Ruim een derde kantoorpanden riskeert sluiting om energielabelplicht


Verduurzaming Volgend jaar moeten kantoren minimaal energielabel C hebben. Wie daar niet aan voldoet, kan in de problemen komen.

Een kantoor op de Zuidas. Een hoger energielabel krijgen kan soms al door het installeren van LED-verlichting.
Een kantoor op de Zuidas. Een hoger energielabel krijgen kan soms al door het installeren van LED-verlichting.

Foto Tobias Kleuver Media/ANP

De sterk gestegen energieprijzen van dit jaar hebben er nog niet voor gezorgd dat eigenaren van kantoorvastgoed massaal zijn gaan verduurzamen. Een op de drie kantoorgebouwen in Nederland heeft nog altijd geen of een te slecht energielabel, waardoor de eigenaar vanaf volgende week boetes en uiteindelijk zelfs sluiting riskeert. Per 1 januari moeten alle kantoorpanden van 100 vierkante meter of groter namelijk energielabel C of beter hebben. Van alle kantoren in Nederland heeft 8 procent nog altijd label D of lager. Bij 27 procent is zelfs nog nooit een controleur langs geweest voor een energielabel, zo blijkt uit data van vastgoedadviesbureau Colliers.

Vanaf 1 januari kunnen gemeenten handhaven en eventueel optreden tegen eigenaars die niet meewerken. Over het algemeen geldt dat hoe nieuwer het kantoor is, hoe beter het energielabel. Monumenten zijn uitgezonderd van de verplichting. Vooral kantoren die voor 1990 zijn gebouwd, scoren slecht of missen vaak een label. Projectontwikkelaars en bedrijven die hun eigen vastgoed beheren, lopen het verst achter. Maar ook bijna de helft van de overheidskantoren voldoet nog niet – volgens het Rijksvastgoedbedrijf kan door een „administratief probleem” niet tijdig een nieuw label worden aangevraagd.

Waarschuwingen

De verplichting tot minimaal energielabel C komt voort uit Europese regelgeving. Het ingangsmoment per 1 januari is al jaren bekend, en eigenaars van panden die een onvoldoende scoren, zijn de afgelopen jaren op de hoogte gesteld door de rijksoverheid en hun gemeente. Na jaren waarschuwen kan de gemeente vanaf 1 januari handhavend optreden. Na enkele waarschuwingen en mogelijk een last onder dwangsom kan in het uiterste geval besloten worden dat de eigenaar het pand niet langer mag verhuren.

Dit wil overigens niet zeggen dat in alle gemeenten even streng wordt opgetreden; de regels zijn in alle gemeenten in Nederland hetzelfde – het is alleen aan het gemeentebestuur om te bepalen hoe streng er wordt optreden tegen pandeigenaren die hun zaakjes niet op orde hebben. Sinds de zomer ligt er een handreiking die gemeentebesturen moet helpen, maar het is niet gezegd dat gemeenten die allemaal even rigide toepassen.

In de gemeente Utrecht weten eigenaren van kantoorvastgoed inmiddels wat er van ze wordt verwacht. Het afgelopen jaar kreeg iedere eigenaar van een pand dat nog geen of een te slecht energielabel had een inspecteur op bezoek. Die aanpak lijkt zijn effect niet te missen. Met 88 procent heeft Utrecht van alle grote gemeenten het hoogste percentage panden dat voldoet aan de nieuwe minimumeisen. Ook scoort 22 procent van de kantoren in Utrecht een label dat met A+ ‘Parijs-proof’ is– wat wil zeggen dat ze voldoen aan de standaarden die zijn afgesproken in het klimaatakkoord.

Handig ontwijkt verantwoordelijk wethouder Lot van Hooijdonk de vraag of het scheelt dat zij als GroenLinks-bestuurder dit dossier onder zich heeft. „Ik weet niet hoe wethouders in andere gemeenten dit doen, maar wij vonden het belangrijk genoeg om dit serieus aan te pakken.”

Verduurzaming werd onder Van Hooijdonk een vast onderdeel van de inspecties – ook als de gemeentelijke inspecteurs voor andere zaken langskwamen, werd duurzaamheid meegenomen. „Het scheelt dat eigenaren tegenover een persoon van vlees en bloed stonden, in plaats van dat ze alleen een brief ontvingen.”

Met name in gemeenten met relatief veel verouderd kantoorvastgoed moeten veel eigenaren aan de slag om aan een afdoende energielabel te komen. Wat er moet gebeuren verschilt per gemeente. In Heerlen scoort 29 procent van de panden D of lager – één op de vijf panden in de Limburgse gemeente heeft zelfs het slechtste energielabel G. In Rijswijk, van oudsher een stad met veel kantoren, zal de opgave relatief het grootst zijn; de helft van de 854.000 vierkante meter kantoorruimte voldoet per 1 januari nog niet aan de regelgeving.

Verduurzamen tot label C hoeft overigens niet in alle gevallen heel ingrijpend te zijn, zo zegt Arjan van Eijk van vastgoedadviesbureau Colliers. „In veel gevallen gaat het om laaghangend fruit. Denk aan het installeren van LED-verlichting of zonnepanelen. Dat zijn meestal geen hele kostbare en ingrijpende maatregelen waarbij een heel pand tijdelijk niet gebruikt kan worden.” Van Eijk adviseert klanten overigens om, als ze dan al gaan verduurzamen, meteen te kijken hoe ze naar de hogere duurzaamheidsklasse kunnen. „Label C is echt nog minimaal – en bovendien worden de normen in de toekomst alleen maar strenger. Als je nu het minimale doet, loop je kans dat je over een paar jaar opnieuw aan het werk moet.”

Dwangsommen

Wie in Utrecht nog niet voldoet, is dus gewaarschuwd. Toch staat er maandag nog niet meteen een handhaver op de stoep, zo zegt Van Hooijdonk. Volgens de wethouder is het het doel om de laatste panden duurzamer te krijgen, en niet om boetes uit te delen. „Zodra we vaststellen dat een eigenaar nog niet voldoet, nemen we contact op. Als hij van goede wil is, krijg hij de kans om met een plan van aanpak te komen. We kunnen dan eventueel ondersteunen als een eigenaar wel wil verduurzamen, maar kan aantonen dat dat niet kan.”

Pas op het moment dat er geen medewerking is, volgt er een concept-last onder dwangsom – waartegen een eigenaar in bezwaar kan gaan. Pas als er ook dan geen oplossing volgt, gaat de gemeente volgens Van Hooijdonk over tot dwangsommen en sluiting. „Maar dan heb je wel heel veel kansen gemist.”

Met medewerking van Naïm Derbali.