N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Oorlog in Oekraïne Niet alleen de Oekraïense strijdkrachten zijn in het offensief. Ook Russische troepen vallen nog steeds aan waar ze kunnen, vooral in de noordelijke Donbas.
Op de meeste plekken langs de duizend kilometer lange frontlijn in Oekraïne zijn de Russische troepen in het defensief gedwongen, maar niet overal. In het noordoosten van het land, in de regio’s Loehansk en Charkiv, is het Russische leger al enkele weken bezig met een eigen zomeroffensief. En het levert hier en daar terreinwinst op. Maandag claimde het Russische ministerie van Defensie een opmars over elf kilometer, en drie kilometer diep, in de richting van Koepjansk. Die stad ligt ruim honderd kilometer ten oosten van de stad Charkiv, na Kyiv de grootste stad van Oekraïne.
Dit is het gebied waarin de Oekraïense strijdkrachten in september vorig jaar hun eerste grote tegenoffensief inzetten na de grootscheepse Russische invasie eerder in het jaar. Nadat Russische troepen waren overvallen en op de vlucht sloegen, werden binnen enkele dagen honderden nederzettingen heroverd. Een gebied van zo’n 12.000 vierkante kilometer werd bevrijd, ruim twee keer de oppervlakte van de provincie Gelderland. Onder meer de stadjes Koepjansk en Izjoem werden heroverd. Bovendien kwam de stad Charkiv door dat tegenoffensief buiten het bereik van de Russische artillerie te liggen.
Raketten en drones
Bijna een jaar later zijn Izjoem en Koepjansk nog altijd in Oekraïense handen, maar met name de omgeving van Koepjansk viel de afgelopen dagen ten prooi aan Russische luchtaanvallen. Ook de stad Charkiv zelf wordt regelmatig aangevallen met raketten en drones.
Afgelopen weekend claimde het Russische ministerie van Defensie al dat het Oekraïense dorp Novoselivske was „bevrijd”. Die verovering werd maandag op basis van geolocatie bevestigd door het Institute for the Study of War, een Amerikaanse denktank die dagelijks rapporteert over de ontwikkelingen langs de frontlinies. Novoselivske ligt aan een belangrijke hoofdweg in de regio Loehansk waar al bijna een jaar zware strijd over wordt geleverd, van het stadje Kreminna via Svatove naar Koepjansk.
De Oekraïense onderminister van Defensie, Hanna Maljar, repte maandag alleen over afgeslagen Russische aanvallen in deze omgeving.
De afgelopen maanden werd al duidelijk dat de Russen bezig waren aan een enorme troepenopbouw in het noorden van de Donbas; langs de linie Kreminna-Svatove worden weer regelmatig Russische aanvallen uitgevoerd. Maandagavond kwamen door een Russische luchtaanval op het dorpje Kroegljakivka, even ten zuiden van Koepjansk, twee burgers om het leven. Ook raakten negen mensen gewond.
Oekraïense aanvallen
De Australische oorlogsanalist generaal Mick Ryan noemt deze Russische gevechtshandelingen het „vergeten offensief”, omdat veruit de meeste aandacht in het Westen uitgaat naar de Oekraïense aanvallen op Bachmoet en langs de zuidelijke frontlinies, vooral in Zaporizja en Donetsk. Volgens Ryan is een belangrijk Russisch doel van hun eigen tegenoffensief „vermoedelijk om zoveel mogelijk Oekraïense eenheden weg te trekken” van de zuidelijke frontlijn, waar de Russen zelf onder vuur liggen.
Lees ook: Met zeedrones dringt Oekraïne de Russische marine op de Zwarte Zee steeds meer terug
Dat Oekraïense zomeroffensief mag minder voorspoedig verlopen dan ook de regering van president Volodymyr Zelensky had gehoopt, de dagelijkse Oekraïense aanvallen op Russische troepenconcentraties, munitiedepots, commandoposten en strategisch belangrijke bruggen en spoorwegen achter de linies in bezet gebied hebben wel degelijk hun uitwerking op de Russische oorlogsinspanning, schrijft Ryan bij de Australische omroep ABC.
Het Russische tegenoffensief in de noordelijke Donbas mag Moskou dan geen grote terreinwinst hebben opgeleverd, de aanvallen in deze regio zullen de Oekraïense regering in elk geval dwingen om er voldoende troepen tegenover te stellen. Bovendien tonen de Russische tegenaanvallen aan dat het Kremlin nog altijd over voldoende materieel en mankracht beschikt om niet alleen bezet Oekraïens grondgebied te verdedigen, maar ook om nieuw terrein te veroveren.