Ryuichi Sakamoto bleef betrekkelijk anoniem, maar vrijwel iedereen kent zijn werk

Necrologie

Ryuichi Sakamoto (1952-2023) Componist Het oeuvre van de Japanse componist Ryuichi Sakamoto begon met een cocktail van elektronisch experiment en popgevoeligheid, en eindigde in klankschoonheid en onthechting.

Componist Ryuichi Sakamoto in Berlijn in 2018 toen hij jurylid was bij het Berlinale Internationale Film Festival.
Componist Ryuichi Sakamoto in Berlijn in 2018 toen hij jurylid was bij het Berlinale Internationale Film Festival.

Foto Fabrizio Bensch/Reuters

Je kunt een trouw bezoeker van de concertzalen zijn zonder ooit de naam Ryuichi Sakamoto op het programma te hebben gezien. Toch heeft vrijwel iedereen zijn muziek wel eens gehoord: met zijn bekroonde scores voor succesfilms als The Last Emperor (1987) en The Revenant (2015) bereikte hij een miljoenenpubliek. Het kon nóg groter: in 1992 componeerde Sakamoto muziek voor de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Barcelona, die wereldwijd door miljarden tv-kijkers werd gevolgd. Hij overleed aan de gevolgen van kanker op 28 maart. Sakamoto was 71 jaar.

Publieksbereik is natuurlijk iets anders dan artistiek succes, maar de combinatie van brede toegankelijkheid en betrekkelijke anonimiteit is kenmerkend voor veel werk van Sakamoto. Zijn soundtracks verschillen qua intentie niet wezenlijk van zijn intieme pianomuziek, die soms aanschuurt tegen de muzak: Sakamoto componeerde voor een gelegenheid, of dat nu een film of een gemoedstoestand was; zijn muziek ‘doet zich voor’, zonder al te nadrukkelijk de spotlight te claimen. „Ik wil muziek maken die op een Tarkovski-soundtrack lijkt”, zei hij over zijn fascinatie voor omgevingsgeluid in de mooie documentaire Coda (2018).

Sakamoto’s rituele opera TIME vormde de apotheose van een ontwikkeling in zijn oeuvre, dat in de jaren 70 begon met een cocktail van elektronisch experiment en popgevoeligheid en eindigde in klankschoonheid en onthechting. TIME ontstond in nauwe samenwerking met beeldend kunstenaar Shiro Takatani, met wie Sakamoto deze eeuw veel projecten deed, en ging in 2021 in première tijdens het Holland Festival. Sakamoto was dat jaar ‘associate artist’ van het festival, maar moest vanwege zijn ziekte toen al verstek laten gaan.

Juist toen hij het gevoel had dat hij een andere richting moest inslaan, castte regisseur Nagisa Oshima hem voor de film Merry Christmas, Mr. Lawrence (1983) met David Bowie

Sakamoto werd op 17 januari 1952 geboren in Tokio en studeerde compositie en etnomusicologie aan de gerenommeerde Tokyo University of the Arts. Daar experimenteerde hij volop met de modernste elektronische apparatuur die in de jaren 70 voorhanden was, toen elektronische muziek nog vooral iets was voor avant-gardecomponisten. Mede geïnspireerd door Kraftwerk creëerde Sakamoto een eigenwijze mix van elektronica, volksmuziek, jazz en pop. Zijn debuutalbum Thousand knives (1978) – dat opent met de vervormde recitatie van een gedicht van Mao Zedong – groeide uit tot een cultklassieker, en met ‘Riot in Lagos’ scoorde hij in 1980 een elektrofunk-hit.

Computerspelletjes

Met de band Yellow Magic Orchestra brak Sakamoto in diezelfde jaren door in het Westen. Zijn kenmerkende synthesizers drukten een stempel op het groepsgeluid, waarin ook een bijzondere rol voor jingles en piepjes uit de Japanse computerspelletjescultuur was weggelegd. Het debuutalbum van YMO uit 1979, met openingsnummer ‘Computer game’, geldt nog altijd als een mijlpaal in het ontstaan van hiphop en elektropop.


Lees ook: Ryuichi Sakamoto doet altijd exact wat nodig is

Per toeval rolde Sakamoto ook de filmmuziek in. Juist toen hij het gevoel had dat hij een andere richting moest inslaan, castte regisseur Nagisa Oshima hem voor de film Merry Christmas, Mr. Lawrence (1983), ondanks zijn totale gebrek aan acteerervaring. Sakamoto speelde een Japanse kampcommandant tegenover de krijgsgevangen David Bowie, die hem een beroemd geworden kus gaf, en componeerde ook meteen maar de soundtrack, samen met David Sylvian. Mede dankzij het beroemde thema kreeg Mr. Lawrence een cultstatus; de legendarische regisseur Akira Kurosawa rekende hem zelfs tot zijn lievelingsfilms. Sakamoto won met zijn soundtrack een Bafta Award en zou nog tientallen films van muziek voorzien. Zoals The Last Emperor, waar hij op de set het verzoek kreeg om ter plekke treffende ‘hofmuziek’ te componeren, wat hij in slechts een paar uur tijd deed – een tamelijk bizarre prestatie, die enigszins verklaart hoe Sakamoto zo’n ontzagwekkend omvangrijk oeuvre heeft kunnen scheppen. Zijn muziek voor The Last Emperor leverde hem bovendien een Oscar, een Golden Globe en een Grammy op.

Fukushima

Zo maakte de opgewekte up-tempo elektro gaandeweg plaats voor weelderige orkesttexturen en impressionistisch, contemplatief gestemd werk voor pianosolo. Een „wat monotone sfeer van desolate melancholie”, oordeelde NRC over Sakamoto’s pianospel na een optreden met producer Alva Noto in 2006. Ondertussen werkte Sakamoto ook samen met artiesten als Brian Wilson en Iggy Pop en maakte hij zich als activist hard voor het uitbannen van kernenergie.

In 2014 werd bij Sakamoto keelkanker vastgesteld. Na een zware kuur maakte hij zijn comeback met het sterke album async (2017), waarin zijn hele oeuvre culmineert: de fascinatie voor Bach, zijn elektronische avonturen, eenzame pianonoten en ‘gevonden’ klanken gaan een fascinerende symbiose aan. De piano op het album is een bijzondere: Sakamoto vond het zwaar beschadigde instrument toen hij na de kernramp de verwoeste streek rond Fukushima bezocht, en hij besloot hem te adopteren.