Schrik bij kranten, opluchting bij publieke omroep

Terwijl bij de publieke omroep opgelucht is gereageerd op de gevolgen van het Hoofdlijnenakkoord van de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB, is de krantensector ernstig geschrokken.

De verhoging van de btw op kranten en tijdschriften van 9 naar 21 procent die de coalitiepartijen hebben afgesproken „maakt journalistiek voor de burger veel duurder en daarmee voor veel burgers minder toegankelijk”, stelt Herman Wolswinkel, directeur van brancheorganisatie NDP Nieuwsmedia.

Hij voorspelt dat de pluriformiteit van de journalistiek in gevaar komt en noemt reorganisaties bij nieuwsbedrijven „onvermijdelijk”. Uit onderzoek zou blijken dat „zelfs al een kleine btw-verhoging tot rode cijfers bij kleinere uitgevers zou leiden. Met de nu voorgestelde zeer forse btw-verhoging zullen de effecten schadelijk zijn voor het hele journalistieke landschap.” De btw-verhoging zou de staatskas jaarlijks 300 miljoen euro moeten opleveren.

Journalistenvakbond NVJ noemt de maatregel „een klap in het gezicht van de journalistiek”. Algemeen secretaris Thomas Bruning ziet de btw-verhoging als „een gifpil” in het akkoord, die er „linksom of rechtsom toe zal leiden dat het publiek meer zal moeten gaan betalen voor hoogwaardige journalistiek”.

Volgens het Vlaamse nieuwsbedrijf DPG, dat in Nederland onder meer de Volkskrant, AD, De Gelderlander, Margriet en Libelle uitgeeft, maakt de btw-verhoging „de journalistiek onbetaalbaar en daarmee voor grote groepen in onze samenleving ontoegankelijk. De nieuwskloof tussen arm en rijk wordt zo verder vergroot.” Hoofdredacteur van NRC Patricia Veldhuis noemt de verhoging „heel zorgelijk”, al is ze „een beetje opgelucht dat die pas in 2026 in gaat”.

Van groot belang

Heel anders is de stemming in Hilversum. De NPO hoeft minder hard te bezuinigen dan bij de omroepen werd gevreesd. De NPO, de omroepen en andere medewerkers van de publieke omroep zijn niet alleen blij dat er bezuinigingen lager uitvallen dan ze vreesden, maar ook dat het belang van een sterke publieke omroep wordt benadrukt in het akkoord. „De nieuwe coalitie zegt onomwonden dat de publieke omroep van groot belang is voor Nederland”, aldus de NPO en de omroepen in een gezamenlijke reactie. „De NPO wordt verzocht om vol in te zetten op digitalisering en het bereiken van een jong publiek, wat goed past in de gezamenlijke strategie van NPO en omroepen.”

Het meevallen van de bezuiniging lijkt de publieke omroep vooral aan NSC te danken te hebben. Volgens Kamerlid Nicolien van Vroonhoven, mediawoordvoerder van de partij van Pieter Omtzigt, heeft haar partij „gevochten voor de nullijn”. Het is 100 miljoen geworden „in een strijd van geven en nemen”, zegt Van Vroonhoven. „Ik ben blij met de passage in het akkoord waarin we ook hameren op de pluriformiteit die hiermee gewaarborgd is. Als je het hebt over democratische instituten, dan heb je het ook over de NPO.”

De PVV wilde van de NPO af, en de VVD ambieerde 400 miljoen korting op de rijksbijdrage van 900 miljoen. Van de BBB mocht het met „een onsje minder”, zonder zich op een bedrag te willen vastpinnen. Kamerlid Mona Keijzer, mediawoordvoerder van BBB, laat weten dat „het gesprek waar het naartoe moet met de NPO veel belangrijker is. Voortgaan op de weg van het verzuilde stelsel gaat uiteindelijk leiden tot het verder afbrokkelen van de betekenis van de publieke omroep. Dat vind ik een interessantere discussie dan welk bedrag er wordt bezuinigd.”

Ook al domineert bij de omroepbazen een gevoel van opluchting over de kabinetsplannen, ze geven ook toe dat 100 miljoen bezuinigen op een begroting van 900 miljoen pittig is. „Ik was erg bezorgd over wat er in het akkoord zou staan, met alle geruchten die eraan vooraf gingen”, zegt Arjan Lock, voorzitter van de EO en van het College van Omroepen. „Waar ik vooral heel blij mee ben is dat dit kabinet de publieke omroep heeft geschaard onder het kopje ‘goed bestuur en sterke rechtsstaat’. Dat geeft ons in ieder geval de moed om aan modernisering van het bestel te werken.”