‘Schrijf rauw en verbloem niet’

‘De eerste keer dat ik El Ghorba las, had ik net een alles-of-niets-jaar achter de rug. Ik had mijn baan opgezegd om me volledig op het schrijven te kunnen richten. Dat was een heel onzekere periode. Ik woonde antikraak voor 300 euro per maand, maar zelfs dat kreeg ik sommige maanden niet bij elkaar gesprokkeld. Toch voelde ik aan alles dat het uiteindelijk goed zou komen. En dat klopte: een jaar later werd ik de stadsdichter van Groningen.

„El Ghorba betekent ‘ballingschap’. Een woord waar ik nog nooit van had gehoord, afkomstig uit een taal waarvan ik geen enkel woord kende. Toch kwam na het lezen van vijf gedichten al het woord ‘verdwalen’ in me op. Dat zie ik als een bevestiging van het idee dat dichtbundels een betekenisvol geheel vormen, een soort tastbare symboliek. Anders leest het als los zand.

„Als ik een dichtbundel lees, verdiep ik me daarom ook in de schrijver en de context waarin de gedichten tot stand kwamen. Dat diepere kijkje in de belevingswereld van de auteur zorgt voor een gevoel van intimiteit. Soms lezen gedichten alsof ze op een zonnige dag op een terras zijn geschreven, of juist toen de schrijver om half drie ’s nachts badend in het zweet wakker schrok. Dat weet je natuurlijk nooit zeker, maar het heeft iets romantisch om erover na te denken.

„Vooral de zin ‘Ik ben de administratie’ is altijd blijven hangen. El Ghorba staat vol mooie regels, en toch staat juist deze korte, makkelijke zin in mijn herinneringen gegrift. Het is ontiegelijk knap hoe Benzokarim in soms maar 150 woorden toewerkt naar de kern van zijn boodschap. Hij drijft je als lezer als het ware in de hoek; je kunt onmogelijk om de diepere laag heen. Zijn poëzie is niet alleen persoonlijk, maar ook maatschappelijk. Hij stelt vragen over afkomst, uitsluiting en de strijd om een thuis te vinden.

„Ik lees dichtbundels van voor naar achter, in een keer uit. Er zijn dan altijd zinnen die je bijblijven, daarom herlees ik graag. Na verloop van tijd word ik nieuwsgierig naar het hele gedicht. Dan pak ik zo’n bundel er weer bij. Dat vind ik het leuke van taal; je kunt erin duiken. Het doet iets met me, maar waarom?

„Voor El Ghorba voerde Benzokarim gesprekken met zijn vader over de fundamentele zaken van het leven. Als lezer voel je hoe waardevol dat is, bijna onmisbaar. Het gaat door merg en been. Tijdens de herlezing besefte ik dat ik dat soort gesprekken heel graag met mijn eigen vader zou willen voeren. Hij onderging recentelijk een hartoperatie en het herstel verliep moeizaam. Als dichter en schrijver weet ik dondersgoed hoe ik me kan verwoorden en toch voel ik een drempel.

„Benzokarims stijl herinnert mij aan hoe ik zelf wil schrijven. Hij houdt niets achter. Ik heb ooit eens iemand horen zeggen ‘poëzie is gewoon beschrijven van wat het is, of dat nou mooi of lelijk is’. Destijds vond ik dat wel erg platgeslagen, maar ondertussen vind ik het eigenlijk we perfect plat. Schrijf rauw en verbloem niet. Daar is El Ghorba een perfect voorbeeld van.”