Schroot gaat niet zomaar meer op de schroothoop: waarom metaalafval van cruciaal belang is voor de energietransitie

Wout Kusters heeft een kerstboom gespot. Bovenin een grote berg schroot steekt een stam met dennentakken naar buiten. „Die zien we wel vaker in deze tijd van het jaar”, zegt de directeur van HKS Metals in Moerdijk.

Je moest eens weten hoeveel van wat bij een schrootverwerker terechtkomt géén schroot is. Het is plastic. Het is doekzeil. Het is rubber – noem maar op. Dat gooien mensen bij de gemeentewerf in de verkeerde bak, of het zit vast aan het oud ijzer dat ze inleveren. Maar daar hebben ze bij HKS dan dus ook allerlei machines voor, om dat schoon te maken en te sorteren.

Even verderop staat de installatie, de grootste shredder-sorteerder van Nederland. Althans, hij staat in een soort grote doos. Aan de ene kant stopt HKS het ingezamelde metaal erin. Aan de andere kant komt het er netjes gesorteerd en in kleine schilfertjes uit: daar een berg plastic, daar een berg ijzer, daar een berg aluminium. „Het is fenomenaal wat er tegenwoordig kan, met een combinatie van sensoren en rekenkracht”, zegt Kusters.

HKS, en wat HKS (circa 400 werknemers, omzet rond de 700 à 800 miljoen euro) doet, is nauwelijks bekend. Maar het handjevol metaalrecyclaars dat Nederland telt, is cruciaal voor de energietransitie. Schroot, oftewel metaalafval, is namelijk hot. Het wordt een belangrijke grondstof bij het produceren van ‘groen staal’. De Europese Unie overweegt het materiaal zelfs op de lijst van strategische grondstoffen te zetten, zoals ook het felbegeerde kobalt en lithium, dat gebruikt wordt voor batterijen van elektrische auto’s. Daarnaast werkt ze aan exportbeperkingen.

Veel staalconcerns in Europa, waaronder Tata Steel in IJmuiden, hebben plannen om te vergroenen door deels of geheel over te stappen op schroot smelten. Als je schroot smelt in een ‘electric arc furnace’, een soort grote badkuip onder stroom, krijg je staal. Dat procedé is erg circulair, en er komt veel minder CO2 vrij dan bij de ‘klassieke’ hoogovenroute. Die draait op basis van steenkool en ijzererts en is extreem vervuilend: staal maken met hoogovens veroorzaakt ongeveer 7 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot.

De verwachting is dat in 2050 ruim de helft van het staal wereldwijd gemaakt zal worden door het smelten van schroot. Dat is nu 30 procent, en betreft op dit moment vooral fabrieken in het Midden-Oosten en in de Verenigde Staten.

De populariteit van schroot mag goed zijn voor het klimaat, de plannen van fabrikanten hebben ook veel vragen opgeroepen. Is er wel genoeg schroot? En is de kwaliteit staal die het oplevert niet te slecht?

Rossig van kleur

Direct na de aankondiging van Tata Steel om over een paar jaar bij de fabrieken in Wales schroot te gaan smelten, was in Britse media kritiek te horen. Waar moest al dat schroot vandaan komen, vroeg onder meer de vakbond zich af? Bij Tata Steel in IJmuiden bestaat een grote angst bij de ondernemingsraad en de vakbonden dat de fabriek minder goed staal zal gaan maken dan nu het geval is. Ook intern is daar veel discussie over geweest voorafgaand aan het besluit om meer schroot te gaan smelten, zo bleek uit een eerdere reconstructie van NRC.

Directeur Wout Kusters staat voor een grote berg schroot van meters hoog. Het is rossig van kleur: staal afkomstig uit de bouw. Het zal binnenkort zijn weg vinden richting vermoedelijk Turkije, India of Egypte. „Maar dit is dus het spul waar we hier in Europa meer mee gaan doen.”

Wout Kuster, topman van HKS Metals in Moerdijk.
Foto Merlin Daleman

Het leven van schroot is relatief simpel, schetst Kusters: het komt van Nederlandse fabrieken als productieafval, van gemeentewerven, van autowrakken. HKS koopt het in, zuivert en sorteert het. Kleine hoeveelheden blijven in Europa, maar het merendeel gaat richting Azië. Daar wordt het omgesmolten bij staalfabrieken tot vooral laagwaardig bouwstaal: kwalitatief niet al te goed, ongeschikt voor bijvoorbeeld auto’s, maar prima als skelet in een gebouw.

Dit schroot zal in de toekomst in Europa blijven, zo is de verwachting binnen het wereldje. Er mogen dan zorgen leven over de hoeveelheid beschikbare schroot om alle nieuwe fabrieken te beleveren, binnen de staal- en schrootsector is dat minder het geval. „Je zal moeten tappen uit het exportschroot”, zegt Robert Stemmer, programmamanager schroot bij Tata Steel IJmuiden. Zo kan de staalfabriek in de toekomst aan genoeg schroot komen om groen staal te maken. „De Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk exporteren samen rond de negentien miljoen ton per jaar. Dus je kan je afvragen: is er een tekort of is er eigenlijk juist genoeg?”


Lees ook
Hoe ze bij Tata Steel sleutelen aan het megaproject dat in één keer goed moet gaan

Tata Steel IJmuiden. Ook klanten dringen sinds een jaar aan op circulair staal.

Dit betekent niet dat er geen uitdagingen zijn. Want hoe houd je dat schroot dan in Europa? Daarover bestaan uiteenlopende ideeën. „De markt gaat z’n werk doen”, zegt Kusters van HKS. Als Europese staalfabrieken meer bieden dan de Egyptische en Turkse, blijft het schroot vanzelf hier.

Veel van het schroot dat HKS Metals verwerkt gaat nu nog naar Turkije en India
Foto’s Merlin Daleman

Dan loopt de prijs wel erg op, is de verwachting, omdat de vraag flink groeit. De Europese Commissie lijkt eerder te mikken op exportbeperkingen in plaats van marktwerking, via de ‘Waste Shipment Regulation’, die in 2025 in moet gaan. Daarbij komen er strenge regels voor de export van schroot naar niet-OESO-landen, waardoor die zal afnemen. Mogelijk komt schroot dus zelfs op de lijst van strategische materialen, zegt Ewa Manthey, die voor ING vanuit Londen de grondstoffenmarkt in de gaten houdt. Daar wordt in Brussel over nagedacht.

Manthey: „We denken dat door deze maatregelen het transport per zee van schroot zal afnemen, vanwege de [westerse] groei in staal maken met schroot.” Daardoor zal het voor importerende landen lastiger worden om schroot te krijgen, denkt Manthey. Landen als India zullen sterker uit hun eigen reststroom moeten gaan putten.

Zorgen over kwaliteit

Manthey wijst op een andere manier om de aanvoer van schroot te verzekeren: staalbedrijven die schrootbedrijven als HKS overnemen. „We zien dat meer en meer in de industrie. In de Verenigde Staten, maar ook in Europa waar ArcelorMittal schrootbedrijven heeft opgekocht.” Ironisch: HKS was tot 2012 deels in handen van de voorloper van het huidige Tata Steel IJmuiden, maar de staalfabriek verkocht het belang.

Dit is maar de helft van het verhaal. Want over de kwaliteit van het schroot, en de kwaliteit staal die het omsmelten ervan oplevert, bestaan nog flinke zorgen. Daar zijn nog veel open eindjes.

Verderop op het terrein van HKS staan drie MRI-scanners hoog opgestapeld: een wirwar van knopjes en buisjes. „Het koper knippen we er nog net uit”, zegt Kusters. Maar verder gaan de dingen compleet de shredder in: de verschillende soorten ijzer, misschien wat aluminium, plastic.

De verwachting is dat in 2050 ruim de helft van het staal wereldwijd gemaakt zal worden door het smelten van schroot. Dat is nu 30 procent.

Foto’s: Merlin Daleman

De machine in Moerdijk kan deze materialen goed scheiden – dat zijn die nette hoopjes aan het einde van de shredderinstallatie. Maar als je van dit oud ijzer weer écht hoogwaardig staal wil maken – bijvoorbeeld voor de auto-industrie – dan moet het nog zuiverder zijn.

Dit is waar ze bij HKS vooral de „hobbels” zien. Oud ijzer omsmelten leidt van oudsher tot slechtere kwaliteit staal. Immers, het oude ijzer is vervuild en bevat allerlei andere materialen, van chroom tot zink. Staal dat op deze manier gemaakt wordt, vindt vandaag de dag vooral een weg naar de bouw, of naar bijvoorbeeld spoorrails: laagwaardige toepassingen waar wat vervuiling niet heel erg is. De vraag waar staal- en schrootbedrijven nu mee aan de slag moeten, is hoe je toch nog zo goed mogelijk staal maakt met dit materiaal. Want het liefst lever je óók aan bijvoorbeeld de auto-industrie.

„Het trucje gaat worden: hoe maken we uit een gemengde materiaalstroom iets wat weinig chemische vervuiling bevat?”, zegt Robert Stemmer van Tata Steel. „Hoe haal je het koper en het chroom eruit?” Tata Steel werkt daarvoor samen met schrootbedrijven om tests te doen.

Een andere benadering is: de vervuiling accepteren, en kijken hoe je de schadelijke effecten van koper, tin, zink in schroot kan beperken. „Al deze stoffen brengen eigen problemen mee”, zegt Maria Santofimia Navarro. De professor in de fysische metallurgie doet aan de TU Delft onderzoek naar de mogelijkheden om toch goed staal te maken van vervuild schroot. Het onderzoek is deel van een consortium waar onder meer industrieconcern VDL en Tata Steel in zitten en waarvoor geld uit het Groeifonds is gekomen: een investeringspot van 20 miljard van de regering.

Breukjes in het staal

Santofimia Navarro wijst erop dat koper bijvoorbeeld een laag smeltpunt heeft, waardoor het zich in het smelt- en stolproces anders gedraagt dan andere materialen. „Dat kan leiden tot breukjes in het staal.” De vraag is of je dat kan voorkomen, door bijvoorbeeld nikkel toe te voegen, of op een specifieke manier met de temperatuur om te gaan in het proces. „Er zijn verschillende strategieën, maar we moeten ze nog onderzoeken.”

Verwerkt schroot bij HKS Metals.
Foto Merlin Daleman

Bij HKS gaat de aandacht voorlopig uit naar het schroot zuiverder maken. Het is een technologisch vraagstuk, zegt Kusters van HKS. In Duisburg heeft het moederbedrijf van HKS, het Duitse familiebedrijf Rethmann, in 2023 een gepatenteerde installatie geopend. Deze scheidt volgens Kusters schroot zo goed dat het direct mee kan met het ijzererts in de huidige hoogovens van ThyssenKrupp, om nieuw staal mee te maken: daardoor daalt de uitstoot nu al, hoewel nog op relatief kleine schaal. „Het is een combinatie van een aantal zaken: de juiste shreddertechniek, de juiste voorbehandeling, sorteertechnieken.”

Kusters heeft hoge verwachtingen van deze uitvinding. Het bedrijf dat als eerste superieur schroot kan scheiden en verwerken heeft een flink concurrentievoordeel. Hoewel ook de timing volgens de directeur cruciaal blijft: je moet de markt niet te vroeg overspoelen met heel schoon oud ijzer, voordat de nieuwe groene smeltinstallaties van de staalfabrikanten af zijn. „We zien een mooie toekomst”, glimlacht Kusters. „Maar je moet er eerst zien te komen.”