Schoolruzies die vroeger op vrijdagmiddag klaar waren, etteren nu het hele weekend door, en meisjes gaan vaker op de vuist

„Sta op! Sta op! Je bent toch geen kankerrare wijf?!” schreeuwt een tienermeisje tegen een ander tienermeisje dat ze net de bosjes in heeft geduwd.

Het meisje in de struiken krabbelt overeind. „Doe het terug! Doe het terug! Hoe oud ben je?!” schreeuwt het meisje dat haar net heeft geduwd.

„Veertien”, zegt ze zachtjes.

Het gebeurt in een park in Arnhem, afgelopen zomer. Om de twee heen staan een stuk of dertig andere tieners. Het schreeuwende meisje is de baas. De anderen lachen en joelen. Het is donker, dus ze zijn niet goed te zien, maar de lampjes van hun telefoons, waarmee ze filmen, des te beter.

„Doe wat terug! Doe wat terug!” schreeuwt de leider weer tegen het meisje.

Dat probeert overduidelijk rustig te blijven. Tegelijk lijkt ze haar best te doen om niet onderdanig over te komen. Een balanceeract. Terwijl ze de leider recht aankijkt, zegt ze kalm: „Nee, ik doe niks terug.”

En – zwiep – het schreeuwende meisje duwt haar terug de bosjes in.

Anouk van Strien, van Stichting Aanpak Straat- en Schoolveiligheid (SASS) in Arnhem, bekijkt het pestfilmpje op een laptop en vertelt wat ze ziet. Omwille van de privacy van de kinderen kijkt NRC niet mee. En dit is nog maar één filmpje van dit incident, zegt Van Strien. Er zijn er nog veel meer. In een ander is te zien hoe het slachtoffer aan haar haren wordt getrokken, naar beneden geduwd en vervolgens gedwongen om de schoenen van de agressor te kussen.

‘Vernederfilmpje’

Zoiets heet een ‘vernederfilmpje’. Van Strien en Hans Jansen, directeur van SASS, zien ze steeds vaker opduiken, vertellen ze in een café in Arnhem. Het zit op de begane grond van het pand waar de stichting een ruimte huurt; een groot, wit kantoorgebouw uit de jaren vijftig. Jansen zegt dat scholen niet weten wat ze met de filmpjes aan moeten.

En dan is daar SASS om te helpen, met de aanpak Veilig In en Om School (VIOS). De stichting is in 2021 in opdracht van de gemeente Arnhem opgericht met geld uit het programma Preventie met Gezag van het ministerie van Justitie en Veiligheid, een regeling bedoeld om jongeren weerbaarder te maken tegen de verleidingen van criminaliteit. Aanleiding was de hulpvraag van een paar middelbare scholen. Die hadden aan de bel getrokken bij burgemeester Ahmed Marcouch (PvdA), omdat „de problemen hen een beetje over de schoenen liepen”, aldus Jansen. Marcouch besloot toen om vanuit de gemeente een aanpak te ontwikkelen waarbij scholen, straatcoaches, politie en andere professionals samenwerken. Dat werd VIOS, gecoördineerd door SASS.

SASS is er voor allerlei soorten problemen: (online) pesten, vechten, drugs dealen, messenbezit. De club is actief op scholen en op straat, met straatcoaches. Op de scholen zijn ‘coördinatoren’ actief, zoals Anouk van Strien. Zij ondersteunen, adviseren en begeleiden de scholen. Op die eerste scholen werden met VIOS vrij snel successen geboekt, waardoor SASS inmiddels actief is op alle middelbare scholen in Arnhem, een paar basisscholen en een aantal scholen in dorpen rondom Arnhem.

Meisjes willen niet onder doen voor de jongens:
‘Kijk eens naar ons, wij kunnen dit ook’

Anouk van Strien
Stichting Aanpak Straat- en Schoolveiligheid

Over de VIOS-aanpak later meer. Eerst dit: Jansen en Van Strien zien dat de problemen rondom pesten en vechten groter en complexer zijn geworden voor middelbare scholen. Dat komt door sociale media, die er een extra dimensie aan geven. Daardoor is het pesten minder zichtbaar op school én zijn de offline incidenten heftiger. Waar vroeger bijvoorbeeld een vrijdagmiddagopstootje aan het eind van de dag beslecht was, is dat tegenwoordig vaak niet het geval. Integendeel: op maandag is het conflict alleen maar groter geworden, doordat ’t het hele weekend heeft kunnen dooretteren op sociale media. Er zijn filmpjes van het opstootje gedeeld, nare berichten over en weer gestuurd, leerlingen uit andere klassen – of zelfs van andere scholen – zijn gemobiliseerd voor een wraakactie.

Doordat alles gefilmd wordt, verleggen tieners hun grenzen. Alles voor de likes. Er zijn de vernederfilmpjes. En Jansen en Van Strien zien ook meer fysiek geweld tussen meiden. Waar die vroeger meer de neiging hadden om ruzies uit te vechten met woorden, delen ze met een camera op zich gericht vaker klappen uit. „Voor de status”, zegt Jansen. „En omdat ze niet onder willen doen voor de jongens”, is de indruk van Van Strien. „Er zit bijna dat streberige in van: kijk eens naar ons, wij kunnen dit ook.” Ook het meisje uit het filmpje in het park kreeg een paar klappen.

Verruwing

Bij een rondvraag van NRC doemt in andere grote steden in Nederland – Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven – ongeveer hetzelfde beeld op als in Arnhem. „Vooral door de invloed van sociale media en polarisatie is er een verruwing op scholen”, schrijft een woordvoerder van de gemeente Den Haag. In Eindhoven bleek uit een recente peiling onder zorgcoördinatoren van middelbare scholen dat die zich „erg zorgen” maken over pesten en vechten. „Het klopt dat conflicten langere tijd duren. Het is lastiger om hier met de jongeren in hun vrije tijd aandacht aan te besteden en eventueel te corrigeren.”

Ook de Onderwijsinspectie ziet de ernst en de duur van pesten op scholen toenemen. Deze maandag kwam ze naar buiten met nieuwe cijfers: de vertrouwensinspecteurs van de inspectie hebben het afgelopen schooljaar ruim 2300 dossiers behandeld. Ruim de helft ging over „psychisch geweld”.

Er zijn accentverschillen. In Eindhoven en Amsterdam herkennen ze het probleem van de vernederfilmpjes, maar niet zozeer dat van fysiek geweld onder meisjes. In Utrecht is het juist andersom. „Waar het vroeger meer ging om pesten, zien we sinds corona dat meisjes vaker met elkaar op de vuist gaan.”

Het is heftiger geworden, of in ieder geval ongrijpbaarder voor scholen

Lara de Jong
beleidsadviseur Rotterdam

Ook in Rotterdam herkennen ze de problemen. „Het is heftiger geworden, of in ieder geval ongrijpbaarder voor scholen”, zegt Lara de Jong, beleidsadviseur bij de Directie Veiligheid van de gemeente, via een videoverbinding. Guilherme da Graca is ook aangeschoven bij het gesprek. Hij is directeur van Stichting Jongerenwerk op Zuid (JOZ). Die stichting is inmiddels niet meer alleen in Rotterdam-Zuid actief, maar door de hele stad. „Door sociale media kan je makkelijker contact houden, veel meer mensen bereiken, filmpjes delen. Rivaliserende groepen lopen elkaar goed uit te dagen.”

Da Graca ziet ook „steeds meer casussen van excessief fysiek geweld tussen meisjes”. „‘Meidenvenijn’ is allang niet meer het juiste woord. Ik vind het gewoon rake stoten die worden uitgedeeld. Ik denk dat ze een bepaalde druk voelen doordat er een camera op ze is gericht.”

Mette van Duijn hielp als ‘kwartiermaker’ in Arnhem de VIOS-aanpak te ontwikkelen. Die aanpak is ze daarna ook in andere gemeenten gaan implementeren die aan de slag wilden met de (sociale) veiligheid op hun middelbare scholen. Momenteel is ze bezig in Den Haag. In februari begint ze in Schiedam. Van Duijn merkt dat er steeds meer vraag is naar de aanpak. Ze spreekt van „broeierigheid” op scholen met „gedoetjes waar ze niet de vinger achter krijgen”. „De druk van de waan van de dag – de conflicten, de opstootjes – wordt steeds hoger waardoor het onderwijs eronder gaat lijden. Docenten hebben zoiets van: hier ben ik geen leraar voor geworden.”

Illustratie Fieke Ruitinga

In de openbare ruimte

In Arnhem zetten de mensen van SASS nog een pestfilmpje aan. Van Strien beschrijft wat ze ziet. Een straat in een winkelcentrum, met een groot plastic softijsje voor de deur van een ijssalon. Een kleine jongen met een rugzak staat, bang, met een afwerende hand tegenover een veel grotere jongen. Achter hem staat óók een veel grotere jongen. Je hoort een meisje, waarschijnlijk de filmer, lachen. De kleine jongen draait zich om en krijgt een duw van de jongen achter hem, gevolgd door een duw van de andere jongen. Na een worsteling belandt de kleine jongen met één van de grotere op de grond. De laatste staat snel op, waarop de kleine jongen wordt geschopt door de andere jongens. Een meisjesstem: „Ooooh, dit… kankerzielig!” Ze klinkt oprecht een beetje geschrokken.

Met dit filmpje willen Van Strien en Jansen nog een andere ontwikkeling laten zien die hen opvalt: pesten en vechten gebeurt steeds vaker gewoon in het openbaar met tal van voorbijgangers, in plaats van in de fietsenstalling of een donker park. Jansen: „Ik vind dat het de hardheid toont. Je kunt zeggen: ja, vroeger kregen jongens ook klappen. Maar niet op klaarlichte dag in een winkelcentrum tussen winkelend publiek.” Van Strien: „Dat ook niet ingrijpt! Het gewoon normaal lijkt te vinden.”

Je kunt zeggen: ja, vroeger kregen jongens ook klappen. Maar niet op klaarlichte dag in een winkelcentrum tussen winkelend publiek

Hans Jansen
Stichting Aanpak Straat- en Schoolveiligheid

In deze nieuwe werkelijkheid volstaat een pestprotocol – het klassieke anti-pestmiddel van scholen – niet meer. Hoewel het nog wel onderdeel is van een belangrijke pijler van de VIOS-aanpak: „een goed, actueel veiligheidsplan”, aldus Jansen. Een andere belangrijke pijler is de netwerksamenwerking in en rondom de scholen. Dat netwerk bestaat uit de politie, de leerplichtambtenaar, het wijkteam, straatcoaches, jongerenwerk en natuurlijk de school zelf.

Op elke school vindt regelmatig een ‘signaleringsoverleg’ plaats met alle netwerkpartners plus een coördinator van SASS, zoals Anouk van Strien. De coördinator is overigens wekelijks op de scholen, om een vinger aan de pols te houden. In het signaleringsoverleg worden casussen besproken, zoals een gevecht dat heeft plaatsgevonden, een pestfilmpje dat is opgedoken, een mes dat is gevonden. Maar ze proberen ook om problemen voor te zijn, vertelt Van Strien, door daarnaast „zachte signalen” met elkaar te delen. Dat gebeurt anoniem. „Zo van: ‘Er is een jongen uit die en die klas en we hebben het vermoeden dat hij…’ Daar wordt door de anderen dan op doorgevraagd: waar komt dat vermoeden vandaan?” Soms heeft een andere partij ook een zacht signaal over dezelfde leerling, dan gaan er nog meer rode lampjes knipperen.

Groot gevecht

Maar wat doe je vervolgens? Hoe kun je erger voorkomen? Bij individuele problemen gaat een mentor of zorgcoördinator met de leerling praten, zegt Van Strien. „En als we bijvoorbeeld signalen hebben gekregen dat er een groot gevecht gaat plaatsvinden, dan gaan vaak de jongerenwerkers of straatcoaches aan de slag.” Niet om tegen de betrokken jongeren te zeggen: dit mag niet, maar wel om te zeggen: wij weten wat jullie van plan zijn. „Dat kan ze al weerhouden”, zegt Jansen. Als dat niet zo is, zorgen de straatcoaches dat ze in de buurt zijn op de plek waar de confrontatie gepland staat. Vaak druipen de jongeren dan af.

„Dan zijn we er nog niet”, zegt Jansen. „Want het gevecht heeft misschien niet plaatsgevonden, maar het conflict is er nog wel. Dat maken we vervolgens bespreekbaar op school: in de klas of in een kleiner groepje.” Vaak is er iets lelijks tegen of over iemand gezegd en wil diegene wraak nemen óf willen vrienden wraak nemen namens diegene.

En dan zijn er nog de incidenten die niet meer voorkomen kunnen worden, omdat ze al hebben plaatsgevonden. Bij het incident met de meiden in het Arnhemse park waren leerlingen van vier verschillende scholen betrokken, zegt Van Strien. Toen het filmpje vorig jaar opdook, zorgde ze ervoor dat zo snel mogelijk de koppen bij elkaar werden gestoken om te „duiden”. In een gedeeld werkdocument maakte Van Strien samen met de scholen, politie en jongerenwerkers een eerste schets van het incident en de context. Wat zien we precies gebeuren op het filmpje? Wie is wie? Hoe is deze ruzie ontstaan? Wat voor informatie heeft de politie nog nodig? Wat daar gebeurde in het park kan door een rechter als mishandeling worden gezien en mishandeling is strafbaar. Ook het verspreiden van een vernederfilmpje is strafbaar.

Stopgesprek

In dit geval bleek dat het slachtoffer ruzie had met een vroegere vriendin die naar een andere school was gegaan. De agressors in de filmpjes, het waren er twee, zijn van die andere school en waren aan de haal gegaan met de ruzie. Ze grepen die aan om te kunnen pesten, zegt Van Strien. „Een soort thrillseeking.” Onder valse voorwendselen werd het slachtoffer naar het park gelokt. Die vroegere vriendin was er niet bij.

Wat er na het duiden gebeurt, is per situatie verschillend. In dit geval voerden de politie en de school een ‘stopgesprek’ met de twee agressors en hun ouders. Zo’n gesprek is bedoeld om een duidelijke boodschap af te geven, zegt Van Strien. „Dat het niet oké is wat ze hebben gedaan en dat ze in de gaten worden gehouden.” Het gesprek is ook bedoeld om te peilen of de aanvallers berouw tonen. Als het langs ze heen gaat, worden ze harder aangepakt. Dan worden ze bijvoorbeeld aangemeld bij Bureau Halt. In dit geval hadden de daders geen spijt. Een van hen zei zelfs dat ze het zo weer zou doen. De ouders stonden achter hun kinderen.

De vroegere vriendin van het slachtoffer voelde zich wel heel schuldig. De voormalige vriendinnen wilden met elkaar en met hun ouders op neutraal terrein in gesprek. SASS schakelde daarvoor professionals in „herstelbemiddeling” in.

Met het slachtoffer en haar ouders is uiteraard ook gepraat. Zij heeft aangifte gedaan. Binnenkort moeten de twee daders voor de rechter verschijnen op verdenking van mishandeling. Het slachtoffer krijgt nu psychologische hulp. Jansen: „De impact op zo’n meisje is geweldig groot. Ook omdat het gefilmd is en online staat. Het is gewoon traumatisch.”

Er is lang niet in elke casus sprake van aangifte en een rechtszaak. Jansen benadrukt dat de VIOS-aanpak niet bedoeld is om daders zoveel mogelijk te straffen. „We zijn er om normen en waarden bij te brengen, om tieners te leren waar de grens ligt. Eigenlijk wat je als ouders doet, maar dan op school en in de wijk.”

Worden ze niet af en toe moedeloos van de verharding waar ze het eerder over hadden? Jansen: „Je kunt wel heel abstract blijven zeggen: verharding zus en zo. Maar we moeten het klein maken, het naar de situatie toebrengen. De impact wordt gevoeld op het concrete, daar hebben de jongeren en de school en de ouders last van. En een incident kun je samen oplossen.”


Lees ook

Wat kun je doen tegen pesten? Dit is wat je moet weten

Wat kun je doen tegen pesten? Dit is wat je moet weten