N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Profiel
Wielrennen Sepp Kuss keek op tegen het mentale aspect van het kopmanschap. In de laatste week van de Ronde van Spanje kon hij er niet meer omheen.
Nadat hij zijn vrouw Noemi een dikke knuffel heeft gegeven, kijkt Sepp Kuss om zich heen. Ze staan zaterdag achter de finish van de twintigste etappe van de Vuelta a España en worden omringd, bijna klemgedrukt door talloze fotografen, journalisten en mensen die filmende telefoons in de lucht houden. De Amerikaanse renner van Jumbo-Visma slaakt een hoorbare zucht. „Het is nogal warm hier met al die mensen”, zegt hij zichtbaar ongemakkelijk, waarna het duo zich snel uit de menigte manoeuvreert.
Het is Kuss ten voeten uit. Laat hem maar alleen zijn, lekker fietsen, weg van alle aandacht die daarbij komt kijken – én druk. „Als je zou willen dat ik het goed doe, zouden ze voor mijn part een sprinttrein moeten meenemen, zodat daar de focus op ligt”, zei hij eerder dit jaar tijdens de Tour de France. „Dan kan ik lekker mijn eigen ding doen. Ik zou nooit willen dat iemand mij zou helpen.”
Maar aan aandacht valt niet meer te ontkomen nu de 29-jarige Amerikaan zondag als winnaar van de Ronde van Spanje in zijn rode trui in Madrid is gehuldigd. Met zijn ploeg schrijft hij geschiedenis, als eerste wielerteam dat alle drie drieweekse rondes in een seizoen wint. Dát was een vooropgezet plan, maar bij Jumbo-Visma had men nooit gedacht dat de man die altijd met liefde in dienst van anderen rijdt, nu zelf op de hoogste trede zou staan.
Sportieve jeugd
Kuss (1,82 meter, 61 kilo) is geboren en getogen in het plaatsje Durango in de Rocky Mountains, op bijna tweeduizend meter hoogte. Tussen de bergen groeit de Amerikaan op in een omgeving waar sporten vanzelfsprekend is; ijshockeyen, langlaufen, skiën en veldlopen, Kuss doet het allemaal. Op een fiets zitten, komt er later pas bij. „Ik ben ermee begonnen als een soort crosstraining tijdens de zomermaanden, als ik niet kon langlaufen.”
Als mountainbiker behoort Kuss in de jeugd tot de nationale top in de VS. Als hij gaat studeren, begint hij ook met wielrennen. Kuss vindt die sport uitdagender vanwege het tactische element. „Mountainbiken is gewoon anderhalf uur zo hard fietsen als je kunt. Er zit geen spel in.”
In 2018 wordt hij door Jumbo-Visma opgepikt als talent, en bij de Nederlandse ploeg groeit hij als klimknecht uit tot talisman in de belangrijkste etappekoersen. Bij elk van de zes grote rondes die de Nederlandse ploeg de afgelopen vier jaar wint – drie Vuelta’s, twee Tours, een Giro – is Kuss de laatste secondant die bergop zijn kopman in stelling brengt, ookwanneer hij niet in topvorm is. „Zelfs dan is Sepp een van de vijf beste klimmers ter wereld”, zegt zijn coach Mathieu Heijboer. „Ook al is hij maar een of twee weken goed, dan nog kan hij het verschil maken.”
Lees ook: Bij Jumbo-Visma wilden de renners iets achterlaten voor de eeuwigheid
De verleiding om met die kwaliteiten na te denken over een eigen kans als kopman, kan ook Kuss niet weerstaan. Maar hij vindt zijn tijdrit te slecht om zoiets serieus te overwegen. Nog belangrijker is dat hij opkijkt tegen het mentale aspect van zo’n leidersrol. „Dat eist in mijn geval een grotere tol dan de fysieke uitdaging. Ik kan me niet voorstellen hoe groot die stress moet zijn, dat je continu moet opletten en dat het in een moment voorbij kan zijn”, zei hij daarover in de Tour.
Een atypische renner
Kuss is in dat opzicht een atypische renner, een romanticus die kan genieten van een lastige beklimming en mooie prestaties van anderen. Hij fietst, voor zover dat mogelijk is binnen de wetenschappelijke benadering van Jumbo-Visma, op gevoel. Hij vindt de Vuelta de mooiste grote ronde vanwege het ruige karakter van de koers en omdat hij, sinds hij als wielerprof de overstap naar Europa maakte, in Andorra woont. Het mooiste moment van de afgelopen week noemde hij het feit dat hij zijn succes kon vieren met zijn vrouw en ouders, die hij maar enkele keren per jaar ziet en speciaal waren overgevlogen vanuit Colorado.
Zijn karaktertrekken zaten Kuss in de laatste week van deze Vuelta bijna met fatale gevolgen in de weg. Omdat de Amerikaan zijn plek als kopman niet wilde opeisen en de strijd met ploeggenoten Jonas Vingegaard en Primoz Roglic, dé oorspronkelijke leiders voor deze Vuelta, wel wilde aangaan, kwamen ze nog heel dichtbij – Vingegaard zelfs tot op acht seconden.
Pas na de bergetappe van woensdag gaf de Amerikaan intern onmiskenbaar aan dat hij wilde winnen, en werd besloten dat de ploeg voor hem zou gaan rijden. Van een gift was op dat moment nauwelijks meer sprake: Kuss reed in Valladolid, in de tiende etappe, de tijdrit van zijn leven en verloor daar over een afstand van 25 kilometer minder dan een minuut op de erkende specialisten Roglic en Vingegaard. Op de top van de steile Angliru was het verschil, nadat het duo in de beklimming genadeloos bij hem was weggereden, maar negentien seconden. Kuss reed de vierde tijd ooit op die ruim twaalf kilometer lange klim.
Maar deze Vuelta was niettemin een wijze les voor Kuss, die de afgelopen dagen zei dat hij in Spanje een andere kant van zichzelf had leren kennen. „Ik heb geleerd dat als je iets wil, je ook voor jezelf moet opkomen.”