Bij massale Russische aanvallen met drones en raketten op de Oekraïense energie-infrastructuur is donderdag opnieuw in grote delen van het land de stroom uitgevallen.
Volgens de Oekraïense autoriteiten werd onder meer de belangrijke elektriciteitscentrale Trypilska nabij de hoofdstad Kyiv compleet verwoest. „De schaal van de vernietiging is angstaanjagend”, zei topman Andri Hota van elektriciteitsbedrijf Centrenergo. De stroomproductie van de centrale is volgens hem volledig stilgevallen.
Ook in de noordoostelijke stad Charkiv viel in de vroege ochtend op veel plaatsen de stroom uit na een Russische aanval. In de tweede stad van het land zaten zeker 200.000 mensen zonder elektriciteit. Verder werden vanuit andere grote steden in het hele land aanvallen gemeld, onder meer Zaporizja, Lviv en Cherson. Volgens president Volodymyr Zelensky vuurden de Russen meer dan tachtig raketten en drones af.
Het Russische ministerie van Defensie noemde de grootscheepse aanval een vergelding voor de Oekraïense aanvallen in maart op olieraffinaderijen en -opslagplaatsen in verschillende Russische regio’s. Door die aanvallen is volgens berekeningen van het persbureau Reuters de capaciteit van de Russische raffinaderijen met zo’n 14 procent gedaald.
Bij de Russische vergeldingsaanval valt vooral op dat de luchtafweer in Kyiv niet in staat was de infrastructuur te verdedigen. De hoofdstad is de afgelopen maanden vooral dankzij het Amerikaanse Patriot-luchtafweersysteem grotendeels gevrijwaard gebleven van grote schade door Russische luchtaanvallen.
Maar het tekort aan luchtafweergeschut krijgt steeds meer gevolgen voor de Oekraïense bevolking, ook in Kyiv zelf. De Oekraïense regering roept zijn westerse bondgenoten al maanden op het land te helpen verdedigen tegen de Russische aanvallen. Vooral de regio’s verder weg van de hoofdstad blijken erg kwetsbaar. „We hebben luchtverdediging en andere defensiesteun nodig, niet wegkijken en lange discussies”, zei Zelensky op Telegram. Hij noemde de Russische aanvallen „terreur”.
Mobilisatiewet
De Russische aanvallen leidden donderdag in het Europees Parlement tot een opmerkelijk initiatief. Een voorstel van europarlementariër Guy Verhofstadt om goedkeuring van het budget van de Europese Raad op te schorten totdat Oekraïne vanuit Europa zeven Patriot-batterijen krijgt geleverd, werd met een zeer ruime meerderheid aangenomen.
De Oekraïense wapen- en munitietekorten zijn mede ontstaan door de politieke impasse in de Verenigde Staten. Enkele Republikeinen in het Huis van Afgevaardigden blokkeren nieuwe Amerikaanse militaire steun aan Oekraïne al sinds december.
Volgens Moskou hebben de vergeldingsaanvallen van donderdag tot gevolg dat de werkzaamheden van verschillende Oekraïense militaire bedrijven werd lamgelegd. Ook zouden door de Russische aanvallen Oekraïense troepenverplaatsingen zijn gedwarsboomd en werd de energiebevoorrading van de Oekraïense strijdkrachten belemmerd, aldus het Kremlin.
Ondertussen nam het Oekraïense parlement donderdag een wet aan die ervoor zorgt meer burgers kunnen worden opgeroepen voor het leger. De mobilisatiewet werd dit jaar twee keer eerder afgewezen, maar nu nu in bijgeschaafde vorm met iets meer dan de helft van de stemmen aangenomen.
De nieuwe wet maakt ontlopen van de mobilisatie strafbaar. Het aantal uitzonderingen om onder dienst uit te komen is fors teruggeschroefd. Een eerder voorstel om militairen die al drie jaar hebben gediend te demobiliseren, werd niet opgenomen in de wet. De nieuwe regels zijn naar verwachting weinig populair onder de Oekraïense bevolking.
Eind vorig jaar zei de Oekraïense legertop een half miljoen nieuwe rekruten nodig te hebben om weerstand te kunnen bieden aan de Russen. Volgens de Oekraïense regering ontlopen duizenden mensen de mobilisatieplicht, terwijl de uitgeputte militairen die sinds de invasie van Rusland op het slagveld staan geen tijd hebben om bij te komen. Afgelopen week verlaagde president Zelensky de miminumleeftijd voor mobilisatie al van 27 naar 25 jaar. Het is niet duidelijk hoeveel rekruten de nieuwe wet gaat opleveren.
Lees ook
dit interview met de Oekraïense minister Dmytro Koeleba