Scheidend PBL-directeur: ‘Nederland heeft de leefomgeving decennialang economisch uitgenut’

Hans Mommaas: „De stikstofaanpak raakt boeren die soms generaties in hun regio zitten. Nu krijgen ze ineens te horen: jongens, stop er maar mee.”


Foto Annabel Oosteweeghel

Interview

Hans Mommaas, directeur PBL De grote verbouwing van Nederland is al bezig, terwijl de basis en het einddoel nog ontbreken, zegt Hans Mommaas, scheidend directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving. „Hóe willen we het landschap inrichten?”

In een slechte bui zegt Hans Mommaas wel eens: „We struikelen de toekomst in.” Kijk naar de „grote verbouwing van Nederland” zoals het kabinet het noemt, zegt Mommaas (67), scheidend directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Het gaat om een ambitieuze herinrichting voor een klimaatneutraal en leefbaar land in 2050. Maar zowel de basis als het einddoel ontbreken nog, volgens Mommaas.

„Je moet eerst investeren in energienetwerken en transportroutes, zoals de Rotterdamse haven. Om genoeg duurzame stroom en waterstof te kunnen leveren, om de economie draaiend te houden en toekomstbestendig te maken. Feitelijk is dat de onderlegger van de grote verbouwing van Nederland.”

Er is ook nog geen samenhangend beeld van hoe Nederland er ná die grote verbouwing uit moet gaan zien, volgens Mommaas. „We hebben een woningbouwdoel, een klimaatdoel, een stikstofdoel, een natuurdoel, een waterdoel. Maar die doelen zijn onderling verweven en moeten bij elkaar komen. We moeten echt visualiseren: hóé willen we het landschap inrichten?”

Na een ambtstermijn van zeven jaar neemt Mommaas afscheid van het PBL; hij wordt opgevolgd door Marko Hekkert, hoogleraar innovatiewetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Het PBL vormt samen met het Centraal Planbureau en het Sociaal en Cultureel Planbureau de drie onafhankelijke instituten voor strategische beleidsanalyse. Het PBL doet gevraagd en ongevraagd onderzoek naar milieu, natuur en ruimte.


Lees het artikel Hoe het Rijk de regie over de inrichting van Nederland losliet

De leefomgeving is nu verspreid over vijf ministers en twee staatsecretarissen. Heeft u nog wat organisatie-advies voor het kabinet?

„De goede intentie om samen te werken is er, zeker ambtelijk gebeurt het al. Het punt is: blijft die intentie overeind als een minister naar de Tweede Kamer gaat om zijn eigen portefeuille te verdedigen? Ook de Kamer zou ruimtelijke kwaliteit echt een aandachtspunt moeten maken, aan het begín van besluitvorming.”

De Tweede Kamer heeft te weinig aandacht voor de inrichting van Nederland, vindt u?

„Ja, in het politieke debat is er ontzettend veel aandacht voor de issues, maar te weinig voor de samenhang. De Kamer zou zich veel vaker moeten afvragen: past dit in het landschap, wat betekent dit voor stad en platteland, voor de waterloop?”

Kunt u een voorbeeld noemen?

„Stikstof. Het kabinet heeft stevige doelstellingen: in 2030 moet stikstof in 74 procent van de kwetsbare natuurgebieden zijn teruggebracht tot onschadelijke waarden. Als je dat star doorvertaalt, is er in sommige gebieden gewoon geen plek meer voor landbouw. De vraag is: hoe ziet het landschap er dan uit en wie gaat het onderhouden?”

Waar is dan geen plek meer voor landbouw?

„Onder andere in de randen van de Veluwe en in de Peel. Als je de stikstofneerslag daar écht wilt terugbrengen, dan moet alles eruit. En dan ben je er nog niet, want er komt veel stikstof uit het buitenland overwaaien. Al te eenzijdig vasthouden aan die doelstellingen heeft perverse consequenties.”

Uw PBL is er juist voor milieu, natuur en ruimte. Op alledrie die punten staat Nederland er beroerd voor. Zegt u het maar: waar ging het mis?

„We zijn heel traag op gang gekomen. We hebben de leefomgeving decennialang economisch uitgenut, en dat wisten we ook. Sinds 2015 is er wel een kentering, dat heeft natuurlijk te maken met mijn aanstelling bij het PBL dat jaar… Nee hoor, grapje. Dat begon met het Klimaatakkoord van Parijs, wat vertaald is in het Klimaatakkoord in Nederland in 2019.”

Het is maar de vraag of we die klimaatdoelen halen.

„Ja, bij de doorrekening van het coalitie-akkoord van het kabinet-Rutte IV hebben wij ook gezegd: ‘het grenst aan het realiseerbare’. In 2030 willen we 55 procent minder CO2 uitstoten dan in 1990. Met de hakken over de sloot is het in 2020 gelukt 25 procent minder te halen. Daar hebben we dus dertig jaar over gedaan. En nu moeten we in acht jaar 30 procent of meer gaan halen. Als we al een stuk verder waren geweest, bijvoorbeeld met grote windmolenparken op zee, dan hadden we nu ook rustiger kunnen reageren op de energiecrisis door de oorlog in Oekraïne. We hollen nu terug naar fossiele brandstoffen om zeker van energie te zijn.”

Het PBL signaleert al jaren vergeefs dat het niet goed gaat op veel terreinen. Wat zegt dat over het PBL zelf?

„Dat wij vroegtijdig signaleren.”

Dat is heel eufemistisch verwoord. Er werken hier 250 slimme mensen die waarschuwen in dikke rapporten. En dan gebeurt er vaak jarenlang niets mee. Frustreert dat niet?

„Niets menselijks is wetenschappers vreemd. Die worden ook ongeduldig. Maar de afweging is aan de politiek. Het PBL is er ook niet voor de leefomgeving zelf. Wij zijn er primair voor de kwaliteit van de besluitvorming over die leefomgeving.”

Deze maand bracht het PBL een kritisch rapport uit over het uitkopen van boeren om stikstof aan te pakken. Al 25 jaar werkt dat niet. Maar wat doet het kabinet daarna? Vól inzetten op uitkopen. Wat denkt u dan?

„Dat dat de politieke realiteit is.”

Dat het PBL niet wordt gehoord.

„We worden wel gehoord, maar we leven niet in een technocratie met een een-op-een-relatie tussen kennis en beleid. Het gaat om een politiek-maatschappelijke discussie. Zet je beleid in met dwang, of zet je erop in dat mensen willen meewerken? Ik snap het ook wel. De stikstofaanpak raakt boeren die soms generaties in hun regio zitten. Nu krijgen ze ineens te horen: jongens, stop er maar mee.”

Hoe gaat dit aflopen? Het kabinet heeft 7,4 miljard euro gereserveerd om boeren uit te kopen. We weten nu eigenlijk al: dat gaat niet lukken.

„Ik ben benieuwd. Op een gegeven moment komen we erachter dat we het niet gaan halen. Ik denk dat er dan een aanpassing moet komen in het beleid, dat op basis van natuurvergunningen of ruimtelijke ordening toch onteigend moet worden.”

Heeft u nooit eens met uw vuist op tafel geslagen bij een minister of topambtenaar? Gebeurt er nog wat?

„Nee, ik ga er altijd van uit dat dat hele intelligente mensen zijn die best kunnen lezen, schrijven en ook luisteren. Die weten waarover het gaat.”

Of heeft u ingecalculeerd: we moeten iets jarenlang keer op keer concluderen, voordat het tot actie leidt.

„Ja, klopt. Permanent aanwezig zijn, rustig laten druppelen. Op een gegeven moment valt het kwartje wel, als de omstandigheden daar zijn.”

Is de conclusie niet: we komen pas in beweging als het water ons letterlijk aan de lippen staat, als mensen geen huizen hebben, als de hoogste rechter zegt: ho met die stikstof?

„Nou ja, alle dossiers overziend, krijg je wel de indruk dat wij steeds een impuls van buiten nodig hebben om daadwerkelijk aan de slag te gaan.”


Lees het artikel Rapport: Zonder samenwerking gaat de energietransitie niet snel genoeg

De politiek wordt vanuit de samenleving gestimuleerd tot actie. En de rapporten van het PBL zijn vaak heel technisch. Zou het helpen als die wat toegankelijker worden?

„Het zou jammer zijn als dat de eindconclusie is. We hebben de laatste jaren juist ons stinkende best gedaan om die rapporten toegankelijker te maken en meer context te geven bij de cijfers. Ik vind dat de samenleving recht heeft op een zekere navolgbaarheid van onze rapporten.”

Toen u hier begon in 2015 wilde u kennis ‘vermaatschappelijken’. Nu is het 2022 en vertrouwen sommige boze burgers meer op desinformatie dan wetenschap. Hoe ervaart u dat?

„We hebben als Planbureau wel echt een draai gemaakt. Vroeger waren we echt alleen met kwantitatieve cijfers bezig. Nu evalueren we ook beleidsprocessen van overheden…”

Wat heeft dat met het wantrouwen van boze burgers te maken?

„Mijn punt is dat die boze burger het gevoel heeft dat hij of zij niet wordt gehoord. Dat krijg je als je een ‘beleidsmachine’ alleen op de einddoelen voorprogrammeert. Maar als je die machine onderweg kunt bijsturen en fouten kunt corrigeren, kun je ook beter luisteren naar burgers. Daarom evalueren wij nu beleid.”

Wat merken de PBL-onderzoekers van die boosheid in de samenleving? Wordt er wel eens iemand bedreigd?

„Ja, dat gebeurt soms. Al blijft het bij woorden. De leefomgeving is centraal in het beleid komen te staan, met behoorlijke gevolgen voor de samenleving. Ik kan me wel voorstellen dat mensen willen weten: wat is dat voor club? We hebben de ramen daarom verder opengezet. We gaan in gesprek met onze critici, nodigen zulke organisaties soms uit. Dat kan enorm goed werken, ook voor politiek en bestuur. Neem het stikstofdossier, waarin Johan Remkes heeft bemiddeld tussen kabinet en boeren: we zullen vaker naar de samenleving moeten luisteren, om te kijken waar ruimte zit om samen te bewegen.”

Eigenlijk heeft ieder departement een Johan Remkes nodig.

„Als ieder departement een Johan Remkes hád, hadden we geen Johan Remkes nodig.”