Samen zingen in het Fries, Armeens of Berbers

Ik doe iets goeds Veel mensen willen iets goeds doen. Deze week: samen zingen.


Foto Folkert Koelewijn

‘In ons dorp in Marokko zong iedereen, thuis, op het land, op feesten. De mensen uit het dorp waren muzikanten, je hoefde nooit iemand in te huren”, zegt Malika Ahrouch (45). Ze is projectleider van Het Zwaluwkoor Amsterdam, een koor van expats, Amsterdammers en vluchtelingen. „We zingen met mensen van Iraanse, Oekraïense, Spaanse, Armeense, Nigeriaanse en Syrische nationaliteit.”

Elke woensdagavond oefenen ze in buurthuis De Brug in Amsterdam Nieuw-West. Terwijl dirigent Ardashes Agoshian, een bassist en componist uit Armenië, de elektrische piano installeert, zet Ahrouch koffie en thee met stroopwafels klaar. Slechts acht van de ruim twintig leden zijn aanwezig. Ahrouch: „Niet iedereen kan altijd, daar moet je soepel mee omgaan. Er zitten ouderen bij, en mensen in een asielprocedure, of ze mantelzorgen.”

Aan het begin van de pandemie solliciteerde Ahrouch op de vacature om als vrijwilliger het koor te helpen opzetten. Ze had net ontslag genomen om voor zichzelf te beginnen. Inmiddels coördineert ze behalve in Amsterdam ook in Utrecht en Haarlem een Zwaluwkoor. En ze heeft een baan bij de gemeente Utrecht en een eigen bedrijf waar kleding wordt gemaakt door vrouwen in kansarme situaties.

Het idee achter Het Zwaluwkoor is haar op het lijf geschreven. „De zwaluw is een vogel die over de hele wereld trekt om te overleven. In een groep, alleen redt hij het niet.” Ze vertelt gedreven: „Ik ben ook een zwaluw, als dochter van gastarbeiders kwam ik op mijn dertiende hier.” Regelen en hard werken kreeg ze van thuis mee. Samen met haar zeven broers en zussen zorgt ze voor haar demente moeder, „de meest optimistische persoon die ik ken”.

Het begin van de repetitie besteedt Agoshian aan zangtechniek. Onvermijdelijk om daar gekke bekken bij te trekken. Ahrouch: „We nemen onszelf heel serieus en soms minder.” Elk koorlid mag een voorstel voor een lied doen. „Dankzij Ant uit Friesland zingen we ‘Wêr bist du’. En een favoriet van mij is een Armeens lied, dat raakt me zeer.” Vanavond wordt een Berbers lied gezongen dat Malika thuis leerde. „In het begin voelde het eng. Ik was zwaar uit mijn comfortzone. Ik was gewend dit in besloten kring te zingen. Maar ik ben een durfal, en ik gooide het erin! Ardashes heeft de noten op papier gezet en ik schreef de Amazigh tekst fonetisch uit.” Het gaat over een mythe van een heerseres die streed voor vrijheid. „Door te zingen delen we verhalen.”

De tijd vliegt om. Na afloop wordt er samen opgeruimd. Iedereen is opgeladen, „ook wie moe aankwam”. Ahrouch noemt Het Zwaluwkoor een weergave van het sociale leven in Amsterdam: „De stad is een herberg voor zovelen. Mensen zijn zich er niet altijd van bewust hoe goed dat eigenlijk gaat.” Ergens las ze dat Amsterdam de meeste nationaliteiten van Nederland telt. Zo mooi vond ze dat. „En in het koor zingen ze allemaal mijn lied.”