Met een ingetogen glimlach zat Jennifer Geerlings-Simons dinsdagavond tussen vijf mannen aan tafel, in een bomvolle zaal in het Marriott-hotel in Paramaribo. Simons, in Suriname bekend als een wat introverte en serieuze intellectueel, hief een glas champagne en proostte met de mannen. In de zaal werd daarna luidkeels uit het Surinaamse volkslied geciteerd. Strey de f’ strey wi no sa frede! – Zonder angst, zullen we strijden!
Even eerder hadden de voorzitters van zes politieke partijen een intentieverklaring getekend om een nieuwe regering te vormen. Zij schaarden zich achter Simons als toekomstige president, die daarmee de eerste vrouwelijke president van Suriname kan worden – als ze uiteindelijk wordt gekozen door het parlement. De partij van de huidige president Chan Santokhi, tweede bij de parlementsverkiezingen van 25 mei, heeft het nakijken.
De strijd om het presidentschap moest Jennifer Simons (71) eerst voeren binnen haar eigen Nationale Democratische Partij (NDP), lang de partij van de eind vorig jaar overleden Desi Bouterse. Hoewel ze de interne verkiezingen om het voorzitterschap vorig jaar won, wilde de partij haar (nog) niet officieel als presidentskandidaat naar voren schuiven. Meerdere NDP-leden hadden eigen ambities, zoals de nummer twee op de lijst, oud-vicepresident Ashwin Adhin en Bouterses weduwe Ingrid, die lijstduwer was.
Lees ook
Lees ook dit commentaar van NRC over de Surinaamse verkiezingen
Communicatie-expert Karin Refos kent Simons goed. Ze werkte sinds 1996 met haar samen in verschillende campagnes over vrouwelijk leiderschap. Doel daarvan was om meer vrouwen op verkiesbare posities te krijgen in de door mannen gedomineerde Surinaamse politiek.
Haar eerste baan was als arts op het Surinaamse platteland, in het dorp Onverwacht
Refos: „Er is een lange weg afgelegd om vrouwen op topposities te krijgen. Tot 1983 gold in Suriname de wet op handelingsonbekwaamheid. Dat betekende dat gehuwde vrouwen niet zelfstandig een bankrekening konden openen, bezit konden hebben of zonder toestemming van hun echtgenoot mochten werken. Het is in dat perspectief een enorme mijlpaal dat we straks een vrouwelijke president hebben.”
Studie geneeskunde
Jennifer Simons groeide op in Paramaribo, als oudste van vier kinderen. „We waren niet rijk maar ook niet arm”, vertelde ze in een interview in Surinaamse media. „Als kind was ik verslaafd aan lezen. En ik hield van voetballen, hoewel dat in die tijd eigenlijk niet mocht als je een meisje was. Ik klom in tamarindebomen en daar trok ik me dan terug en ging lekker een boek lezen.”
Simons studeerde geneeskunde aan de Anton de Kom Universiteit en was klaar in 1979. Ze vertrok naar Nederland om zich verder te specialiseren, maar keerde begin jaren tachtig terug naar Suriname. Haar eerste baan was als arts op het platteland, in het district Para in het dorp Onverwacht, gebouwd op een voormalige plantage. Tijdens een campagnebijeenkomst in de week voor de verkiezingen was ze terug in Para en vertelde over haar begintijd. „Hier is het voor mij allemaal begonnen. Daarom heb ik een bijzondere band met jullie hier in Para”, zei ze tegen een juichende zaal.
Vanaf 1983 werkte ze korte tijd in het Academisch Ziekenhuis in Paramaribo en vervolgens tot 2002 bij de dienst dermatologie. In die periode zette ze in Suriname ook het Nationaal hiv/aids-programma op. Ze ging de politiek in, sloot zich aan bij de NDP en werd in 1996 gekozen in de Nationale Assemblee.
Nadat de NDP in 2010 de verkiezingen had gewonnen, was Simons tien jaar parlementsvoorzitter. Ze stond bekend als een gedreven politica die de wetten en regels goed kende en als voorzitter ook kritisch kon zijn naar eigen partijleden.
Een zware klap voor Simons was het overlijden van haar zoon in 2015, op 33-jarige leeftijd na een ziekbed. Twee dagen na zijn crematie leidde ze de vergadering waarin het parlement een president koos, nadat de NDP opnieuw de verkiezingen had gewonnen. „De viceparlementsvoorzitter die mij kon vervangen was nieuw en onervaren, daarom besloot ik die uiterst belangrijke vergadering zelf te leiden. Dat was natuurlijk zwaar, maar voor het land heel belangrijk”, vertelde ze in een interview.
In 2012 kwam ze onder vuur te liggen toen ze een controversiële uitbreiding van de amnestiewet door het parlement loodste, waardoor Bouterse niet vervolgd kon worden voor de Decembermoorden van 1982. Dat wordt haar nog altijd nagedragen, bleek deze week. „Ik heb geen enkel vertrouwen in mevrouw Simons. Ik neem het haar nog altijd kwalijk dat ze er destijds voor gekozen heeft om mee te helpen aan de amnestiewet”, zei oud-president Ronald Venetiaan (88) in een uitzending van ABC Radio.
Erfenis van Bouterse
Hoewel ze nog steeds achter de amnestiewet staat, probeert Simons zich los te maken van de erfenis van Bouterse en wil ze vooral een eigen koers varen. „Ik ben geen Bouterse en zal dat ook niet proberen te zijn”, zei ze in aanloop naar de verkiezingen. Toch moet ze rekening houden met de zogeheten Boutisten binnen de NDP die er alles aan zullen doen om te zorgen dat hun belangen worden veiliggesteld.
De vraag is of ze de rotte appels binnen haar partij, die zich verrijkten door corruptie, tot de orde kan roepen
Ook is het de vraag of ze de rotte appels binnen haar partij, die zich verrijkten door corruptie, tot de orde kan roepen. „Laten we de hand in eigen boezem steken: wij, de NDP en alle partijen hier aan tafel, en laten we het anders doen. We staan nu op een kruispunt, we kunnen in de toekomst het land opbouwen voor alle Surinamers, met de olie-ontwikkelingen in de toekomst”, zei Simons bij de ondertekening van de intentieverklaring deze week. Vanaf 2028 kan Suriname tientallen miljarden aan olie-inkomsten tegemoet zien.
Karin Refos heeft vertrouwen in de daadkracht van Simons. „Ik denk dat mensen die een scheve schaats willen rijden nu wel uit zullen kijken, omdat ze weten dat Jennifer Simons hen niet zal sparen. Zoals ik haar ken, zal ze dat soort figuren absoluut geen bescherming bieden.”
Simons geniet al jaren bewondering bij Surinamers uit alle geledingen en is ook populair onder jongeren. Refos: „Zij noemen haar ‘tante Jenny’. In onze cultuur is dat de benaming voor een ouder iemand waar je respect voor toont, maar ook iemand die jou comfort en vertrouwen geeft. Ze is een moederfiguur en haar presidentschap zal deuren openen voor alle vrouwen en meisjes in ons land.”
Lees ook
Lees ook deze reportage voorafgaand aan de verkiezingen
