Ruzie tussen Nederlandse cryptosector en DNB duurt voort

De verhouding tussen De Nederlandsche Bank (DNB) en de cryptosector blijft uiterst moeizaam. Volgens crypto-ondernemers in Nederland maakt DNB de sector kapot door veel strengere regels te hanteren dan wettelijk is toegestaan – en de hoge kosten daarvoor door te berekenen aan de sector. In oktober gaf de rechter in Rotterdam de bedrijven grotendeels gelijk. De DNB gaat daartegen in hoger beroep, zo werd deze week bekend.

Sinds mei 2020 zijn er in Nederland regels voor de bedrijven die de handel in cryptovaluta faciliteren. Bedrijven die op de Nederlandse markt actief zijn, moeten voldoen aan de antiwitwasregels en daartoe een registratie bij DNB hebben.

De eisen die aan een registratie worden gesteld, zijn vanaf het begin onderwerp van strijd tussen de jonge cryptosector en DNB. Volgens de bedrijven gebruikte DNB de registratie-eis voor een verkapt vergunningsregime, waarvoor de bedrijven aan veel meer eisen moesten voldoen en meer kosten moesten maken.

Dat vonden de cryptobedrijven oneerlijk, omdat de Nederlandse bedrijven die zich daaraan moesten onderwerpen intussen concurreerden met mondiale spelers die dat niet hoefden. Doordat alles in de cryptowereld virtueel is, zijn eigenlijk alle bedrijven mondiale spelers. Een groot deel van de Nederlandse markt was de afgelopen jaren in handen van bedrijven als Binance en Coinbase, die geen registratie in Nederland hadden. Ook onder de regels die vanaf mei 2020 golden, waren consumenten die cryptomunten kochten bovendien onbeschermd.

Daar kwam nog bovenop dat het in Nederland praktijk is dat sectoren zelf opdraaien voor de kosten van toezicht. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de banken en verzekeraars die onder DNB vallen. Niet eerlijk, betoogden de bedrijven. En bovendien funest voor start-ups. Een aantal ondernemers hield het om die reden voor gezien. Sommige bedrijven weken uit naar het buitenland.

Spoedig terugbetalen

Degene die bleven en tegen DNB procedeerden, kregen op 4 oktober in Rotterdam grotendeels gelijk. De rechtbank oordeelde dat voor het uitgebreidere toezicht van DNB geen Europese juridische grondslag is. En dat de daarmee samenhangende kosten (voor het jaar 2021 waarop de zaak betrekking had) dus ook niet in rekening gebracht hadden mogen worden.

De elf procederende bedrijven hoopten dat DNB de kosten spoedig zou terugbetalen. Dat is de toezichthouder voorlopig niet van plan. Deze week kondigde de bank aan in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak. DNB vraagt bovendien de voorzieningenrechter om de terugbetalingsplicht hangende dat hoger beroep op te schorten. Mocht de rechter daar niet in meegaan, dan betaalt de bank wel, zegt een woordvoerder.


Lees ook
Het cryptobedrijf dat zich tussen de wereld van bankiers en accountants beweegt: Bitvavo

Het cryptobedrijf dat zich tussen de wereld van bankiers en accountants beweegt: Bitvavo

„We komen niet verder”, constateert Bert de Groot. Hij is voorzitter van brancheorganisatie Verenigde Bitcoinbedrijven Nederland. Zijn bedrijf Bitcoin Brabant gebruikt de warmte die afkomt van servers die draaien om het bitcoinnetwerk te laten functioneren voor verwarming van onder meer kassen. „Heel jammer dat we met DNB in een soort loop zitten. Wij zijn afhankelijk. Een toezichthouder kan je maken of breken.”

In juli 2022 en januari 2023 zijn twee grote buitenlandse cryptobeurzen door DNB beboet, omdat ze hun diensten in Nederland aanboden zonder registratie. Deze bedrijven, Binance en Coinbase, hebben de boetes van ruim 3 miljoen euro inmiddels beide voldaan. Coinbase heeft nu bovendien een registratie in Nederland. Binance heeft de procedure om die te verkrijgen gestaakt. De Groot vindt de praktijk frustrerend: „Het kan toch niet de bedoeling zijn dat de Nederlandse cryptobedrijven in feite betalen opdat boetes kunnen worden uitgedeeld aan Binance en Coinbase, maar we daar vervolgens niets van terugzien?”


Lees ook
De belangrijkste man in crypto

<strong>Changpeng Zhao </strong> poseert voor fotografen, kort na een televisie-interview bij Bloomberg in Tokio.” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2023/11/ruzie-tussen-nederlandse-cryptosector-en-dnb-duurt-voort-1.jpg”><br />
</a> </p>
<p>De juridische strijd van de Nederlandse cryptodienstverleners is een achterhoedegevecht. Het toezicht op de sector gaat sowieso op de schop. Eind 2024 wordt de eerste Europese cryptowet van kracht, de Markets in Crypto Assets Regulation (MiCAR). Onder die wet moeten cryptobedrijven wel een echte vergunning hebben om binnen de EU actief te zijn. Daarbij worden ook eisen gesteld aan de bedrijven en krijgen hun klanten een sterkere positie. </p>
<p>De bedrijven kunnen kiezen in welk EU-land ze de aanvraag doen. De vergunning is vervolgens in elk EU-land geldig. In Nederland gaat de vergunningverlening in de toekomst grotendeels via de Autoriteit Financiële Markten (AFM). De hoge kosten voor toezicht in Nederland zullen ertoe leiden dat Nederlandse bedrijven hun EU-vergunning in andere landen zullen aanvragen, voorspelt De Groot. „Je kunt straks kiezen. In bijvoorbeeld Duitsland of Luxemburg is het veel goedkoper.”</p>
<p><a class=

Lees ook
Europees Parlement neemt nieuwe cryptowet aan: ‘unicum in de wereld

Vooralsnog is de cryptosector in Europa vrijwel ongereguleerd.