N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Voorschotten Het kabinet Rutte-IV kondigde aan alle toeslagen te willen afbouwen, maar nu wil het ze alsnog inzetten teneinde een forste armoedestijging tegen te gaan. Die keuze is opmerkelijk, onder meer gezien de ergernis over het tijdrovende stelsel.
Verfoeid en gehaat, bijna afgeserveerd en nu cruciaal om de armoede te bestrijden: het politieke lot van de toeslagen is gerust wonderlijk te noemen. Het kabinet-Rutte IV sprak in het coalitieakkoord nog de ambitie uit om alle toeslagen uiteindelijk af te schaffen. Maar nu blijken ze een onmisbaar ingrediënt om de koopkracht te redden.
Woensdagavond bereikte het kabinet een akkoord over de begroting voor komend jaar. Die is vanwege de demissionaire staat van het kabinet grotendeels gespeend van nieuw beleid. Op één belangrijke uitzondering na: het voorkomen van een forse stijging van de armoede.
Zo’n stijging was onlangs door het Centraal Planbureau (CPB) voorspeld: zonder extra beleid zou de armoede stijgen en zouden bijna één miljoen Nederlanders onder de armoedegrens komen te leven. Dit komt doordat veel van de maatregelen die het kabinet vorig jaar nam om de harde inflatie- en energieschok te dempen, tijdelijk waren en vóór 2024 aflopen.
Het resultaat van de kabinetsonderhandelingen is een pakket ter grootte van 2 miljard euro. Dat moet ervoor zorgen dat een grote groep Nederlanders een jaar later niet alsnog onder de armoedegrens zakt. De precieze plannen worden door het kabinet in september gepresenteerd op Prinsjesdag, met de rest van de begroting, maar de inhoud lekte woensdag al grotendeels uit.
Nivelleringspakket
Duidelijk is dat de toeslagen een hoofdrol spelen in de armoedemissie van het kabinet. Zowel de huurtoeslag als het kindgebonden budget wordt met honderden euro’s per jaar verhoogd. Die verhoging is niet eenmalig, maar permanent.
Je zou het laatste koopkrachtpakket van Rutte IV een nivelleringspakket kunnen noemen, want de kosten worden grotendeels opgebracht door de hogere inkomens zwaarder te belasten.
Dat zit zo. De inkomensgrens van het hoogste belastingtarief – nu 73.000 euro – stijgt normaliter mee met de inflatie. Vanwege de hoge inflatie zou dat belastingtarief komend jaar pas veel hoger – rond de 80.000 euro – ingaan. Het kabinet voert die stijging nu niet helemaal door. Hoge inkomens gaan daardoor eerder het hoge tarief betalen, wat grotendeels de extra toeslagkosten dekt.
Dat de keuze valt op de toeslagen, lijkt gek. Afgelopen jaren groeide in Den Haag de ergernis over het toeslagenstelsel, met zijn tijdrovende papierwerk en het impopulaire gebruik van voorschotten. Ontvangers krijgen eerst hun toeslag uitgekeerd op basis van hun inkomen in het voorgaande jaar, maar moeten later soms een deel terugbetalen als hun inkomen in de tussentijd is gestegen.
Zaligmakend is de oplossing niet: sommige groepen worden niet bereikt, zoals die met een koopwoning en een laag inkomen
Deze opzet van het toeslagenstelsel leidde bij een deel van de ontvangers tot onzekerheid en schulden, anderen vroegen helemaal geen toeslag aan en liepen zo honderden of duizenden euro’s mis. Met het Toeslagenschandaal rond de kinderopvangtoeslag leek het lot van de toeslagen bovendien voorgoed bezegeld.
Kabinet-Rutte IV kondigde dan ook aan alle toeslagen te willen afbouwen. Dat voorstel staat overeind, al is de eerste stap – het bijna gratis maken van de kinderopvang om de kinderopvangtoeslag overbodig te maken – al uitgesteld van 2025 naar 2027.
Lees ook dit artikel: Van de toeslagen kom je niet zomaar af
Noodgreep
Toch kan het kabinet niet om de toeslagen heen nu een acute oplossing nodig is. Een verhoging van het minimumloon en de uitkeringen is vele malen duurder en komt ook terecht bij veel Nederlanders die prima zonder steuntje in de rug kunnen: de meerderheid van de bevolking gaat er volgens het CPB komend jaar wél op vooruit. Hetzelfde geldt voor een belastingverlaging.
Voor de toeslagen ligt dat anders. De twee gekozen toeslagen komen namelijk al terecht bij groepen waar het risico op armoede zich concentreert: huurders en gezinnen met kinderen. Door die aanpak hoeft het kabinet niet een nieuwe tegemoetkoming te ontwerpen of breed met geld te strooien. Uit eerder onderzoek bleek dat de huurtoeslag de toeslag is die per euro de meeste armoede reduceert, beter dan bijvoorbeeld de zorgtoeslag.
Zaligmakend is de oplossing ook weer niet. Tegenover het gerichte karakter van de huurtoeslag staat bijvoorbeeld het feit dat ook daar weer groepen zijn die níét worden bereikt, zoals bezitters van een koopwoning met een laag inkomen.
Breder bekeken legt de greep naar het toeslagenstelsel een fundamentele zwakte bloot. Blijkbaar is de Nederlandse economie zo georganiseerd dat een grote groep niet kan rondkomen zonder dat de overheid bijspringt. Om dat te veranderen lijken grotere ingrepen, zoals hogere lonen of lagere kosten, onvermijdelijk.
Het kabinet wilde daar zijn vingers nu niet aan branden: dat wordt materiaal voor de verkiezingsprogramma’s.
Met medewerking van Christiaan Pelgrim.