Schrijfster Dubravka Ugrešić hekelde het agressieve nationalisme in Oost-Europa en Rusland

Necrologie

Dubravka Ugrešić (1949-2023) Als schrijfster hield ze het Westen een spiegel voor wat betreft zijn blindheid voor het oorlogszuchtige nationalisme in Oost-Europa.


Foto Merlijn Doomernik

Als Dubravka Ugrešić iets niet wilde, dan was het om in een hokje te worden gestopt. Je mocht haar dan ook geen Kroatische schrijfster noemen. Hoogstens kon je zeggen dat ze in het Engels en Kroatisch schreef en in Amsterdam woonde. In die stad is ze donderdag op 73-jarige leeftijd overleden.

Sinds 1993 leefde Ugrešić in vrijwillige ballingschap. Twee jaar eerder – ze doceerde toen aan de universiteit van Zagreb – had ze in de Duitse en Franse pers kritische artikelen gepubliceerd over het agressieve nationalisme waarmee onder meer het fascistische verleden van Kroatië in de Tweede Wereldoorlog en de Kroatische en Servische oorlogsmisdaden in de Joegoslavië-oorlog werden uitgewist. Op grond van die uitlatingen werd ze in de Kroatische media voor verraadster uitgemaakt. Haar beste vrienden waren ineens fanatieke nationalisten geworden en keerden zich tegen haar.

Ze vertrok hierop naar het buitenland. Na een verblijf in Berlijn en de Verenigde Staten streek ze in 1996 neer in Nederland. Kroatië was voor haar een fascistisch land van bedriegers geworden, zei ze in 2019 in een interview met deze krant.

Dankzij haar gezaghebbende essays en romans gold Ugrešić al jaren als een serieuze kandidaat voor de Nobelprijs voor Literatuur. Enkele van haar bekendste werken zijn De cultuur van leugens (1995), Museum van onvoorwaardelijke overgave (1997) Ministerie van pijn (2005), De vos (2017).

In haar geschriften confronteerde ze met name West-Europa met zijn desinteresse voor wat zich de afgelopen vijfentwintig jaar in Oost-Europa en Rusland afspeelde. Pas na het neerhalen van de MH17 boven Oekraïne in 2014 kwam er een einde aan die blindheid. Als iemand Vladimir Poetins agressieve machtpolitiek tijdig onderkende dan was Ugrešić het.

Daarbij had ze ook een scherp oog voor het onverbeterlijke ‘tribale denken’ van Europa, waar twee wereldoorlogen waren uitgevochten. Gezien het sinds 2014 woedende gewapende conflict tussen Rusland en Oekraïne lag een derde mondiaal conflict op de loer, zo schreef ze.

Datzelfde Europa verkeerde volgens Ugrešić in een ernstige identiteitscrisis, die versterkt werd doordat de moderne mens door dankzij zijn ongebreidelde consumentisme zijn wezenlijke ik was kwijtgeraakt en in één grote exhibitionistische, banale Big-Brothermaatschappij leefde. Facebook, Whatsapp en Twitter waren daarbij de grote boosdoeners, omdat ze ieder normaal gesprek zouden verdringen. In een van haar essays in Europa in sepia (2019) schrijft ze: ’Het totalitarisme is dood, leve de totalitaire vrijheid’, als ze wil aantonen dat de corrupte regeringen die in Oost-Europa en op de Balkan na de val van het communisme aan de macht zijn gekomen alles kunnen doen met hun burgers wat ze willen.

Behalve op Oost-Europa richtte Ugrešić haar scherpe pen ook op de cultuurconsument. Die zou zich laten leiden door de markt en durfde geen eigen smaak te hebben uit angst om buitengesloten te worden. Het gevaar daarvan was onder meer dat bij gebrek aan onafhankelijke keurmeesters als Harold Bloom en George Steiner middelmatige literatuur de boventoon ging voeren.

Een eigen smaak had de authentieke publieke intellectueel en schrijfster Ugrešić zelf als geen ander. Met haar dood verdwijnt dan ook een van de scherpzinnigste intellectuelen van deze tijd.



Lees ook de recensie van Ugrešić’ roman De vos:De vos, eeuwig symbool van illusie en bedrog