Shell gaat juist tegen de fossiele trend in, zegt Shell

Je moet het maar durven. Aan de vooravond van een belangrijke klimaatrechtszaak tegen het fossiele energiebedrijf maakte Shell donderdag bekend dat het een belangrijk CO2-reductiedoel naar beneden bijstelt, en een ander zelfs schrapt. Dat terwijl in de genoemde zaak juist alles draait om de vraag of Shell er niet nog een tandje bij moet doen.

Oprichter Mark van Baal van de Nederlandse activistische aandeelhouder Follow This sprak er direct schande van. In zijn ogen is Shell aan het „terugkrabbelen” van zijn volgens hem toch al niet bijster groene koers, en laat het bedrijf nu eindelijk zijn ware gezicht zien: een concern dat helemaal niet echt gelooft in verduurzaming en vooral zo lang mogelijk wil vasthouden aan fossiele brandstoffen, omdat daarmee meer te verdienen is.

Nick Spooner, van een andere activistische aandeelhouder, het Australische ACCR, zei dat Shells stap „op gespannen voet” staat met de mondiale inspanningen voor een klimaat-neutrale wereld.

Concreet schroefde Shell de volgende ambities terug: de gemiddelde uitstoot per eenheid verkochte energie moet in 2030 nu 15 tot 20 procent lager zijn, ten opzichte van ijkjaar 2016. Voorheen lag dat doel iets hoger, op 20 procent. Een gelijksoortig doel voor 2035 – gemiddeld 45 procent minder uitstoot per eenheid verkochte energie – wordt helemaal ‘losgelaten’.

Met deze stappen tempert Shell inderdaad zijn vergroeningsplannen enigszins – in elk geval voor de korte termijn. Maar volgens Shell is daarmee tegelijk nog niet gezegd dat het ‘oude’ 2035-doel niet meer gerealiseerd gaat worden; dat zou nog steeds prima kunnen, al is het dan geen officieel doel meer.

Het ‘einddoel’ voor 2050, gemiddeld 100 procent minder uitstoot per verkochte eenheid energie, blijft bovendien ook gewoon gehandhaafd. Voor de langere termijn zou er dus zeker niets veranderen, stelt Shell.

Nieuw doel

Tegelijk deed Shell nog een andere aankondiging donderdag die eveneens opvallend was, maar die aanzienlijk minder aandacht kreeg. Bij de update van zijn ‘verduurzamingsstrategie’ maakte het olie- en gasbedrijf een compleet nieuw klimaatdoel bekend: in 2030 wil Shell de CO2-emissies die vrijkomen bij het gebruik van zijn (olie)producten door klanten terug hebben gebracht met 15 tot 20 procent, ten opzichte van ijkjaar 2021.

De facto zal dat gaan gebeuren door minder benzine, diesel en kerosine te verkopen, zegt Shell, en tegelijkertijd juist méér producten te verkopen waarvan de CO2-uitstoot lager is, zoals biobrandstoffen of stroom voor elektrische (vracht)wagens. Dat kun je gerust ook een pikante koerswijziging noemen. Tot nu weigerde Shell pertinent om ook maar enige absolute reductiedoelstelling te verbinden aan deze zogeheten scope 3-emissies. Klanten gaan immers zélf over hun verbruik, aldus Shell.

Het is een wijziging die mogelijk verband houdt met een aankomende klimaatzaak. Vanaf april begint het hoger beroep van Shell tegen de baanbrekende uitspraak van een lagere rechtbank in 2019, dat Shell meer moet doen aan vergroening. Die uitspraak verplichtte Shell niet alleen tot het terugdringen van zijn eigen uitstoot, maar ook die van zijn klanten, de genoemde scope 3-emissies.

De zaak was aangespannen door Milieudefensie en bracht een schokgolf teweeg in de internationale fossiele energiewereld. In het hoger beroep probeert Shell die uitspraak alsnog ongedaan te krijgen. Maar ondertussen voert het dus toch alvast een ‘absoluut’ scope 3-doel in. Al geldt dat vooralsnog alleen voor olieproducten die Shell verkoopt en niet voor gas. En juist op gasgebied (vooral lng) wil Shell de komende jaren flink groeien.

Wael Sawan, de nieuwe topman van Shell die begin vorig jaar officieel het stokje overnam van de Nederlander Ben van Beurden, benadrukt in een telefonische reactie hoe belangrijk de nieuwe doelstelling is. Hij spreekt van een „diepgaande” maatregel, want wereldwijd zit de vraag naar olieproducten nog altijd in de lift. Shell gaat hiermee dus „tegen de trend in”, zegt Sawan, en dat kan de buitenwereld zien als teken van Shells oprechte klimaatambities.

„We zijn niet perfect, natuurlijk, maar hopelijk zien mensen toch dat we het goede proberen te doen.”

De topman benadrukt verder dat het doel niet alleen voor de olieproducten geldt die Shell zelf maakt, maar ook voor die van andere oliebedrijven die Shell doorverkoopt. Dat zijn er twee, drie keer zo veel als zijn ‘eigen’ olieproducten.

Werknemers zijn opgestapt

De afgelopen maanden kreeg Sawan juist kritiek dat hij sinds zijn aantreden de vergroening van Shell op een lager pitje zou hebben gezet. Zo heeft hij een doelstelling om de olieproductie jaarlijks te laten slinken met 1 à 2 procent losgelaten (naar eigen zeggen overigens omdat het beoogde einddoel – 20 procent minder olieproductie in 2030 – allang is gehaald). En onder zijn bewind is Shell juist gestopt met het verkopen van (duurzaam opgewekte) stroom aan huishoudens in het Verenigd Koninkrijk en in Duitsland. Verschillende hogere (en lagere) werknemers zijn de afgelopen maanden opgestapt, sommige uit onvrede met de vermeende koerswijziging.

Maar Sawan zelf vindt die kritiek onterecht. Ja, Shell focust volgens hem inderdaad meer op rendement dan onder zijn voorganger, wat soms ten koste gaat van hernieuwbare-energieplannen (want die renderen over het algemeen minder dan fossiele energie). Maar hij kan ook niet veel anders, stelt hij, want met name zijn Amerikaanse aandeelhouders vinden dat er nu onvoldoende geld wordt verdiend door Shell en dat is een existentieel risico: als de beurskoers van Shell achterblijft op die van Amerikaanse concurrenten zoals Exxon en Chevron – wat al een tijdje het geval is – loopt Shell het risico opgeslokt te worden door die veel ‘viezere’ partijen, en kan het helemaal niets doen voor de energietransitie.

Bovendien wil het ook niet zeggen dat hij nul oog heeft voor de emissieproblematiek, zegt Sawan. Sterker, volgens hem doet Shell daarin juist meer dan de andere fossiele-energiereuzen. Scope 3-doelen hebben Exxon en Chevron bijvoorbeeld helemaal niet. „Wij hebben altijd gezegd dat we reductie niet zonder de klanten kunnen doen, maar we gaan het nu toch, voor het eerst, proberen.”


Lees ook
Shell geeft nog altijd te weinig openheid in lobbypraktijken, concludeert groene aandeelhouder

De door olie vervuilde Nigerdelta in Nigeria, in 2020. Shell werd aangeklaagd voor deze vervuiling.

Sawan benadrukt tot slot dat Shells strategie zich niet alleen laat samenvatten als „meer rendement” maar ook als „minder emissies”. Volgens hem probeert Shell in deze fase van de energietransitie vooral een balans te vinden tussen energiezekerheid en betaalbaarheid van energie, en de vergroening. Want in het Westen mag die vergroening dan hoog op de agenda staan, in andere landen willen ze vooral ook dat er energie ís. Zeker sinds de wereldwijde energiecrisis is betaalbaarheid en leveringszekerheid nog belangrijker, zegt hij.

De critici zijn nog niet overtuigd. En dat komt ook doordat nog maar moet blijken in hoeverre het nieuwe doel ‘opweegt’ tegen de afzwakking van de andere doelen. Het nieuwe reductiedoel voor olieproducten moet de totale CO2-uitstoot bijvoorbeeld verminderen met ongeveer 100 miljoen ton, blijkt uit cijfers die Shell vrijgaf. Maar hoeveel extra uitstoot er weer vrijkomt bij de afzwakking van de andere reductiedoelen, is afwachten.

En dat heeft weer mede te maken met een inherente zwakke plek van deze ‘intensiteitsdoelen’: je kunt producten wel minder vies maken, of in de ‘mix’ wat meer schonere producten aan klanten verkopen, zodat de gemiddelde ‘viesheid’ van alle producten daalt. Maar als je ondertussen juist veel meer gas gaat verkopen, kunnen de totale emissies wellicht weer toenemen, of onveranderd blijven. Dan schiet je niet veel op.