Russische agressie en de eisen van Trump leiden tot pijnlijke keuzes: hoe denken NAVO-landen over de stijgende defensie-uitgaven?

De NAVO-top in Den Haag, volgende week dinsdag en woensdag, gaat maar over één onderwerp: geld. Secretaris-generaal Mark Rutte wil na afloop kunnen verkondigen dat de 32 bondgenoten hun defensie-uitgaven meer dan verdubbelen tot 5 procent van het bruto binnenlands product. De enorme investering is op de eerste plaats een antwoord op de Russische agressie. Het is ook een antwoord op het probleem-Trump. Europa kan zich zonder Amerikaanse steun niet verdedigen. Toewijding van de VS aan Europa is dus onontbeerlijk. Trump heeft geëist dat de uitgaven naar 5 procent gaan, Rutte wil aan die eis voldoen.

De militaire planners hebben berekend dat de verdediging tegen Rusland de komende jaren ruim 3,5 procent zou eisen aan militaire uitgaven. Daarnaast moeten landen hun civiele weerbaarheid verhogen, zich wapenen tegen cyberaanvallen en een infrastructuur aanleggen die grote militaire operaties aankan. Daar, bedacht Rutte, zou dan per jaar nog eens 1,5 procent aan uitgegeven moeten worden. En laat nu 3,5 plus 1,5 gelijk zijn aan 5. Bijkomend voordeel is dat het Europese aandeel in de Europese verdediging daardoor enorm zal stijgen en de afhankelijkheid van de VS minder wordt – ook een eis van Trump.

Rutte wil dat landen stapsgewijs naar 5 procent toegroeien en dat het doel in 2032 gehaald wordt. Sommige landen vinden 2035 realistischer. Landen moeten elk jaar een stapje zetten en niet, zoals in het verleden, eerst de uitgaven laten dalen, dan 9 jaar niets doen om vervolgens een sprintje trekken. Rutte wil voorkomen dat de grafiek er straks uitziet als een hockeystick, zei hij. Op het NAVO-hoofdkwartier is de metafoor van de hockeystick inmiddels gemeengoed.

Een gefaseerde groei van de uitgaven heeft ook het voordeel dat de defensiemarkt niet verdrinkt in de vraag en alleen maar de prijzen zullen stijgen. Dat zou er toe leiden dat landen voor veel hogere uitgaven nog steeds niet genoeg wapens kunnen kopen.

Stel landen leggen dat geld op tafel, wordt Europa dan meteen veiliger? Het wordt nog een hele klus om het geld zinvol te besteden. De defensie-industrie in Europa en de VS kan de verhoogde vraag naar wapens nu niet aan. Dus daar moet ook iets op gevonden worden. Bovendien moet Europa afleren om kostbare bestellingen te doen bij nationale kampioenen om een eigen nationale defensie-industrie in stand te houden. Dat heeft geleid tot versplintering en maakt Europese wapens vaak duur. En dan is er nog een immens personeelsprobleem. Duitsland alleen al zoekt 60.000 extra militairen.

Kan Europa zo’n 5-procentbelofte eigenlijk wel waarmaken? De grootste uitdaging vormen de 3,5 procent militaire uitgaven. Die categorie is strak gedefinieerd en wordt door de NAVO gecontroleerd. De 1,5 procent is niet gedefinieerd en daar vallen vermoedelijk veel uitgaven onder die landen toch al moeten doen. Maar ook 3,5 procent is veel geld: voor Nederland mogelijk 19 miljard extra. Verhoging van defensie-uitgaven leidt onherroepelijk tot pijnlijke politieke keuzes. Landen hebben in principe drie opties: verhoog de belastingen, snoei in (sociale)uitgaven, ga meer schulden aan. Als Rutte zijn zin krijgt op de top, moet elk land bij thuiskomst uitzoeken welke mix van onaangename maatregelen het minst onaangenaam is.

West-Europa

NederlandSchoof moet oppositie meekrijgen om als gastheer niet met lege handen te staan

Nederland is gastland van de NAVO-top. Oud-premier Mark Rutte is NAVO-chef. Maar in Nederland is nog geen overeenstemming over de groei van defensie-uitgaven. PVV, VVD, NSC en BBB spraken mei 2024 af zich aan de 2-procentsnorm te houden. Dat is gehaald: 2,06 procent in 2024, ongeveer 22 miljard euro. Dat stelde het kabinet vast volgens de rekenmethode van de NAVO, die uitgaat van begrote uitgaven en op basis van het Nederlandse bbp uit 2021. Reken je met daadwerkelijke uitgaven en het bbp van 2024, dan kom je tot 1,74 procent, becijferde de Algemene Rekenkamer.

Bij de onderhandelingen over de Voorjaarsnota in april is extra geld vrijgemaakt voor defensie. 737 miljoen meer dan nodig is om te voldoen aan de 2-procents-norm, die pas in 2030 volledig wordt uitgegeven. De miljoenen zijn niet genoeg om 3,5 procent te halen voor defensie. Daarvoor moet jaarlijks 16,5 miljard euro extra worden gereserveerd.

Wil Nederland dat? Het kabinet zei vrijdag zich te willen committeren aan de 5 procent, waarvan 3,5 voor defensie. Volgende week debatteert de Tweede Kamer met demissionair premier Dick Schoof over de NAVO-top.

Ministers zullen het gemakkelijker eens zijn geworden over de inzet na het vertrek van de PVV. Die was sceptisch en hanteerde voor extra defensieuitgaven de voorwaarde dat evenveel geld naar ‘de portemonnee van de Nederlanders’ moest gaan. Maar het kabinet heeft ook in de Tweede Kamer een meerderheid nodig voor een mandaat op de top. Die is niet vanzelfsprekend na de kabinetsval. Moties die opriepen om 3,5 procent aan defensie te besteden, haalden vooralsnog geen meerderheid, omdat onder meer GroenLinks-PvdA en PVV tegen stemden.

GroenLinks-PvdA is voor hogere defensie-uitgaven, maar wil voorkomen dat dit ten koste gaat van bijvoorbeeld zorg en onderwijs. De partij wil het extra geld voor defensie bekostigen door de staatsschuld te laten oplopen en met belastingen voor grote bedrijven en rijke burgers. VVD is juist tegen zulke financiering.

Dick Schoof zal met een plan moeten komen waarmee hij naast de overgebleven coalitiepartijen ook GroenLinks-PvdA of de PVV meekrijgt. Anders staat hij als gastheer met lege handen.

Marko de Haan

BelgiË‘Financiële atoombom’ zet regering onder zware druk

België laat alleen Luxemburg achter zich op de lijst van defensieuitgaven door NAVO-landen. Dus staat het land, dat het NAVO-hoofdkwartier in Brussel huisvest, voor een groot financieel probleem. Jaarlijks besteedt België met 1,3 procent van het bbp 7,9 miljard euro aan defensie. De regering-De Wever heeft al beloofd aan de norm van 2 procent te gaan voldoen, waarmee het budget naar 12 miljard euro gaat. En 5 procent – wat waarschijnlijk de uitkomst van de top in Den Haag wordt, waarbij wel 1,5 procent aan bijvoorbeeld infrastructuur mag worden uitgegeven – zou 30 miljard euro betekenen. Dat is 80 procent van wat de federale overheid jaarlijks uitgeeft (na afdrachten aan de regio’s en de kosten van de sociale zekerheid).

Binnen de regeringscoalitie zijn er grote twijfels of het die kant op moet. „Een financiële atoomboom”, schreef De Standaard in een commentaar nadat defensieminister Theo Francken van de NV-A bij een NAVO-bijeenkomst vorige week had gezegd dat België zich aan die 5 procent zou committeren. Sami Mahdi, leider van Vlaamse regeringspartij CD&V reageerde daar verbaasd op. „Dit is niet het regeringsstandpunt”, zei Mahdi tegen Het Nieuwsblad. „Aan welke boom groeien die miljarden?” Op korte of middellange termijn is het ophogen van het defensiebudget met miljarden onhaalbaar, denkt Mahdi. „Want dan zou je massaal moeten snoeien in mensen hun pensioen of zorg. Dat is voor CD&V onaanvaardbaar.” Ook het linkse Vooruit en Waalse liberalen van MR zien de enorme verhogingen niet zitten. „Aan alle westerse landen vragen om 5 procent van hun bbp te spenderen aan defensie, dat wordt echt te gek”, zie MR-leider Georges-Louis Boucher. Hij spreekt van „collectieve hysterie”.

Ministers van Defensie kwamen 5 juni bijeen tijdens een NAVO-vergadering in Brussel. Links secretaris-generaal Mark Rutte met naast hem de Amerikaanse minister Pete Hegseth.
Foto Yves Herman / Reuters

Een peiling in opdracht van onder meer Het Laatste Nieuws liet dinsdag ook zien dat de verdeeldheid onder de Belgische bevolking groot is: 47 procent is voor het verhogen van het defensieuitgaven tot meer dan 2 procent, 45 procent is er tegen. Om naar de 2 procent te gaan, moet de regering al 4 miljard euro vinden. En dat is gezien de slechte staat van de begroting een enorme opgave. Even is overwogen dat de Belgische staat hier goud voor zou verkopen, maar daar gaat de Nationale Bank over en die zette een streep door dit plan.

DuitslandProtest tegen hoge schulden voor sterke ‘Bundeswehr’ klinkt mondjesmaat

5 procent? Geen probleem voor Duitsland. Sinds de Bondsdag in maart met een grondwetswijziging de schuldenregels zo hervormde dat investeringen in defensie niet meer op de begroting komen, kan vrijelijk geld naar defensie stromen zonder dat andere posten daarvoor moeten inleveren. Voor defensie is Duitsland van plan forse schulden te maken en het stapt zo deels af van de ‘zwarte nul’, het begrotingsevenwicht dat zo lang bepalend was voor alle beleidsbeslissingen.

De bereidwilligheid waarmee de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Johann Wadephul (CDU) begin mei zei aan de door Donald Trump geëiste 5 procent te willen voldoen, strookt niet helemaal met de huidige stand van zaken. In 2024 voldeed Duitsland niet eens aan de oude norm van 2 procent; vorig jaar ging 1,9 procent van het bbp naar defensie, zo’n 77,6 miljard euro. Jarenlang lag dat percentage beduidend lager.

Als het bbp stabiel zou blijven zou een jaarlijkse investering van 5 procent per jaar 204,2 miljard euro voor Duitse defensie betekenen. Trump grapte al bij zijn ontmoeting met kanselier Friedrich Merz (CDU) in het Witte Huis: „Er gaat een moment komen waarop ik zeg, nu is het wel genoeg met die bewapening.”

Het zal nog een aantal jaar duren voordat Duitsland daadwerkelijk 5 procent investeert, en voordat wapenfabrikanten ook voor dergelijke bedragen kunnen produceren. Het grootste probleem voor Merz’ doel om „het sterkste conventionele leger van Europa” te worden is menskracht. Volgens minister van Defensie Boris Pistorius (SPD) heeft de ‘Bundeswehr’ op termijn zo’n 60.000 extra mensen nodig – nu tellen de Duitse strijdkrachten zo’n 181.000 soldaten.

De coalitie van CDU/CSU en SPD leek tot dusver eensgezind in het nastreven van die 5 procent. Maar binnen de SPD roert zich de pacifistische vleugel. In een manifest bekritiseren zo’n honderd sociaal-democraten de „alarmistische militaire retoriek”. Het 5-procent-doel noemen ze „irrationeel”.

De SPD’ers in het kabinet namen afstand van de tekst van hun partijgenoten. Maar als het manifest binnen de partij groot gehoor vindt, moeten de SPD-ministers mogelijk hun koers bijsturen, en klinkt de 5-procent-belofte voortaan minder vanzelfsprekend.

frankrijkMacron wil zich niet blindstaren op cijfers, maar aan forse bezuinigingen valt niet te ontkomen

Frankrijk geeft nu 2,1 procent van zijn bbp uit aan defensie – in 2024 was dat 59 miljard euro. President Emmanuel Macron heeft aangekondigd dat het land „in de komende jaren” naar 3,5 procent gaat – vanaf 2026 komt er jaarlijks 3 miljard euro bij. Over de door Rutte gewenste bijkomende 1,5 procentpunt voor zaken als infrastructuur is Frankrijk minder duidelijk.

Minister van Buitenlandse Zaken Jean-Noël Barrot zei half mei dat bovenop de toename tot 3,5 procent „uitgaven komen die (…) geen directe defensie-uitgaven zijn”, zoals investeringen in cyberveiligheid en militaire mobiliteit. Maar een percentage noemde hij niet. Kort daarna zei Macron dat de bondgenoten zich niet moeten blindstaren op cijfers. „Ik vind dit debat tussen bondgenoten die alleen naar de cijfers kijken maar niets”, aldus de president. „De inzet van een leger wordt niet afgemeten aan hoeveel geld wordt uitgegeven, maar aan de namen die op onze oorlogsmonumenten staan gegraveerd.”

Dit wil niet zeggen dat Frankrijk nooit zal uitkomen op 5 procent. Hét sleutelwoord van Macrons buitenlandbeleid is immers ‘strategische autonomie’: de Franse president wil dat Europa meer gaat investeren in onder meer defensie en industrie om onafhankelijker te worden van de andere machtsblokken. Maar dat Macron niet vooraan staat om voor een 5 procent-norm te pleiten, toont de gecompliceerde relatie tussen Frankrijk en de NAVO. Het land is met zijn kernwapens en grote leger een belangrijk lid, maar het is van oudsher kritisch op de dominantie van de VS binnen het bondgenootschap – de reden dat Frankrijk er zijn kernwapens nooit onderbracht. Sommige politieke partijen zijn nog altijd zeer NAVO-kritisch, met name het radicaal-linkse LFI.

En het publieke geld ligt in Frankrijk niet voor het oprapen: het land heeft een fors overheidstekort (5,8 procent van het bbp in 2024). De regering, die geen meerderheid geniet in het parlement, wil volgend jaar 40 miljard euro aan bezuinigingen doorvoeren om onder meer de opgehoogde defensieuitgaven op te vangen en het tekort naar beneden te krijgen. Hoe ze dit wil doen, wordt half juli bekend. Naar verwachting zal flink gesneden worden in overheidsuitgaven. Ook belastingverhogingen zijn niet uitgesloten.


Lees ook

Kan Europa zonder de nucleaire paraplu van de VS? Sterktes en zwaktes van een Europese kernmacht

Een Amerikaanse B-52H-bommenwerper in het VK, 11 maart 2025.

Verenigd KoninkrijkMiljarden van ontwikkelingshulp naar defensie

Begin dit jaar, het was in februari, dacht de Britse premier Keir Starmer nog het goede voorbeeld te geven aan andere NAVO-landen. Hij kondigde toen aan dat het Verenigd Koninkrijk meer ging uitgeven aan defensie, in totaal 2,5 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2027. Maar de afgelopen maanden haalde de instabiele internationale werkelijkheid de premier snel in en nu staat hij onder druk om een nieuwe NAVO-norm van 3,5 procent plus 1,5 procent aan veiligheidsgerelateerde onderwerpen te accepteren.

Premier Starmer (Labour) benadrukt vaak hoe belangrijk de NAVO voor het VK is en dat vergroot die druk om in te stemmen met een verhoging nog eens extra. Volgens dagblad The Times dringen Amerikaanse diplomaten hier bij de Britten ook flink op aan, omdat andere landen geneigd zullen zijn hen te volgen. Van oudsher is de plaatsvervangend bevelhebber van de NAVO in Europa een Brit – de hoogste commandant is tot nu toe altijd Amerikaans.

Voor hogere defensie-uitgaven bestaat redelijk wat steun bij de bevolking. Begin deze maand vond volgens een peiling van onderzoeksbureau YouGov bijna de helft van de Britten, 49 procent, dat de uitgaven aan defensie omhoog moeten. Het draagvlak voor de NAVO nam toe meteen na de Russische inval in Oekraïne, in februari 2022, en bleef sindsdien ongeveer stabiel. Vorig jaar gaf het VK volgens de NAVO-definities 64,5 miljard pond (76,7 miljard euro) uit aan defensie, 2,3 procent van het bbp. Dat bedrag zou met minstens 35,5 miljard stijgen, naar meer dan 100 miljard pond (circa 117 miljard euro) als het VK zich committeert aan een uitgave van 3,5 procent in 2035.

Zoals in veel landen is een belangrijke vraag ook in het VK waar de regering die extra investeringen van zou gaan betalen. De verhoging die Labour begin dit jaar aankondigde, gaat ten koste van internationale ontwikkelingsgelden. Daar kreeg de partijtop vooral vanuit de eigen linkerflank veel kritiek op. De angst aan die kant van de partij is dat meer investeringen in defensie bezuinigingen op sociale voorzieningen tot gevolg zullen hebben.


Zuid-Europa

ItaliëPraten over bewapening ligt moeilijk: bevolking is pacifistisch ingesteld

Italië slaagde er jarenlang niet in om 2 procent van zijn bbp aan defensie te besteden – de minimumnorm die de NAVO al sinds 2014 vraagt. Maar minister van Defensie Guido Crosetto zei midden mei dat Italië de 2-procentsnorm had bereikt. Deels heeft Italië inderdaad extra geïnvesteerd, deels is echter gewoon een andere boekhoudkundige berekening gebruikt. Rome boekte al bestaande uitgaven, onder meer voor de Italiaanse kustwacht en het onschadelijk maken van niet ontplofte munitie, zo in dat ze ook meetellen bij de defensie-uitgaven.

Vorig jaar besteedde Italië volgens de NAVO ongeveer 32 miljard aan defensie, gelijk aan 1,5 procent van het bbp. De Italiaanse regering, geleid door de populistische, radicaal-rechtse premier Giorgia Meloni, moet rekening houden met een kritische publieke opinie over hogere defensie-uitgaven. Italië heeft een oude bevolking die pacifistisch is ingesteld. Begin juni bleek nog uit een studie door peilingbureau Cluster17 in 9 Europese landen dat de Italianen wel de noodzaak ervan inzien dat Europa in staat is zich beter te verdedigen, maar het meest negatief staan tegenover extra defensie-uitgaven. „Praten over soldaten en bewapening ligt zeer moeilijk in Italië”, reageerde Crosetto. Tegelijk valt volgens hem, gezien de stijgende dreiging, niet te ontkomen aan grote veranderingen in Italië en in de rest van Europa.

Maar de uitgaven optrekken naar 5 procent, verdeeld in 3,5 en 1,5 procent, voelt voor Rome als toekomstmuziek. De Italiaanse regering is van plan in de toekomst nog andere kosten in te boeken onder defensie, en wil kijken hoever de NAVO daarin meegaat. Verder moet Italië ook onvermijdelijk meer geld gaan uitgeven. De deadline voor de verhoging zelf schuift de Italiaanse defensieminister liefst op naar 2035. Italië lijkt tijd te willen winnen door te schermen met recente prestigieuze internationale samenwerkingen van defensiebedrijf Leonardo, om zo te tonen dat het inzake defensie wel degelijk zijn best doet. De Italiaanse overheid is voor 30 procent aandeelhouder van Leonardo, dat onlangs joint ventures sloot met fabrikanten in Duitsland en Turkije voor respectievelijk de productie van een nieuwe Europese tank en drones. Of dit volstaat om de andere NAVO-leden en bovenal Trump tevreden te stellen, is nog maar de vraag.

SpanjeOpenlijk verzet want 2 procent is ‘meer dan genoeg’

‘Spanje staat alleen binnen de NAVO’, kopt de Spaanse krant El Mundo. Het is de enige lidstaat die zich openlijk verzet tegen het voorstel om de defensie-uitgaven op te schroeven naar 5 procent. Defensieminister Margarita Robles zei donderdag in Brussel dat 2 procent „meer dan genoeg” is om te voldoen aan de ambities van de NAVO.

De discussie leidt niet alleen tot spanningen tussen de lidstaten, maar zorgt ook voor verdeeldheid binnen Spanje zelf. Premier Pedro Sánchez heeft toegezegd dat Spanje het huidige NAVO-doel van 2 procent al in 2025 zal halen, vier jaar eerder dan oorspronkelijk gepland. Hiervoor wordt het defensiebudget van bijna 20 miljard met meer dan 10 miljard euro verhoogd. Maar dit plan ligt gevoelig in Spanje. Debatten in het congres worden opgeschort en partijen liggen met elkaar overhoop over de verhoging van de huidige 1,4 procent naar 2 procent. Een discussie over 5 procent is dus al helemaal niet aan de orde.

In Madrid gingen tegenstanders van hogere uitgaven aan defensie zaterdag 7 juni de straat op. Ook de Spaanse regering staat niet te trappelen om aan NAVO-eisen te voldoen.
Foto Thomas Coex / AFP

Binnen de linkse coalitie van Sánchez heerst verdeeldheid. Sommige partijen, zoals Podemos en andere kleinere linkse bondgenoten, staan historisch gezien sceptisch tegenover verhoogde militaire uitgaven. Zij pleiten eerder voor investeringen in sociale voorzieningen, onderwijs en zorg dan in defensie.

De rechtse oppositiepartijen, zoals de conservatieve Partido Popular (PP) en de uiterst rechtse partij Vox, voeren juist druk op Sánchez op om de verhoging sneller door te voeren. Tegelijkertijd eisen zij dat elke verhoging van het defensiebudget expliciet wordt goedgekeurd door het parlement.

Ook onder de bevolking zijn de meningen verdeeld. Het vertrouwen in het leger in Spanje is historisch gezien laag, mede als gevolg van de dictatuur van Franco en het pacifistische sentiment dat daaruit voortkwam. Hoewel Spanjaarden het goed vinden dat er geld naar defensie gaat, vinden ze andere dingen belangrijker. Uit onderzoek blijkt dat ze liever zien dat de EU meer geld uitgeeft aan zaken als werk, sociale hulp en gezondheidszorg. Slechts 14 procent vindt veiligheid en defensie het belangrijkste, terwijl dat in de rest van Europa gemiddeld 35 procent is.

De komende NAVO-top in Den Haag zal niet alleen bepalend zijn voor de richting van het bondgenootschap, maar ook voor de politieke verhoudingen in Spanje waar defensie opnieuw een breekpunt dreigt te worden in een toch al fragiele coalitie.


Noord-Europa

Finland en ZwedenVoor de jonge NAVO-landen is de Russische dreiging dichtbij

In Zweden en Finland, de jongste leden van het NAVO-bondgenootschap, is er weinig verzet tegen de groeiende uitgaven aan defensie. Door de 1.340 kilometer lange grens met Rusland zijn de Finnen zich er maar al te bewust van dat Russische agressie niet uitgesloten kan worden, zeker niet nadat The New York Times in mei op basis van satellietbeelden berichtte dat Russische troepen bezig zijn met het versterken en uitbreiden van militaire bases nabij de Finse grens. De Zweedse autoriteiten vrezen vooral confrontaties in de Oostzee. Zweden is „een potentieel doelwit” voor Russische sabotageacties, zei premier Ulf Kristensen vorig jaar in een interview met Time Magazine.

Zweden trad in 2024 formeel toe tot de NAVO maar werkte al langer samen met het bondgenootschap. In 2015 gaf het nog maar 1,1 procent van het bbp uit aan defensie maar sindsdien is dat meer dan verdubbeld, mede door de Russische inname van de Krim. Zweden gaf in 2024 ruim twaalf miljard euro uit aan defensie en voldeed daarmee al aan de NAVO-norm van 2 procent. Recent maakte premier Kristensen bekend dat dit percentage naar 3,5 procent gaat oplopen in 2035. Ongeveer driekwart van de bevolking, inclusief de rechts-radicale partij Zweden Democraten, steunt het NAVO-lidmaatschap. Zweden heeft met een sterke defensie-industrie – met jachtvliegtuigenfabrikant Saab en militaire voertuigen-producent Hägglunds als uithangborden – ook groot economisch belang bij groei van militaire uitgaven.

Troepen van verschillende landen op 4 juni tijdens een oefening in Griekenland. De Amerikaanse krijgsmacht had de leiding.
Foto Louisa Gouliamaki / Reuters
Een soldaat salueert terwijl hij deelneemt aan de door de VS geleide militaire oefening nabij Xanthi in Griekenland, in juni van dit jaar. Diverse NAVO-landen deden mee. Troepen van Georgië waren ook aanwezig.
Foto Louisa Gouliamaki / Reuters

Finland hoeft nog minder te doen om de 3,5 procent te halen; het land zit met 6,7 miljard euro aan uitgaven al op 2,4 procent. In april maakte de Finse regering plannen bekend om dit op te laten lopen tot 3 procent in 2029, en als de kosten voor de dienstplicht worden meegerekend wordt dan de 3,5 procent gehaald. Het Finse leger moet veel verouderd materieel, zoals artilleriesystemen, raketwerpers, pantservoertuigen en infanteriegevechtsvoertuigen van Oost-Duitse, Poolse en Russische makelij gaan vervangen. Desondanks dient het jonge NAVO-land al als voorbeeld voor de rest: alle Finnen hebben militaire training gehad en er staan 900.000 reservisten klaar om het land te verdedigen, op een bevolking van 5,6 miljoen. De Finnen hebben volgens opinieonderzoek, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Defensie, veel vertrouwen in hun krijgsmacht: 86 procent van de bevolking denkt dat het land zich met succes kan verdedigen tegen uiteenlopende militaire dreigingen. Net als in Zweden maakte de grootste rechtsradicale partij, de Ware Finnen, een draai en steunde die partij in 2023 de toetreding tot de NAVO. Alleen een kleine linkse partij stemde destijds tegen.

Estland, letland en LitouwenDe bezetting door de Sovjet-Unie werkt nog in vele families door

De drie Baltische landen hebben de aansporingen van Trump en Rutte niet nodig om een 5-procentsnorm te halen. In januari waren Estland en Litouwen de eerste NAVO-lidstaten die aankondigden dat ze hun defensie-uitgaven vanaf volgend jaar zullen verhogen naar ruim 5 procent van het bbp. In 2024 lagen de defensie-uitgaven van de Baltische landen al ruim boven de 2-procentsnorm: Estland zat op 3,4 procent, Letland op 3,2, Litouwen op 2,9. In absolute cijfers gaat het om defensie-uitgaven tussen de 1 en 2 miljard euro.

Estland, Letland en Litouwen grenzen aan Rusland – Litouwen via de Russische exclave Kaliningrad aan de westzijde en via Ruslands bondgenoot Wit-Rusland aan de oostzijde. De Russische dreiging is reëel, de bezetting door de Sovjet-Unie (1945-1991) werkt nog door in de vele families met grootouders die werden gedeporteerd naar Siberië. Grote Russische minderheden in Estland en Letland zorgen voor spanningen, over het verbieden van Russisch op school of taaltoetsen als voorwaarde voor burgerschap.

Die permanente dreiging leidt tot maatschappelijke consensus over de noodzaak om de grenzen adequaat te verdedigen. Langs de landgrenzen worden hekken en bufferzones gebouwd, de NAVO patrouilleert in de Oostzee om sabotage van kabels op de zeebodem tegen te gaan, cyberaanvallen worden gepareerd vanuit nationale en NAVO-instanties. Dienstplicht is vanzelfsprekend. De animo is groot, ook bij ouderen om trainingen te volgen als reservist.

Bij twee recente bijeenkomsten, op 23 mei op de Amari Air Base in Estland en op 2 juni in Vilnius, bevestigden de Baltische landen hun inzet voor de NAVO-top in Den Haag. De Estse minister van Defensie Hanno Pevkur zei dat Estland voor de jaren 2026-2029 inzet op 5,4 procent van het bbp. De Estse premier Kristen Michal verwacht een EU-fonds voor defensie in de grenslanden, met aanvullende financiering door bezuinigingen op publieke voorzieningen en via een recent ingevoerde ‘veiligheidsbelasting’. Litouwen streeft naar 5,3 procent in 2026 en wil dat vooral financieren met leningen.


Lees ook

Grensbewakers in Estland over de Russische dreiging: we zijn niet bang, we zijn goed voorbereid

In het zuidoosten van Estland wordt op de grens met Rusland een hek geplaatst. Eind volgend jaar moet het klaar zijn.


Oost-Europa

POlenKoploper van het bondgenootschap maar defensie-industrie loopt achter

In het extreem gepolariseerde Polen zijn alle partijen het over één ding eens: Polen heeft een sterk leger nodig vanwege de dreiging uit Rusland. Dit jaar verhoogt Polen zijn defensiebudget naar 4,7 procent van het bbp, zo’n 41 miljard euro – terwijl het in 2022 nog 2,4 procent was. Door die stijging is Polen NAVO-koploper. Bovendien haalt Polen als enige land al bijna de voorgestelde 5 procent en zal dat volgend jaar zeker doen. Polen is in een mum van tijd het beste jongetje van de NAVO-klas geworden.

Polen is niet alleen koploper maar ook voorloper. Dit jaar diende de Poolse president Andrzej Duda een verzoek in bij de NAVO om de minimumrichtlijn voor defensie-uitgaven „onmiddellijk” te verhogen van de 2 naar 3 procent. „Als de alliantie haar uitgaven niet verhoogt, zal Poetin wellicht opnieuw in de aanval gaan”, zei Duda na een ontmoeting met NAVO-baas Mark Rutte. Daarin krijgt Duda steun van zijn politieke rivaal, premier Donald Tusk. Die riep Europa op om „de wapenwedloop met Rusland te winnen” en zei dat Europa moet gaan „geloven dat we een wereldmacht zijn” waarvoor wel onafhankelijkheid op defensiegebied nodig is. Onder de nieuwe president Karol Nawrocki, net als Duda een PiS-loyalist, wordt geen andere NAVO-koers verwacht.

De Poolse investeringsurgentie begon na de grootschalige invasie van Rusland in Oekraïne in 2022. Polen zag als buurland niet alleen miljoenen Oekraïense vluchtelingen de grens overkomen, ook kwam met de Russische agressie het besef dat Polen alleen veilig zou zijn als het land zichzelf kan beschermen. Polen weten heel goed dat Rusland het land verschillende keren heeft bezet en beheerst.

Polen koopt nieuw materieel voornamelijk van de Verenigde Staten en Zuid-Korea: meer dan duizend tanks, 1.400 houwitsers en HIMARS-raketartilleriesystemen en tweehonderd vliegtuigen en helikopters. Bovendien moet het leger groeien van zo’n 216.000 militairen naar 300.000 binnen enkele jaren. De investeringen worden grotendeels gedekt door de begroting (3 procent), maar de rest (1,7 procent) wordt betaald via leningen waardoor de Poolse staatsschuld oploopt. Daarover bestaat weinig discussie.

Wel is er veel kritiek op de beperkte Poolse productiecapaciteit. De Poolse defensie-industrie, die wordt gedomineerd door het staatsconglomeraat PGZ, loopt al jaren achter in de bouw van nieuwe fabrieken, heeft een gebrek aan expertise en grote personeelstekorten. Daardoor moet Polen nu over de grens kijken voor nieuw defensiematerieel en daar lijkt de komende jaren geen einde aan te komen.

Hongarije en SlowakijeDwarsliggers houden zich aan de NAVO-norm

Twee dwarsliggers binnen de NAVO zijn Hongarije en Slowakije. Beide landen spreken zich kritisch uit over militaire hulp aan Oekraïne, hun premiers – Viktor Orbán en Robert Fico – gaan met enige regelmaat op bezoek bij de Russische president Vladimir Poetin en Orbán deed moeilijk over de NAVO-toetreding van Finland en Zweden.

Toch houden Hongarije en Slowakije zich netjes aan de NAVO-norm. Zo zit Hongarije (21.000 militairen) op 2,1 procent van het bbp en Slowakije (ruim 15.000 militairen) op precies 2 procent. Maar verdere stijging ligt gevoelig in beide landen. Enerzijds omdat grote delen van de bevolking geloven dat Rusland extra defensie-uitgaven zal bestraffen en anderzijds omdat beide landen in economisch zwaar weer verkeren.

Orbán gaf vorig jaar al aan dat hij liever minder dan meer geld uit wilde geven aan defensie. „Als de norm van 2 procent verhoogd moet worden, zou dat de Hongaarse economie een zware klap toebrengen.” Toch zijn Hongarije en Slowakije niet pertinent tegen hogere defensie-uitgaven, beide landen kennen een relatief grote defensie-industrie met machtige oligarchen die de regeringen steunen.

De Slowaakse president Peter Pellegrini verbaasde vriend en vijand door vorige week aan te kondigen dat Slowakije voorstander is van een verhoging van de defensie-uitgaven naar 3,5 procent van het bbp en 1,5 procent voor extra investeringen met militaire doeleinden. Later werd dat door zijn partij afgedaan als een langetermijnvisie van de president, die in feite een ceremoniële rol heeft. Die verhoging zou het land zo’n 3,5 miljard euro per jaar kosten. De Kremlin-vriendelijke coalitiepartij SNS waarschuwde meteen voor „een Derde Wereldoorlog”. Premier Robert Fico heeft nog niet gereageerd.

RoemeniëForse militaire ambities ondanks een groot gat in de begroting

Opluchting over de verrassende uitkomst van de Roemeense presidentsverkiezingen op 18 mei was er niet alleen bij de Europese Commissie. Die was er ook elders in Brussel, op het NAVO-hoofdkantoor. Met Nicusor Dan als nieuwe president blijft Roemenië een loyale partner binnen de NAVO. Met de ultranationalistische George Simion, goed voor 46 procent van de stemmen in de tweede ronde, was de rol van Roemenië binnen de NAVO onzeker geworden.

Van de zeven Balkanlanden in de NAVO is Roemenië het belangrijkste land voor de alliantie. Met Bulgarije en Turkije ‘bewaakt’ Roemenië de Zwarte Zee. In het zuidoosten van het land, vlakbij havenstad Constanta, verrijst de grootste NAVO-basis van Europa. Op NAVO-basis Deveselu hebben de VS een luchtafweersysteem voor ballistische raketten. Elders is een door Nederland opgezet F-16 trainingscentrum.

Een begrotingstekort van meer dan 9 procent van het bbp weerhoudt de Roemeense regering niet van forse militaire ambities. Er zijn afspraken voor de aanschaf van 32 F-35 straaljagers à 6 miljard euro, plus drie Patriot-luchtverdedigingssystemen à 1 miljard euro. In 2024 gaf Roemenië 2,3 procent van het bbp uit aan defensie. Begin juni ondertekende president Dan de verklaring van Vilnius, waarin de zogenoemde ‘Bucharest Nine’ (B9) en de vijf Noordse landen toezeggen dat ze naar 5 procent van het bbp gaan.

In de verklaring staat geen tijdpad, maar in Roemeense media is sprake van een periode van zeven jaar. Ook rekenen de Roemenen met 3,5 procent, het bedrag dat in de formule van NAVO-chef Mark Rutte besteed moet worden aan defensie. Die overige 1,5 procent, bestemd voor (militaire) infrastructuur, halen we toch wel, is de redenering. Nicusor Dan relativeert de verhoogde uitgaven: van de huidige 2,3 procent naar 3,5 procent in zeven jaar tijd is slechts 0,2 procent per jaar. Gezien de scepsis over EU en NAVO bij de vele Simion-stemmers zal de verhoging toch voor veel debat zorgen in Roemenië.


Turkije

TurkijeBelangrijke pijler van NAVO met groot leger en omvangrijke defensie-industrie

De Turkse defensiebegroting voor 2025 omvat omgerekend 41,2 miljard euro (47 miljard dollar). Dat is 17,5 procent meer dan in 2024, toen de begroting overigens nog veel sterker was gestegen ten opzichte van het jaar daarvoor: met 150 procent tot ruim 35 miljard euro (40 miljard dollar).

Volgens de NAVO spendeerde Turkije 2,1 procent van zijn bbp aan defensie. De Turkse krijgsmacht telt 400.000 militairen en daarnaast 380.000 reservisten. Daarmee is Turkije een belangrijke pijler binnen de NAVO want het land heeft na de VS het grootste leger. Overigens zetten sommige analisten vraagtekens bij de kwaliteit ervan, mede wegens omvangrijke zuiveringen na de staatsgreep van 2016. Een op de vijf (ervaren) F-16 piloten zou bij voorbeeld daarna in de gevangenis zijn beland.

Bovendien ligt Turkije op een bijzonder strategische plaats, dicht bij de huidige oorlog in Oekraïne en kan het desgewenst de doorgang naar de Zwarte Zee afsluiten. Daarnaast ligt ook het Midden-Oosten met al zijn spanningen om de hoek.

President Erdogan stimuleert al jaren krachtig de Turkse defensie-industrie. Daardoor komt volgens de Turken nu zelfs tachtig procent van al hun defensiematerieel uit eigen land en nog maar twintig procent uit het buitenland. Sommige westerse militaire attaché’s menen dat die cijfers geflatteerd zijn, maar vaststaat dat vooral de Turkse drones op het moment wereldwijd zeer gevraagd zijn.

Turkije probeert ook een graantje mee te pikken van de Europese pot van 150 miljard euro voor defensieprojecten. Tot ergernis van de Turkse leiders is daarbij afgesproken dat 65 procent van de orders naar EU-bedrijven moet gaan. Ankara wil dat er voor Turkije een uitzondering op die regel wordt gemaakt, zoals dat ook al voor Oekraïne gebeurt.

Vóór de Russische inval in Oekraïne zocht Turkije meer toenadering tot Moskou dan vooral Washington beviel. Ankara kocht zelfs Russisch S-400 luchtafweergeschut en werd daarom voor straf uit het programma voor de bouw en aanschaf van F-35 gevechtstoestellen gezet. Het hoopt inmiddels via Erdogans goede banden met president Trump daarin alsnog weer te worden opgenomen. Ook is Turkije begonnen met de bouw van een eigen vliegdekschip.


Verenigde Staten en Canada

Verenigde statenUitgaven naar record maar nationale veiligheid krijgt prioriteit

Het defensiebudget van de Verenigde Staten breekt volgend jaar door de grens van duizend miljard dollar. De Trump-regering wil de uitgaven met nog eens 13 procent verhogen – van 997 miljard dollar dit jaar, naar 1.010.000.000.000 dollar in 2026 (ongeveer 871 miljard euro). De Amerikanen besteden bijna 40 procent van de wereldwijde defensie-dollars, binnen de NAVO zelfs 66 procent van de totale uitgaven. De negen landen die qua militaire begroting op de VS volgen, geven gezamenlijk minder uit dan dit land.

En toch spendeert het bij lange na geen 5 procent van het bruto binnenlands product aan de krijgsmacht. Op dit moment is het rond 3 procent. Als de Amerikaanse economie blijft groeien, zal dat percentage de komende jaren verder dalen.

Toen Donald Trump nog voor zijn inauguratie in januari opperde dat NAVO-landen een nieuwe 5-procent-norm zouden moeten halen, richtte hij zich expliciet op de Europese lidstaten. Hij stelt geen hele drastische verhoging van de eigen defensie-uitgaven voor. Al zouden de kosten van het ‘Golden Dome’, een ‘schild’ dat de VS vanuit de ruimte moet beschermen tegen aanvallen, behoorlijk uit de hand kunnen lopen. De obligatiemarkt wordt al heel zenuwachtig van Trumps andere dure politieke wensen die tekorten en staatsschuld verder doen oplopen. Ook in zijn eigen partij bestaat weerstand tegen bezuinigingen op zorg of sociale zekerheid om geld vrij te maken. Belastingverhogingen zijn helemaal taboe.

Er zijn enkele Republikeinen van de oude stempel – NAVO-fans, voorstanders van militaire interventies en van steun voor Oekraïne – die pleiten voor 5 procent bbp puur voor de krijgsmacht. Maar de nu dominante America First-stroming in de regeringspartij wil vooral meer geld steken in grenspolitie, deportatiecentra en een muur aan de zuidgrens. Zulke bestedingen aan nationale veiligheid kunnen onder de nu geschetste norm waarschijnlijk ook worden meegeteld.

Isolationisten zien zelfs liever dat de VS zich – formeel of informeel – uit de NAVO terugtrekken. Het bondgenootschap wordt door hen alleen als een last gezien. Trump vond het in zijn eerste termijn onzin dat Amerikanen Montenegro zouden moeten verdedigen. Nu stelt hij de (nieuwe) NAVO-norm als voorwaarde voor militaire hulp bij een buitenlandse aanval. „Als ze niet betalen, ga ik ze niet verdedigen”, zei hij twee maanden geleden.

CanadaAchterblijver in NAVO wil militaire capaciteit in Arctisch gebied versterken

Canada wil zijn defensie-uitgaven een forse impuls geven. Het Noord-Amerikaanse land, een NAVO-lidstaat van het eerste uur, worstelde lange tijd om in de buurt te komen van 2 procent van het bbp. Nu wil premier Mark Carney dat doel begin volgend jaar halen. Daarna komt verdere verhoging aan de orde, maakte hij maandag bekend.

Canada is al jarenlang een achterblijver binnen de NAVO als het aankomt op defensie-uitgaven: het land besteedde vorig jaar 1,3 procent aan defensie, en staat daarmee op de 27ste plaats van de 32 lidstaten. Weliswaar is Canada, in omvang de negende economie van de wereld, daarmee in absolute bedragen met ruim 30,5 miljard Canadese dollar (ongeveer 19,5 miljard euro) zevende onder NAVO-bondgenoten, toch zijn velen het erover eens dat het percentage flink omhoog moet.

Een toezegging van oud-premier Justin Trudeau, vorig jaar tijdens de NAVO-top in Washington, om het doel per 2032 te halen, werd algemeen gezien als ontoereikend. Carney beloofde dit voorjaar tijdens de verkiezingscampagne dat hij het doel voor 2030 wilde bereiken. Nu zegt hij nog meer haast toe – een belofte waarmee in één klap circa 7,8 miljard euro is gemoeid.

Carney wil dat bedrag onder meer investeren in vervanging van het verouderde materieel van de Canadese strijdkrachten. Dat is veelal maar beperkt bruikbaar. Zo moeten er nieuwe onderzeeërs en gevechtsvliegtuigen komen, alsmede schepen, pantservoertuigen en artillerie. Bovendien wil Carney investeren in bescherming van het enorme Arctische gebied van het land, bijvoorbeeld in radar en sensoren om de zeebodem en het Noordpoolgebied in de gaten te houden.

Er is draagvlak voor grote stappen, want Carney dankt zijn verkiezing tot premier, eind april, mede aan dreigementen van de Amerikaanse president Donald Trump aan het adres van de noorderburen. Hij heeft een mandaat om grote nationale projecten te realiseren die Canada minder afhankelijk moeten maken van de VS – ook op militair gebied. Voor uitgaven aan materieel zoekt hij toenadering tot Europese bondgenoten. „We zijn te afhankelijk van de Verenigde Staten”, zei hij maandag.

Canada streeft naar een leger met 71.000 militairen en 30.000 reservisten, maar er is een tekort van 14.000 militairen. Carney wil dat bestrijden met onder meer met hogere salarissen en betere woningen op militaire bases.

Werkzaamheden in de vergaderzaal voor de NAVO-top in het World Forum in Den Haag.
Foto Koen van Weel