Samenwerking als ontstopper voor het overvolle stroomnet

Maar liefst 3 tot 4 procent: zoveel minder CO2 zou Nederland over zes jaar al kunnen uitstoten (ten opzichte van 2021) als bedrijven onderling beter gaan samenwerken op het gebied van energie, en de bedrijventerreinen waarop ze gevestigd zijn omvormen tot zogeheten ‘energiehubs’. Dat is de opvallende conclusie van een onderzoek dat ingenieursbureau Royal HaskoningDHV maandag presenteerde. Het is de eerste keer dat de potentiële impact van dit soort ‘energiecollectieven’ is onderzocht, wat het bureau deed in opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie, een belangenorganisatie.

Veel experts zien energiehubs als een (voorlopige) oplossing voor het inmiddels in vrijwel heel Nederland overvolle stroomnet. Door die ‘verstopping’ kunnen bedrijven maar moeizaam verder verduurzamen: er is geen ruimte meer op het net voor nieuwe aansluitingen voor bijvoorbeeld laadpalen voor leaseauto’s, en bedrijven met zonnepanelen kunnen hun overtollige stroom niet meer terug aan het net leveren.

Als bedrijven meer als ‘collectief’ opereren, kan de beschikbare capaciteit op het stroomnet beter gebruikt worden – bijvoorbeeld als ze één gezamenlijk energiecontract afsluiten, en vervolgens het stroomgebruik goed op elkaar afstemmen, met het ene bedrijf dat ’s ochtends productief is, en het andere in de avond. Demissionair minister Jetten (Klimaat en Energie, D66) is om die reden voorstander van meer ‘hubs’.

Volgens de ingenieurs van Royal HaskoningDHV kunnen de energiehubs zo ook een significante bijdrage leveren aan de verdere verduurzaming van bedrijventerreinen, en daarmee aan het behalen van de klimaatdoelen van het kabinet (55 procent minder CO2 uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990, klimaatneutraal in 2050). Niet alleen kunnen bedrijven op deze manier alsnog hun productieprocessen sneller verduurzamen, de onderzoekers zeggen ook dat er hierdoor weer meer ruimte ontstaat voor hernieuwbare energieprojecten (zoals meer zonnepanelen op daken). En als op bedrijventerreinen weer (meer) laadpalen geplaatst kunnen worden, leidt dat in theorie ook tot verdere vergroening van het wagenpark.

Potentie

Royal HaskoningDHV komt tot een CO2-besparing van 4 tot 6 miljoen ton voor de 335 bedrijventerreinen die de „potentie” hebben om een energiehub te worden. Nederland stootte volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek in 2021 nog 144 miljoen ton aan CO2 uit.

In heel Nederland zijn er bijna 3.900 bedrijventerreinen. Het ingenieursbureau heeft er veel buiten beschouwing gelaten omdat daar minder potentie is, bijvoorbeeld omdat er toch al nauwelijks CO2 wordt uitgestoten. Grote industrieclusters, zoals de Haven van Rotterdam en Chemelot in Limburg, worden ook niet meegenomen omdat daar al speciaal beleid voor is ontwikkeld om de verduurzaming een zetje te geven.

Op dit moment zijn er nog nauwelijks energiehubs in Nederland. Er zijn slechts enkele ‘proefprojecten’, waaronder een in het Zeeuwse Tholen. Dat komt onder andere doordat er nu nog juridische obstakels zijn. Als bedrijven stroom met elkaar willen delen, worden ze in feite zelf stroomleverancier, en daarmee concurrenten van energieproducenten. Daarvoor hebben ze officieel een licentie nodig van de toezichthouder op de energiemarkt.

Groepscontracten zijn ook pas sinds vorig jaar wettelijk mogelijk gemaakt door de Autoriteit Consument & Markt. Ook daar wordt momenteel maar mondjesmaat gebruik van gemaakt door bedrijven. Dat komt onder meer omdat ondernemers op bedrijvenparken tot nu toe vaak nauwelijks samenwerken, behalve op het gebied van beveiliging. Veel ondernemers hebben het al druk genoeg met hun eigen bedrijfsvoering, zeggen ze, en dus geen tijd om intensief naar samenwerking te kijken.

Soms zijn ondernemers ook afwachtend met vergroenen omdat ze nog niet weten hoe ze dat precies willen doen: moeten ze inzetten op elektrificatie of toch liever op groene waterstof? Die laatste brandstof wordt door sommige deskundigen ook als mogelijke ‘schone energiebron van de toekomst’ gezien, maar het is nog erg onzeker of en wanneer dit op grote schaal mogelijk is.


Lees ook
Hoe een Zeeuws bedrijvencollectief als eerste de stroomfile aanpakt