Nog twee debatdagen en één stemming, en dan wordt duidelijk of de spreidingswet vanaf volgende maand kan gaan dienen als oplossing voor de asielopvangcrisis. De levensvatbaarheid van de wet hangt af van twee stemmen, waarvan nog niet duidelijk is of die er zullen komen en vanuit welke hoek.
De Eerste Kamer debatteert deze maandag en dinsdag over de spreidingswet, die al sinds de zomer van 2022 hevig wordt bediscussieerd. Toen werd de wet door staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel, VVD) aangekondigd, omdat nog te weinig gemeenten uit eigen beweging permanente opvangplekken voor asielzoekers beschikbaar stelden. Honderden asielzoekers die noodgedwongen buiten bij de hekken van het aanmeldcentrum in Ter Apel moesten slapen, waren het zichtbare gevolg.
De nog altijd nijpende situatie in de asielopvang wordt volgens Groningse bestuurders „willens en wetens” in stand gehouden door „het (demissionaire) kabinet, de landelijke volksvertegenwoordigers die elkaar in de greep houden en de gemeenteraden in het merendeel van de gemeenten in het land”, zo schreven zij vorige week in een brandbrief aan Van der Burg en demissionair minister Dilan Yesilgöz (Justitie en Veiligheid, VVD).
Zeker is dat als de senaat over de wet gaat stemmen, er een hoofdelijke stemming komt – individuele senatoren brengen dan hun stem uit, in plaats van dat er per fractie wordt gestemd. Dit gebeurt niet vaak in de senaat. In de Eerste Kamer tellen voorstanders van de wet (GroenLinks-PvdA, CDA, D66, SP, ChristenUnie, Partij voor de Dieren en Volt) 36 zetels, maar voor een meerderheid zijn minstens 38 zetels nodig. Eenmansfracties OPNL en 50Plus hebben nog geen kleur bekend. Staatssecretaris Van der Burg „gaat er tot nu toe vanuit” dat Auke van der Groot van OPNL vóór de wet zal stemmen, zei hij vrijdag na de ministerraad. Over 50Plus-senator Martin van Rooijen wordt gedacht dat hij het CDA zal volgen en zich op het laatste moment als voorstander van de spreidingswet kenbaar maakt. Beide senatoren waren niet bereikbaar voor commentaar.
Fracties van VVD en BBB
Met meer spanning zal worden gekeken naar de fracties van VVD en BBB, waarover in de wandelgangen wordt gefluisterd dat er dissidente senatoren zijn. Dissident, omdat hun landelijke partijleiders hebben uitgesproken tegenstander van de spreidingswet te zijn. Zo baarde een motie van VVD-leider Dilan Yesilgöz, medeondertekend door PVV, NSC en BBB, half december veel opzien tijdens het debat in de Tweede Kamer over de verkiezingsuitslag. De partijen riepen de Eerste Kamer op om de spreidingswet niet in behandeling te nemen, om zo de formatie van een nieuw kabinet niet in de weg te zitten. De oproep werd na veel kritiek vervangen met het verzoek om de wetsbehandeling in de pauzestand te plaatsen.
Daar heeft de senaat zich niets van aangetrokken. Het valt andere senatoren op dat Arie Griffioen (BBB) zich in de afgelopen maanden goed heeft voorbereid en tot het laatste moment informatie aan het inwinnen was. Mogelijk als ‘munitie’ om zijn fractie te overtuigen om zich achter de spreidingswet te scharen. „Ik begrijp dat dit gedacht wordt”, reageert Griffioen. Zijn gedegen „voorbereiding” moet volgens hem eerder gezocht worden in het feit dat hij asielwoordvoerder van zijn fractie is. „Dan mag je verwachten dat ik mij heel goed voorbereid.”
Zijn partij neemt al langer een ambivalente positie in over de spreidingswet. BBB zegt te willen opkomen voor plattelandsgemeenten die veel asielzoekers opvangen, en vindt het hoog tijd dat grote gemeenten in vooral de Randstad meer verantwoordelijkheid gaan nemen. Aan de andere kant stemde partijleider Caroline van der Plas in de Tweede Kamer tégen de spreidingswet en is in het partijprogramma te lezen dat éérst de asielinstroom drastisch naar beneden moet voordat over eerlijke verdeling van asielzoekers valt te praten. Griffioen erkent dat instroom en opvang „onlosmakelijk” met elkaar verbonden zijn. Maar hij benadrukt ook dat de spreidingswet „niet over instroom” gaat.
Lees ook
In Ter Apel worden grenzen overschreden, vindt gemeente. ‘Niet aanvaardbaar. Nu niet en in de toekomst niet’
Bezoek aan Ter Apel
Begin januari toog een delegatie senatoren naar Stadskanaal voor een werkbezoek aan een crisisnoodopvanglocatie. Stadskanaal schoot Ter Apel begin december te hulp door zeer tijdelijke asielopvang beschikbaar te stellen. Betrokkenen noemen het tegenover NRC een „zeer indrukwekkend” bezoek, alleen al omdat de „schrijnende omstandigheden” in de asielopvang zichtbaar waren. Farah Karimi van GroenLinks-PvdA zag dat de aanwezige bestuurders een „zwaar beroep” op de senatoren deden „om de spreidingswet aan te nemen”.
De aanwezigheid van de burgemeesters van Groningen en Westerwolde, COA-directeur Milo Schoenmaker en een IND-manager werd door JA21-senator Annabel Nanninga bestempeld als een „lobbybijeenkomst voor de dwangwet”, al zegt ze hen „heel goed vanuit hun positie” te begrijpen. De bestuurders waren „natuurlijk niet neutraal, maar wel feitelijk”, reageert de Groningse commissaris van de koning René Paas. Hij denkt dat óók senatoren van BBB en VVD daar stonden „omdat ze dat waarschijnlijk zinvol vonden”.
BBB onderhandelt nu als kleine partij (zeven zetels) met PVV, VVD en NSC over een mogelijke coalitie. De Eerste Kamer is de belangrijkste troef van Caroline van der Plas, waar BBB met zestien zetels de grootste is. Die troef moet ze wel waar maken: een senaatsfractie die tegen de partijlijn stemt, zeker op een gevoelig onderwerp als asiel, werkt verzwakkend. „We weten heel goed dat het speelt”, zegt Griffioen. Maar zijn fractie is „nu met de inhoud bezig”; pas na het debat wordt gesproken over hoe er gestemd zal worden en mogelijke partijpolitieke gevolgen ervan, benadrukt hij. Het staat individuele BBB-senatoren vrij om van de fractielijn af te wijken. Dat kan bijvoorbeeld als zij „morele of ethische bezwaren” hebben, zo vertelde fractievoorzitter Ilona Lagas vorige maand in NRC. Strikt genomen hoort de senaat geen politiek oordeel te vormen over een wet, maar vooral naar haalbaarheid en uitvoerbaarheid te kijken.
Als de Eerste Kamer volgende week de spreidingswet wegstemt, zegt Griffioen, dan blijft de noodsituatie in de asielopvang. Haalt de wet het toch, dan wordt er volgens hem „in ieder geval gekozen voor het verminderen” van dat probleem. René Paas denkt tijdens het werkbezoek aan Stadskanaal bij senatoren te hebben gezien waar hij op hoopte: „Dat ze een zelfstandig oordeel vormen over wat er in de asielopvang aan de hand is.”