste
Donderdag was Shell de kop-van-jut, maar een dag eerder kreeg ook een andere oliereus, het Amerikaanse Exxon, het om de oren. In dit geval van de Amerikaanse president Joe Biden, die het bedrijf ervan beschuldigde de hoge prijzen bewust in stand te houden door te weigeren de productie te verhogen. Schaarste is immers goed voor de inkomsten en daarmee voor de aandeelhouder, die bij Exxon heilig is, hekelde Biden. Exxon maakte woensdag een winst bekend waarbij zelfs die van Shell verbleekt: 56 miljard dollar (52 miljard euro).
Weer een paar dagen eerder kreeg Chevron al kritiek te verduren, nadat ook deze oliegigant recordwinsten had gemeld. Komende week valt vermoedelijk nog meer ophef te verwachten, want het Franse Total en het Britse BP publiceren dan eveneens hun cijfers en ook zij stevenen af op recordwinsten. Kenners van de oliewereld verwachten dat de gezamenlijke winst van deze vijf oliereuzen uitkomt rond de 200 miljard dollar (184 miljard euro). In de economieën van driekwart van alle landen ter wereld gaat jaarlijks minder geld om.
Gêne op verjaardagsfeestjes
De manier waarop door politici over de energiebedrijven werd gepraat, was soms zo fel dat het bijna klonk alsof zij de nieuwe banken zijn – een enkele politicus nam zelfs het woord nationaliseren in de mond. Banken kregen na de kredietcrisis in 2008 te maken met een bijna aan haat grenzend maatschappelijk wantrouwen. Nu zijn het de werknemers van deze bedrijven die op verjaardagsfeestjes soms gêne voelen om over hun werk te praten – ook omdat ze die woekerwinsten zouden maken met het verkopen van producten die het milieu belasten.
Terwijl Shell in totaal 26 miljard dollar aan aandeelhouders uitkeert, werd slechts 3,5 miljard geïnvesteerd in hernieuwbare energie
In onder andere de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en in Nederland neemt de politieke druk om een (groter) deel van deze ‘exorbitante’ winsten af te romen, en dat te gebruiken om de lasten van huishoudens te verlichten, nu toe. In verschillende landen zoals Duitsland, Italië, Nederland en het VK, moeten energiebedrijven al een ‘solidariteitsbijdrage’ of een ‘meevallerbelasting’ betalen, een speciale heffing bovenop de normale vennootschapsbelasting. Politici zien in de recordwinsten aanleiding om te pleiten voor een nog hogere heffing. In Nederland kwamen linkse partijen, waaronder Volt, GroenLinks, SP, PvdA en Partij voor de Dieren, in reactie op de Shell-cijfers direct met een wetswijzigingsvoorstel hiertoe. In het VK gingen soortgelijke stemmen op.
Lees ookVertrekkende Shell-topman Van Beurden speelde bescheiden rol in publieke debat
Investeringen in fossiel
De oliebedrijven zelf zijn zich van geen kwaad bewust. Shell-topman Sawan benadrukte dat landen die nu worstelen met schaarste daar zelf ook een aandeel in hebben gehad. Er is grote maatschappelijke en politieke druk op bedrijven zoals Shell en Exxon om te ‘vergroenen’, waardoor ze de laatste jaren terughoudender zijn geworden met investeringen in fossiele olie- en gasprojecten. Daardoor is de markt ‘krap’ geworden en als er dan een onverwachte schok komt, zoals het wegvallen van de Russische gasleveranties, zijn de problemen direct groot. „Dit is de realiteit van te weinig investeren”, aldus Sawan, die pleitte voor een meer „gebalanceerde” energietransitie.
Maar een andere realiteit is ook dat de snelheid waarmee fossiele bedrijven vergroenen niet overhoudt, zeggen critici. En waren ze daarmee eerder voortvarender geweest, dan waren de problemen nu misschien minder. De activistische Shell-aandeelhouder Follow This zei donderdag dat Shell nog altijd het overgrote deel van zijn investeringen – 86 procent – doet in fossiele energie, vooral gas. En terwijl Shell over 2022 in totaal 26 miljard dollar (24 miljard euro) aan zijn aandeelhouders uitkeert, werd slechts 3,5 miljard dollar (3,2 miljard euro) geïnvesteerd in de divisie Hernieuwbare Energie. Sawan liet in zijn persconferentie doorschemeren dat dit beleid de komende jaren niet drastisch gaat veranderen, mede omdat de marges op hernieuwbare bronnen nu eenmaal niet geweldig zouden zijn.
‘Weinig ruimte’
Of het daadwerkelijk tot extra belastingen gaat komen, is twijfelachtig. Hetzelfde amendement dat de linkse partijen nu indienen, werd een aantal maanden geleden nog weggestemd in de Tweede Kamer. Minister Jetten gaf aan „weinig ruimte” te zien, omdat het verhogen van de heffing het risico met zich mee brengt dat olieconcerns dan stoppen met het winnen van olie en gas in Nederland. Hij wijst er daarnaast op dat Shell niet meer in Nederland gevestigd is, maar in Londen, en dat daar de winsten dus vooral worden belast. Alleen op de activiteiten van Shell in de Noordzee en in Drenthe kan de Nederlandse overheid een speciale belasting heffen, maar die activiteiten zijn klein en de opbrengsten dus gering. Ook in het VK en de VS lijken (verdere) belastingverhogingen weinig kans te maken. In Washington liggen de Republikeinen dwars en Downing Street 10 liet deze week weten dat er voorlopig geen plannen zijn om actie te ondernemen.
Sawan zelf waarschuwde dat steeds nieuwe belastingen „destabiliserend” werken op een industrie die meestal investeringen doet met een looptijd van tientallen jaren. Vanwege de roep in het VK om hogere heffingen zei hij dat Shell toekomstige investeringen daar nog eens onder de loep gaat nemen, uit zorg over de „stabiliteit van het investeringsklimaat”. Overigens heeft Shell in het VK tot het vierde kwartaal niets hoeven te betalen aan de meevallerbelasting daar. Omdat het veel kapitaaluitgaven rond de exploitatie van nieuwe en het ontmantelen van oude gas- en olievelden in de Britse Noordzee heeft gedaan, waardoor er onvoldoende winst overbleef om de belasting over te betalen. In het laatste kwartaal werd wel 100 miljoen dollar (92 miljoen euro) afgerekend.
En de prijzen gewoon wat verlagen, en iets minder uitkeren aan de aandeelhouders? Dat is vloeken in de kerk van de wereld van grote, beursgenoteerde oliebedrijven. De enige echte oplossing, aldus Shell, is het aanbod vergroten of juist minder energie verbruiken. Maar voor dat laatste is ook de consument zelf verantwoordelijk en aan dat eerste kan Shell uiteindelijk weinig doen, zegt het. Wereldwijd is Shell ‘slechts’ goed voor 1,5 procent van de energieproductie. Zelfs als het daar wat aan toevoegt, zal dat de prijzen nauwelijks dempen.