Schrijven is geen werk, het is een manier van leven


Eva Meijer

Het is een vreemde tijd om schrijver te zijn. Om politieke redenen, maar ook vanwege de positie van de schrijver in de samenleving. Schrijvers worden in elk geval in Nederland niet primair om hun boeken gewaardeerd. Het gaat om lezingen, interviews, talkshows, paneldiscussies, advies per e-mail, contact per e-mail, voorgesprekken, fotosessies. Dat gaat ten koste van het werk. Of werk: schrijven is geen werk, het is een manier van leven. Een waarachtige manier van leven.

Er zijn schrijvers die denken dat zij bedenken wat ze opschrijven en er zijn schrijvers die geloven dat het verhaal naar hen toekomt. Ik behoor tot de tweede categorie. Schrijven is heel makkelijk: je moet alleen gaan zitten en het boek zo goed mogelijk opschrijven. Het nadenken komt daarna, bij het herschrijven.

Gaan zitten en schrijven vraagt om tijd en stilte, niet om in jezelf te keren maar om de wereld toe te laten. Tijdens het schrijven gaat het erom zo poreus mogelijk te zijn naar de wereld en naar de tekst. Poreus zijn maakt je kwetsbaar, zeker in een samenleving die zo gericht is op gebruik. Maar het is nodig om een roman, gedicht of essay recht te kunnen doen. Romans, dichtbundels of essays zijn geen gebruiksvoorwerpen, ze spelen een andere rol in het bestaan.

Een schrijver is niet de baas over de tekst, ook al lijkt het misschien zo omdat diegene de maker ervan is. Ook schrijvers die denken dat ze alles bedenken zijn gevormd door de samenleving, door kapitalisme en patriarchaat, hun ouders, geld, of ze geluk hebben gehad of pech, en veel meer. We zijn toevallig en kwetsbaar, blaadjes in de herfstwind. De betekenis van een tekst is geen eigendom van de schrijver – die is net zo goed eigendom van de lezers, van de tijd en van de taal. Woorden dragen verschillende betekenissen in zich die veranderen door de tijd, in elk woord zit iets oncontroleerbaars dat ons ontglipt. Daar schuilt hoop in – je kunt altijd iets nieuws zeggen, iets anders. En woorden kunnen ons helpen.

Je weet nooit of het lukt. Om te kunnen schrijven aan een boek dat er nog niet is moet je een sprong naar het onbekende durven nemen. Daarin lijkt het op liefde. In die sprong moet je jezelf opgeven of tenminste even vergeten. Na een tijdje krijg je jezelf weer terug. Ik ben graag in de wereld van het boek, zeker in romans, daar is het veilig. Dit betekent niet dat een schrijver geen verantwoordelijkheid heeft – juist heel veel, naar de tekst en naar de wereld, daarom moet je vaak terug naar een tekst voor die de wereld ingaat. Het schrijven is ook moeilijk. Mensen vragen vaak om advies over het schrijven, mijn advies is: doe het niet. Als het niet moet, doe het niet.

Het zal altijd een vreemde tijd zijn om schrijver te zijn – bovendien ben je als schrijver een instrument van de tijd, dus het gewicht ervan draag je boek voor boek mee. Spreken en schrijven over boeken hoort erbij, maar moet het werk zelf niet overvleugelen. Sociale media en publiek debat vragen om eenduidigheid, terwijl romans en essays juist de ambiguïteit laten zien, de dingen moeilijker maken en daarmee helderder laten zien, of anders, of gewoon mooier. Bovendien gaat het om de juiste woorden, en die staan in dat boek. Boeken kosten meer tijd om te lezen dan een column of een interview, maar die tijd krijg je van ze terug. Wees voorzichtig met waar je je tijd en gedachten aan geeft.

Eva Meijer is schrijver en filosoof. Ze schrijft om de week een column.