N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Ruimtevaart Rusland en India hopen komende week sondes op te maan te laten landen. Ze gaan op zoek naar het waterijs dat in 2008 werd ontdekt. Maar de landingen hebben ook een geopolitieke kant.
Is het nu een ruimtewedloop of niet? Als alles goed gaat landen er volgende week twee maanlanders op de maan: de Russische Loena 25, en honderd kilometer verderop de Indiase Chandrayaan-3.
Wie het eerst zijn pootjes in het maanstof neerzet, heeft de primeur: nooit eerder landde een maansonde zo dicht bij de maanzuidpool, samen met de noordpool een van de gebieden waar grote hoeveelheden water-ijs ontdekt zijn.
Chandrayaan-3 vertrok al op 14 juli, gelanceerd vanuit het Satish Dhawan Space Centre aan de Indiase oostkust, terwijl de Sojoez-raket met Loena 25 aan boord pas opsteeg op 10 augustus vanaf de lanceerbasis Vostotsjny in het verre oosten van de Russische Federatie.
Maar Chandrayaan-3 volgt een indirectere route: in een lange reeks baantjes om de aarde is snelheid opgebouwd met goed getimede duwtjes van de raketmotor, totdat de sprong naar de maan gemaakt werd. Daar wordt de baan om de maan juist weer kleiner gemaakt tot de sonde op een hoogte van honderd kilometer klaar is voor de afdaling. De landing, tussen de maankraters Boguslawsky en Manzinus rond 69 graden zuiderbreedte, wordt verwacht op woensdag 23 augustus om 14.17 uur.
Twee keer zo zwaar
Loena 25 doet de sprong in één keer, na één rondje om de aarde, en kan maandag 21 augustus al landen, in de krater Boguslawsky, al kan het ook in de dagen daarna. Daarmee is de Russische maanlander er dus waarschijnlijk eerder, al is het ook een route die meer brandstof kost, zodat er minder gewicht over is voor de vracht zelf.
Loena (‘maan’) is alleen een lander van in totaal 1.750 kg. Chandrayaan (‘Chandrayaan’ betekent ‘maan-schip’ in het Sanskriet) is ruim twee keer zo zwaar, en bestaat uit een lander, Vikram (‘heldhaftigheid’) en een aandrijfmodule die in een baan om de maan blijft als communicatietussenstation. Aan boord van de lander is ook een maankarretje, Pragyan (‘wijsheid’), dat na landing van boord gaat en in de buurt kan rondrijden.
Beide maanlanders gaan op zoek naar het waterijs dat de Indiase voorganger Chandrayaan-1 in 2008 rond de zuidpool ontdekte. Toen stortte een sonde neer in de altijd donkere Shackleton-krater. In het kielzog vloog NASA’s Moon Mineralogy Mapper, die spectroscopische opnames van het opspattende puin maakte, en daarin overduidelijk de vingerafdruk van het watermolecuul ontdekte. Later onderzoek wees erop dat aan de polen ruim 600 miljoen kilogram waterijs te vinden zou kunnen zijn (ongeveer een tiende van de inhoud van het IJsselmeer).
Dit waterijs speelt inmiddels een hoofdrol in plannen voor permanent bewoonde maanbases van China en Rusland, en van NASA en westerse partners in het Artemis-maanprogramma. Maanwater hoef je niet voor veel geld in te vliegen, en astronauten zouden het – gesmolten en gezuiverd – kunnen drinken en er planten mee kunnen besproeien. Je kunt het met hulp van zonne-energie omzetten in waterstof en zuurstof, dat ook goed bruikbaar is op de atmosfeerloze maan. En waterstof en zuurstof samen zijn weer bruikbaar als raketbrandstoffen om terug te keren naar de aarde, of verder te reizen.
Lees over het Artemis-programma: Terug naar de maan, na een halve eeuw afwezigheid
Bepaald niet gunstig
Maar voordat het zo ver is, zullen de landers eerst veilig op het maanoppervlak moeten arriveren, iets waarvoor de kansen bepaald niet gunstig zijn. De bijna identieke Chandrayaan-2 had op 6 september 2019 bij de zuidpool moeten landen, maar crashte door een softwarefout. Vijf dagen lager stortte de Israëlische lander Beresheet (Oud-Hebreeuws voor ‘In den beginne’) neer door een fout in de gyroscopen waarmee de lander zich oriënteerde. En op 25 april dit jaar sloeg de Japanse maanlander Hakuto-R te pletter doordat de brandstof tijdens de landing te vroeg opraakte. De enige succesvolle recente maanlanders van het afgelopen decennium waren de Chinese Chang’e 3, 4 en 5-missies.
Bij de polen is het allemaal nog ietsje moeilijker: het terrein is er ruiger, en de zon komt er niet hoog tijdens de 14 dagen durende maan-dag. In sommige holtes en kraters schijnt de zon zelfs nooit, waardoor de oppervlaktetemperatuur er tot -250 graden Celsius kan dalen. In het vacuüm van de ruimte kan waterijs daar stabiel aan het oppervlak liggen.
Loena 25 is, naast zonnepanelen, voorzien van een elektriciteitsgenerator die werkt op de warmte van radioactieve isotopen, en zou het minstens een jaar moeten volhouden. Maar Chandrayaan-3 heeft alleen zonnepanelen, en zal na 14 werkzame dagen de maan-nacht niet overleven. Beide hebben instrumenten aan boord om de maanbodem te analyseren op andere mineralen. Loena heeft een robotarm om monsters te nemen, het 26 kilogram zware karretje Pragyan heeft een laser aan boord om steen te verdampen en de vrijkomende gassen door te lichten.
Loena 25 is de opvolger van Loena 24, die in 1976 op de maan landde namens de Sovjet-Unie, bijna een halve eeuw geleden. Met de naamgeving grijpt Rusland nadrukkelijk terug op dat glorieuze ruimtevaarttijdperk, dat inmiddels wel zo’n beetje ten einde gekomen is.
Na de val van de Sovjet-Unie verdiende Rusland aanvankelijk veel aan raketlanceringen, onder andere van Amerikaanse astronauten, maar daaraan heeft de opkomst van de SpaceX, het bedrijf van Elon Musk, in het vorige decennium definitief een eind gemaakt. Intussen eindigde de ene na de andere Russische raketlancering in explosies, crashes of terugvallende satellieten.
Met wetenschappelijke missies verliep het al helemaal desastreus. In 2012 kwam de langverwachte Mars-missie Phobos-Grunt niet verder dan een baan om de aarde, om nooit meer iets van zich te laten horen. Oorzaken: gebrekkige kwaliteitscontrole, corruptie en hogere bestuurslagen die geen kritiek verdragen, waardoor ook de technische eindoorzaak van de mislukkingen vaak niet achterhaald werd.
Ongebruikt retour
Met de inval in Oekraïne in februari 2022 sneuvelden alle westers-Russische ruimtevaartsamenwerkingen, op het samenwonen in het Internationale Ruimtestation ISS na (loskoppelen is daar technisch niet mogelijk). De Europese navigatiecamera Pilot-D, die Loena 25 had moeten loodsen, ging vorig jaar ongebruikt retour, en ESA trok de stekker uit het Europees-Russische Marslanderproject Exomars.
Dat gaf de Russische ruimtevaartsector wel weer ruimte om alle aandacht te richten op het enige andere diepe-ruimtemissie, Loena 25, die al jaren van technisch probleem naar geldtekort struikelde. In een toespraak in Vostotsjny in april 2022 bezwoer president Vladimir Poetin dat de sancties Ruslands ruimteonderzoek niet zouden tegenhouden. Loena 25 moet dat bewijzen.
India is juist een opkomende ruimtemacht. Sinds 1993 voerde de middelgrote PSLV-raket (Polar Satellite Launch Vehicle) bijna zestig lanceringen uit, ook voor andere landen en commerciële satellietbedrijven. In 2008 deed het land met de vondst van waterijs de grootste maanontdekking sinds het Apollotijdperk, en 2013 arriveerde de Mars-orbiter Mangalyaan in een baan om Mars (‘Mangala’ betekent ‘Mars’).
Het jaar daarop debuteerde de LVM-3 (Launch Vehicle Mark-3), de zwaargewichtraket die Chandrayaan-3 op weg hielp, en die in 2025 voor het eerst zelfstandig Indiase astronauten naar de ruimte moet schieten. Vier Indiërs zijn daarvoor al in training.
En die wedloop? Of de Russische veteranencomeback een dagje eerder landt of de Indiase debutant, doet er niet zo veel toe, eerder de vraag in hoeveel stukken. Maar toch zit er wel een geopolitieke kleur aan de run op de maanzuidpool, nu nog door landers, in de toekomst met bemande bases en mijnbouw naar waterijs en mogelijk ook zeldzame aardmetalen.
Bilaterale verdragen
Weliswaar staat er in het Ruimteverdrag van de Verenigde Naties uit 1967 dat landen geen delen van hemellichamen kunnen bezitten. Maar de VS gaan ook al een paar jaar de boer op met de Artemis Accords, een reeks bilaterale verdragen tussen de VS en landen die meedoen aan het Artemis-maanprogramma, waarin er strikt genomen geen sprake is van eigendom, maar wel van de geest van ‘wie het eerst komt, die het eerst maalt’, met bijvoorbeeld veiligheidszones waarin partijen hun eigendom mogen beschermen tegen ‘schadelijke inmenging’.
India heeft de Artemis Accords in juni ondertekend, Nederland niet, ruimtemacht China is daarvan uitgesloten omdat het Amerikaansse Congres NASA samenwerking met China verboden heeft. Rusland – dat ooit met een onderzeeër een vlag op de (aardse) noordpoolbodem plaatste – moet er niets van hebben.
Het lijkt er dus op dat Chandrayaan-3 een Loena 25 behalve veilig landen en wetenschappelijk onderzoek nog één taak hebben: het planten van impliciete, maar voor de goede verstaander overduidelijke vlaggetjes op de maan.